15 Baart 1990
- 16 -
gebied van milieubeheer binnen het Gewest Eemland.
Heer BEIJEN: Een korte opmerking hierover, voorzitter. Wij zijn gevleid dat
we als gemeente Soest gekozen zijn, omdat de beste organisatie hier in
Soest aanwezig blijkt te zijn in vergelijking met de ons omringende
gemeenten. Dat er hier ook nog achterstanden weggewerkt dienen te worden in
vergelijking met andere gemeenten is voor ons niet zo'n grote zorg, omdat
daar de achterstanden aanmerkelijk zijn. We beschouwen het als een
bestuurlijk compliment en we hopen dat deze zaak snel georganiseerd kan
worden.
Wethouder PLOMP: We hebben elkaar al gefeliciteerd.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
18. Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het ongegrond
verklaren van het beroepschrift van het bestuur van de Stichting C-drie
tegen de voorlopige vaststelling van het subsidie voor het jaar 1990.
VOORZITTERAlvorens de raad het woord te geven vraag ik of een van de
commissieleden het woord wenst.
Heer EBBERSVoorzitter, ik dacht dat we het voorstel vrij uitvoerig hadden
toegelicht. Als er vragen zouden zijn hieromtrent dan zijn wij gaarne
bereid eventuele nadere aanvullingen te geven.
Heer VISSER: Formeel juridisch is het allemaal misschien wel kloppend, maar
toch denk ik dat er een probleem is tussen C-drie en het gemeentebestuur.
De vragen van de heer Baks hierover zijn nog steeds niet beantwoord. Ik wil 19.
graag weten waarom niet. Misschien kunnen die vragen vanavond beantwoord
worden. Verder dring ik er bij u op aan om toch voor de voorjaarsnota wat
meer duidelijkheid te scheppen tussen het bestuur van de Stichting C-drie
en het gemeentebestuur. Als ik de reacties lees in de Amersfoortse Courant
van de heer Verheus en de heer Boerkoel, dan blijkt toch dat men niet
helemaal op de hoogte is van de juiste gang van zaken. Ik denk dat we geen
brokken moeten maken en op tijd moeten ingrijpen. De Stichting C-drie is
destijds toch opgezadeld met De Borg, zoals dat vroeger heette en daar een
opdracht voor gekregen om dat goed te doen. Nu ze in de personele
problemen komen en de financiële problemen dreigt er iets ernstigs te
ontstaan. Ik betreur het als dat zou gebeuren. Ik wil van de betrokken
wethouder van welzijn de toezegging hebben dat hij snel uit de malaise
komt
Mevrouw MEIJER: Mijnheer de voorzitter, wij zijn het ermee eens dat de
commissie voor de beroepschriften correct gehandeld heeft en dat het
college -gezien de procedure- op dit moment nee zegt. Maar we willen toch
vragen om bij de begroting voor 1991, waarvoor het overleg nu gaat starten,
een hoge prioriteit te geven aan de coördinator. Gezien de ontwikkeling van
C-drie, de cursussen lopen enorm, er is een enorme uitbreiding, moet de
cursuscoördinator een hoge prioriteit hebben. Het is op dit moment niet op
te vangen binnen het huidige budget van C-drie. Wij pleiten ervoor dat het
college in 1991 de cursuscoördinator honoreert.
Heer EBBERSOp deze beide sprekers hoef ik als commissielid niet te
reageren, voorzitter.
Wethouder KINGMA: De opmerking van mevrouw Meijer is genoteerd. Daar valt