18 april 1991
- 43 -
manier niet een sportraad gaan instellen. Onze fractie is hier absoluut
tegen. Er zal in ieder geval gezorgd moeten worden dat de BTW-problematiek
wordt opgelost. En als er dan zo'n arrogante notitie binnenkomt "voer voor
ingewijden" waar dan een aantal zaken in naar voren worden gebracht met een
aantal cijfers en een aantal voorstellen van hoe het zou kunnen gaan, dan
hadden we de stukken even moeten lezen en dan blijkt dat dezelfde adviseur
die ik net aanhaalde, heel duidelijk heeft gezegd: welke keuze u ook doet:
ga eerst bij de inspectie op bezoek, zorg dat je overeenstemming hebt over
de wijze waarop je dit gaat doen. Dan zeg ik: dat is niet gedaan. Er zijn
gewoon een stuk of vijf manieren hoe je ermee om kunt gaan op een papiertje
gezet, wat dat voor consequenties heeft. Maar óf het die consequenties
heeft, dat kunnen we absoluut op dit moment niet overzien, omdat er
doodeenvoudig geen overeenstemming is met de inspectie. Als zometeen de
inspectie zegt: Soest, leuk bedacht, maar daar trappen we niet in, dan zit
Soest met de gebakken peren. Wij bedanken voor dit voorstel.
Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, de voorbeelden uit het verhaal van de
heer Boerkoel geven al aan dat het helemaal niet zo'n goed werkende
stichting was als de WD ons wel wil laten geloven. Wij staan dan ook
geheel achter uw voorstel en wensen u succes.
Heer POTHUIZEN (D66): Mijnheer de voorzitter, het convenant met de politie
konden we nog met inweging van ervaringen beoordelen. Met dit convenant
moeten we dus met verwachtingen volstaan. De ervaringen met de Sport
stichting van vroeger zijn niet de juiste maatlat. De ervaringen tijdens de
meer recente periode waarin strubbelingen de boventoon voerden, overigens
evenmin. We staan dus inderdaad voor de afronding van een meerderheids -
beslissing in deze raad van bijna vijf jaar terug. Dat besluit was gericht
op het creëren van correcte verhoudingen tussen gesubsidieerde instituten
en de gemeente door het uit de besturen van die instituten terugtrekken van
gemeentelijke representanten. We wilden daarmee misverstanden en al of niet
vermeende bevoorrechte posities voorkomen. Nog steeds is D66 van mening dat
dat een verstandig besluit was, ook ten aanzien van de sport, want met name
daar was de vermenging gewoon te groot. Dat de sport daar wat op tegen had
en dat ze niet graag haar bijzondere positie kwijt wilde, dat kan D66
begrijpen. Dat de sport vervolgens jarenlang een oplossing conform het
raadsbesluit heeft getraineerd met op zich legitieme middelen, dat heeft
bij ons wat minder begrip ontmoet. Het is dan ook duidelijk tijd om de pat
stelling te doorbreken met dit convenant en dat moet dan ook. De tijd zal
wel leren in welke mate de georganiseerde sport in staat is om net als
andere vrijwilligersorganisaties goed om te gaan met een subsidiënt die
gepast afstand houdt. Mijn fractie gaat akkoord met het convenant en zij
gaat akkoord met de ontbinding van de Sportstichting, laat aan u over om te
bepalen wat fiscaal en anderszins de beste datum voor doorvoering daarvan
is
Heer VERHEUS (CDA): Voorzitter, het zal u duidelijk zijn dat onze fractie
in het kader van de gespreide verantwoordelijkheid uw voorstel van harte
ondersteunt. Als mevrouw Blommers zegt: in het kader van de terugtredende
overheid is dit een stap terug, dan denk ik dat zij dat toch verkeerd
bekijkt. De overheid treedt hier toch wel twee stappen terug, vergeleken
bij de situatie zoals die was binnen.de Sportstichting. Daar heeft de heer
Boerkoel al op gewezen en ik zal dat niet allemaal herhalen. Het heeft
natuurlijk wel heel lang geduurd voordat er met de georganiseerde sport tot
een voor beide partijen aanvaardbaar convenant gekomen is, maar het is er
dan toch nog van gekomen. Al zal dit voorstel -dat blijkt wel- niet door de
hele raad met gejuich worden ontvangen, wat de CDA-fractie overigens