20 december 19^0
- 28 -
voorstellen, mijn verleden is dan ook wat anders. Toen de afspraken van het
voorjaar gemaakt werden, is denk ik niet een juiste inschatting gemaakt van
de hoeveelheid werk en de intensiteit daarvan waarvoor mevrouw Tomassen
gesteld zou worden. Je zou je kunnen voorstellen, dat wil zeggen, onze
fractie kan zich voorstellen dat wij als raad ons even herbezinnen op die
afspraak en overwegen of wij voor de periode van deze raad -althans voor de
periode dat in het college de partij Progressief Soest vertegenwoordigd is-
we een gelimiteerde voorziening treffen. Dat klinkt natuurlijk alsof het
ook korter kan zijn, maar ik denk dat de ervaring leert dat zoiets kan
gebeuren. Dat heeft met wensen helemaal niets te maken. Ik zou dus als
tussenvoorstel toch in uw midden willen leggen -en ik hoop dat ook het CDA
alsnog bereid is daar even haar gedachten over te laten gaan- of wij dan
niet in ieder geval zonder onze opvolgers dan met een hen bindende regeling
op te zadelen, voor onszelf de bereidheid ten opzichte van deze fractie in
deze bijzondere positie op kunnen brengen.
Heer B0ERK0EL (PvdA): Mijnheer de voorzitter, de heer Verheus zei het
juist, wij brachten het in bij de onderhandelingen na de verkiezingen. Er
was inderdaad één iemand aanwezig die er lacherig over deed en fors
tegengas gaf, mijnheer Visser. Dat neemt niet weg dat ik nog steeds wat ik
toen vond nu ook vind. Ik zou dan ook datgene wat de heer Pothuizen gezegd
heeft de andere fracties in overweging willen geven om dat in ieder geval
voor deze periode te doen. Het kan niet zo zijn dat op het moment dat
iemand in zijn eigen staart bijt, dat hij niet zijn tanden weer gewoon open
kan doen en gewoon weer verder kan gaan.
VOORZITTERDaar moet ik even over nadenken!
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Voorzitter, ik vind het een complex voorstel. Ik
zit met dezelfde emotionele binding als de heer Pothuizen wat dat betreft,
waardoor je vrijwel geen nee durft te zeggen tegen zo'n voorstel. Van de
andere kant is er vanuit de grote fracties geopperd -en dat vind ik toch
niet helemaal buiten de realiteit- dat de desbetreffende wethouder van
hetzelfde soort af en toe zijn wethoudersstropdas kan verwisselen met de
stropdas van een raadslid en er als raadslid bij kan gaan zitten. De heer
Visser zal dit vast wel begrijpen, het zal hem aanspreken, want dan kan hij
ook af en toe weer in de positie kruipen dat hij gewoon echt oppositielid
kan zijn en dat soort zaken. Die mogelijkheid voor hem wil ik hem graag
geven. Ik veronderstel dat het misschien in onderlinge samenspraak tussen
deze twee leden van Progressief Soest toch nog zover kan komen dat zij tot
zo'n vorm van samenwerking komen en dat ze daar de oplossing in vinden.
Mevrouw BLOMMERS (WD): Voorzitter, onze fractie heeft al in a.b.z. gezegd
dat wij vinden dat we de afspraken die toch niet zo lang geleden gemaakt
zijn, moeten handhaven. Dat betekent dat wij de verordening niet willen
wijzigen. Ik moet zeggen dat het in de fractie ook een heleboel discussie
heeft losgemaakt. Want we willen graag een raad waarin 27 mensen goed
kunnen functioneren en als het op het ogenblik volgens mevrouw Tomassen dan
niet zo makkelijk gaat als gewenst zou zijn, dan wil je daar graag op
inspelen. Aan de andere kant is er het argument dat mevrouw Tomassen niet
alleen in deze raad zit, dat inderdaad de fractie uit twee personen
bestaat, waarvan natuurlijk een fractielid een baan heeft met onregelmatige
werktijden, maar dat komt wel meer voor in deze raad: mensen met banen met
onregelmatige werktijden. Ik denk dat er in dat samenspel met een fractie
assistent die ook volgens de huidige verordening in noodgevallen wel
degelijk een vervangingsmogelijkheid heeft, dat we daar voorlopig mee
verder moeten gaan.