10 - wij wil om te rstel .at treft m de >uden. Lng ie het Ld was a geen tel nu nu nog n 1 dan k. maar arom rvan uilen hart dt ik me gen d dat ings- t mij ,een 20 deceniber 1990 - 11 taalpurist voor te zijn- er toch op willen wijzen om daar in de tekst van de verordening aandacht aan te besteden: wanneer er staat "verklaring af te geven" wordt natuurlijk: "verwachting uit te spreken" bedoeld. Laten we daar in de tekst dan ook rekening mee houden. Wij gaan akkoord met het voorstel Mevrouw BLOMMERS (WD): U ziet, mijnheer Pothuizen, dat ik kan lezen. Heer POTHUIZEN (D66)Daar is geen twijfel over mogelijk. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, ik begrijp dat deze raad op dit moment de zaak toch door wil zetten. Dat spijt me. Als ik inhoudelijk kijk naar het voorstel, dan zullen wij dus nu gedwongen zijn tegen te stemmen. De emoties bij dit agendapunt zijn hoog gegaan. Als wij netjes willen omgaan met de burgers, zou het ons geen schade hebben gedaan als we het een maand hadden aangehouden. Er staat inderdaad iets in een voorstel en dat is dus nu, neem ik aan, gecorrigeerd, taalkundig in ieder geval. We weten dan precies waarover we spreken. Ik ben het met de heer Pothuizen eens dat het altijd is, maar het is niet altijd zo emotievol. Ik denk daarom dat het op zich beter was geweest om het één maand aan te houden. Mevrouw TOMASSEN (PS)Wij ondersteunen uw voorstel, voorzitter. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, wat mevrouw Stekelenburg zegt, dat is mij uit het hart gegrepen. Het is natuurlijk zo dat de hele behandeling in de commissie van dit onderwerp, waarin uitspraken zijn gedaan naar bewoners toe, naar burgers van Soest, de zaak heel weinig goed doen. Voor onze fractie is het voor een deel een feit dat wij die mensen toch enige genoegdoening willen geven voor de beschuldigingen die zijn geuit aan hun adres. Ik denk dat het een goede zaak is als je als raad zo'n voorstel dan een maand aanhoudt en wacht tot iedereen de cijfers heeft kunnen zien. Wij stemmen dus tegen het voorstel. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Dat laatste wat door de heer Witte verwoord is, is juist de reden waarom ik vind dat we dit voorstel nu gewoon aan moeten nemen. De verhitting die ontstaan is tijdens de commissievergadering staat absoluut los van de feiten, ook los van het gegeven waar het hier om gaat. Het is een puur formele zaak, puur een zaak van een bepaald aantal tellingen in een bepaald aantal straten die ver onder de norm zijn gebleven, waar verder geen enkel probleem mee is, een gewone zaak die ontzettend vaak voorkomt. Doordat een aantal mensen in die wijk met een bepaalde onvrede zit op dit moment omdat er hele andere verkeers- ontwikkelingen zijn, hele andere verkeerssituaties zijn opgetreden, komen zij ook inspreken op deze vergadering op deze zaak die er niets mee te maken heeft. Daardoor ontstaat een zekere verhitting. Als wij als raadsleden daar dan instappen door te gaan pleiten voor uitstel of door tegen te stemmen, dan vind ik dat buitengewoon vreemd en bestuurlijke armoe Wethouder SWINKELSVoorzitter, na alles wat gezegd is hoef ik niet veel meer toe te voegen. De laatste spreker, de heer Meilof, heeft duidelijk gemaakt dat je bij deze zaak, bij dit agendapunt, twee dingen moet scheiden. Het feit dat wij een verklaring doen die een verwachting inhoudt, sluit ook de taalkundige problemen kort.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 434