20 juni 1991
- 5 -
\mP7TWER: Ik heb daarover opmerkingen ontvangen van mevrouw Tcmassen
betreffende bladzijde 18 punt 6, daar waar zij aan het woord is, regel 8,
Haar staat gedrukt: "advies- en strvK±uurgroepen"Dit moet zijn: "advies-
en stuurgroepen". Kunt u ermee instemmen dat wij deze correctie aanbrengen?
Verder zijn er geen opmerkingen.
De notulen van de vergadering van 21 maart 1991 worden, met inachtneming
van de correctie op bladzijde 18, vastgesteld.
Ingekomen stukken.
Geen.
Vragenhalfuurtje.
VOORZITTER: De fractie van de Partij van de Arbeid bij mende van mevrouw
Stekelenburg heeft schriftelijk vragen gesteld. Ik geef haar als eerste de
gelegenheid -indien zij daar nog behoefte aan heeft- de vragen toe te
lichten.
Mevrouw STKK^i .T^NBUPG (PvdA)Voorzitter, gegeven het feit dat we met een
hele volle tribune zitten en ik hen graag zou laten meegenieten, zou ik u
willen vragen of u de vragen en de bijbehorende brief wilt voorlezen.
VQORzriThK: Kunt u ermee instemmen dat wij de vraag die u gesteld heeft
voorlezen en daarop meteen het antwoord geven en zo successievelijk de vijf
vragen aan de orde stellen? Dan geef ik nu het woord aan wethouder
Swirikels cm de vragen nog eens te herhalen en dan het antwoord te geven
namens het college.
Wethouder swtnk'ft„9; Dank u wel, voorzitter. Met een restje van een
Soesterbergs gebakken koekje in de mond, vraag 1:
Deelt u onze mening dat het ooilege de wettelijke verplichting had het
ministerie tijd te melden dat er binnen een straal van circa 1500 meter
een totaal gerenoveerd basisschoolgebouw zou vrij kernen? Deelt u onze
mening? Zo ja, waarom heeft u dit niet gedaan? Zo nee, welke argumenten
voert u daarvoor aan?
Het antwoord op vraag 1: De gemeenteraad heeft de plicht bij het
vaststellen van het overzicht vermeerdering huisvesting op te geven of er
beschikbare gebouwen binnen een straal van 1500 meter aanwezig zijn. Aan
deze plicht is voldaan door mee te delen dat geen gebouwen beschikbaar
waren. De stukken hebben bij het desbetreffende raadsbesluit in september
1989 ter inzage gelegen. Van een mogelijk leegkomen van een openbare
basisschool was toen geen sprake.
Vraag 2: Naar onze mening had het college minstens de gemeenteraad
moeten melden dat dit niet aan het ministerie was gemeld. Deelt u onze
mening? Zo ja, waarom heeft u dit niet gedaan? Zo nee, welke argumenten
voert u daarvoor aan?
Gelet op de beantwoording van vraag 1 was er geen reden de gemeenteraad
nader te informeren.
Vraag 3: Heeft het ooilege met ons de indruk dat de raad door
onvolledige informatie een gedwongen en onzorgvuldige beslissing heeft
genomen? Zo ja, wat gaat u hier dan aan doen? Zo nee, welke argumenten
voert u daarvoor aan?
Het antwoord op vraag 3: de gemeente Soest heeft diverse besluiten genomen
roet betrekking tot de derde Van der Huchtschool. Ten eerste: de plaatsing