20 december 1990 - 22 - bedrijf dat zich met bosbouw bezig houdt geen vreemde plek vindt aan de rand van een bos. Maar goed, dat is nu niet meer ter sprake, daar zijn gewoon bepaalde zaken over besloten. We hebben een bestemmingsplan en daar moet het simpelweg in passen. Ik heb nog wel een vraag over het feit dat er nu een papier is rondgegaan waarvan in ieder geval de heer Van Doorn suggereert dat het nog weer een derde kaart op zou moeten leveren -tenminste, zo heb ik het verhaal begrepen- met een derde datumstelling. Ik denk dat in dit hele verhaal uw kaartenarsenaal uitputtend bekeken is en dat u precies weet of dit nu echt een nieuwe kaart is of niet en of dit een aanvullend gegeven is. Tenslotte heeft hij ook spreekrecht gekregen, dus ik denk dat u ervan uitging dat hij iets aanvullends te vertellen had. Ik denk dat u erop zult reageren als wethouder of dit werkelijk aanvullende informatie, nieuwe informatie is geweest waar wij dus in onze beoordeling ook rekening mee zullen moeten houden, of niet. Heer PLOMP (WD): Mijnheer de voorzitter, in de eerste plaats zou ik willen zeggen namens de fractie dat wij de reactie van het college willen afwachten met betrekking tot hetgeen door de heer Van Doorn mondeling te berde is gebracht, maar ook een reactie van het college willen hebben met betrekking tot de stukken die hier rond zijn gegaan. Daarna zullen wij onze beslissing aan u meedelen. Wethouder VISSER: Voorzitter, wij hebben vanmiddag met de afdelingen ruimtelijke ordening en milieu nog eens even alle stukken bekeken. Daarbij lag ook nog een luchtfoto op tafel met de situatie zoals net ook door de heer Van Doorn op maquette is aangeduid. Dan blijkt dat in 1984 het ging om het bedrijf, om de lokatie tot en met de loods die net zichtbaar was op de maquette. Daar is destijds een hinderwetvergunning voor afgegeven. Ik heb begrepen dat tijdens die hele procedure inderdaad een tekening ter sprake is gekomen van de heer Van Doorn die graag zijn gebied wilde uitbreiden. Op die tekening schijnt per abuis het stempel gedrukt te zijn in 1984. Maar die tekening komt niet overeen met de vergunning die toen is afgegeven. Daar hoort een andere tekening bijZo is mij het verhaal verteld. In de loop der jaren daarna heeft de heer Van Doorn successievelijk zijn gebied toch wat uitgebreid. Dat is ook weer op allerlei foto's te zien. Als de heer Van Doorn dus nu zegt dat zijn terrein groter is dan het gebied waarvoor vanavond dit raadsvoorstel ligt, dan is dat onjuist. Wij willen alleen vergunning afgeven voor dat terrein waarvan sprake is en dat behoort tot zijn bedrijf. Omdat daar dus een wijziging in het gebruik is begonnen, hebben wij opnieuw deze zaak aan u voorgelegd in het kader van de Hinderwet. Maar het mag niet zo zijn dat wij via de achterdeur van de Hinderwet planologisch zijn gebied gaan uitbreiden. Dat is het antwoord op wat de heer Van den Breemer zegt, namelijk dat wij op verzoek van de provincie die dat kennelijk toestaat, om dan nu via deze procedure dat gebied van hem uit te breiden. Dat is een planologische zaak en daar hoort inderdaad een artikel 19 procedure bijDat moet eerst aan de commissie en aan u voorgelegd worden of u het daar ook mee eens bent. Dan pas kunnen wij bekijken of dat terrein inderdaad uitgebreid mag worden. Vooralsnog gaat het dus om het gebied dat ik net heb beschreven en niets anders. Dat in verband met de tekening en het foute stempel. De heer Boerkoel vroeg naar het gesprek tussen de heer Van Doorn en mij dat een maand geleden inderdaad is gevoerd toen er een hoorzitting plaatsvond over de illegale uitbreiding en de verharding die dus eigenlijk niet mocht. Toen heeft de heer Van Doorn zelf een tekening op tafel gelegd en gezegd: moet je eens kijken, ik zou dat wel willen kopen en ik zou daar wel willen zitten en dat is geschikt voor mijik heb zoveel nodig. Ik zei

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 445