18 april 1991
- 35 -
Heer POTHUIZEN (D66)Ja, want het gaat mij er natuurlijk om, dat begrijpt
u wel, dat wij bij de structuurvisie richtinggevende besluiten nemen en die
zullen, mag ik aannemen, consequenties kunnen hebben voor ons grondbedrijf.
Dan kan het hele plaatje er dus volstrekt anders uit komen te zien dan het
er nu uitziet. Dat wil ik op de kortst mogelijke termijn met u en met deze
raad kunnen bespreken.
Wethouder MENNE: Ja, akkoord. Dus dan laten we het moment daarvan afhangen.
Dat lijkt mij ook goed wanneer dat duidelijk is, dat we dan zeggen: dit
zijn de financiële consequenties, zoveel ruimte is er. De mogelijkheden
zullen wellicht kleiner zijn dan de wensen die uit de structuurvisie zullen
voortvloeien.
Mevrouw GERRITSE (CDA)Op mijn vraag over de voorkeur om de rente die wij
verliezen door het vooruitschuiven van de bodemverontreinigings-
schoonmaakkosten uit de algemene dienst te betalen, heb ik nog geen
antwoord gekregen.
Wethouder MENNE: Nu moet ik even een opmerking maken. Als van CDA-zijde
anderzijds wordt gevraagd toch naar koopwoningen
Mevrouw GERRITSE (CDA)Dat heeft er toch niets mee te maken? Koopwoningen
en die rentelasten zijn toch gescheiden?
Wethouder MENNE: We nemen de opmerking mee.
VOORZITTERMag ik constateren dat de raad met het voorstel instemt?
Het voorstel (RV 91-73) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel betreffende het initiatiefvoorstel van D66 tot het vaststellen van
een referendumverordening.
Heer POTHUIZEN (D66)Voorzitter, D66 dankt zijn oprichting aan de al in de
jaren zestig bestaande onvrede over het functioneren van het openbaar
bestuur. Dat het nog steeds bestaat en zelfs in ongekende omvang dat heeft
minstens ten dele dezelfde onvrede als verklaring. Maatschappelijk lijkt er
nu wel consensus te bestaan over het feit dat de democratie in haar huidige
opzet te weinig mensen tot deelneming verleidt, maar ten aanzien van de
vraag hoe dat komt en of en hoe het te veranderen is, lopen de meningen nog
wel wat uiteen. Tot voor kort waren er nog maar weinig andere politieke
partijen genegen moeite te doen voor bestuurlijke vernieuwing en het leek
met de instelling van de commissie Deetman dan veranderd te zijn, maar ik
ben bang dat dat te vroeg gejuicht is. In het blad NG-gemeentelijk magazine
van 22 maart stond al geschreven: alleen de lokale overheid kan 'Deetman'
nog redden. Maar dezelfde politieke partijen die op landelijk niveau succes
boeken door alles vooral hetzelfde te laten, die zitten ook in de lokale
overheid. En is dat nou een slecht voorteken of niet? Het hoeft natuurlijk
niet. Er zijn voorbeelden, ook in deze raad bekend, waarbij de fracties van
regeringspartijen hier duidelijk andere geluiden laten horen dan op de
andere bestuurlijke niveaus. Als vernieuwing dus echt vanuit de basis komt,
dan zouden we die inderdaad het eerst hier op dit niveau moeten kunnen
waarnemen en wat dat betreft beschouw ik vanavond als een proef op de som.
In deze raad gelooft alleen de heer Meilof niet in een grote kloof tussen
burger en gemeentebestuur. Voor ons staat vast dat die kloof er spijtig
genoeg wel is en dat we hem willen overbruggen. De heer Meilof heeft ook te