20 juni 1991 - 23 - worden. Cm een lang verhaal kort te maken, de gemeente heeft aanvankelijk in principe toegezegd dat indien er een positief advies zou komen van de directeur landbouw in de provincie Utrecht, dat hier sprake was van een semi-agrarisch bedrijf en dat er dus ook sprake was van een dienstwoning, ze in beginsel niet zouden weten waarom hier geen vergunning zou kunnen worden gegeven voor een dienstwoning. Gelet op het paandenver leden van de betrokkene en gelet ook op de inhoud en de omgeving van die stallen, was het betreffende adviesorgaan zonder enige beperking heel duidelijk in zijn uitspraak en zei: het is een semi-agrarisch bedrijf in de zin van het plan Landelijk Gebied dat in voorbereiding is ter plaatse en bovendien is hier sprake van een dienstwoning. Het kon denk ik ook moeilijk anders beantwoord worden omdat de stallen in feite tien boxen bevatten en omdat vaststaat dat we hier niet te doen hebben met een persoon die omwille van het wonen in ons mooie buitengebied alleen maar pour besoin de la cause, zoals ze in Frankrijk zeggen, voorwendt paarden te houden. Nee, het is heel evident een man die met huid en haar verbonden is aan de paarden en die daarin zijn bestemming weet te vinden. Des te schrijnender is het geval omdat hier een man aanwezig is die het verzoek doet, die geen andere weg heeft cm het leven dat hij leidt een andere, dan wel betere inhoud te geven. Ik denk dat als je dit cp je af laat komen en je moet een zorgvuldig besluit nemen, dat je niet anders kan doen dan, gelet op het hele gedecideerde advies, dat je als overheid niet kan zeggen: ik passeer dit advies cm redenen dat ik toch als gemeente twijfel of het wel echt een dienstwoning is. Ik denk dat je dan, het fair play beginsel volgend, moet zeggen: hier kan ik niet langs heen, hier zeg ik dan ook ja tegen, dit neem ik over. Waarom de gemeente dat niet gedaan heeft is mij niet duidelijk. Wanneer de beroepscommissie cp een gegeven moment invoert begrippen als: ja, misschien wel een dienst woning, maar dan toch niet in de zin van een inkcmstenverwekkend bedrijf, dan denk ik: dan ga je de omvang van het geschil te buiten. Je hebt de plicht cm het advies -zeker als het duidelijk ligt en als het zender beperkingen gegeven is- op te volgen. Mijnheer de voorzitter, leden van de gemeenteraad. De tijd dringt. Ik mag u het advies geven, voor zover u het stuk niet gelezen heeft gisteravond in het blad, dat u dat alsnog doet. Ik mag u verder verwijzen naar een uitspraak van een bekende keizer die constitutioneel Romeins recht heeft gedoceerd, Justinianus. Hij heeft een keer gezegd: "Het grootste recht kan onder omstandigheden het grootste onrecht opleveren." Ik heb sterk het idee als ik deze casus op mij af laat komen, dat je hier te doen hebt met de woorden die hij toen heeft gesproken. Wellicht alles conform de regels, maar dan, gezien en toegespitst cp het zeer wrange, diep tragische geval dat je niet meer moet zeggen: hier prevaleert de regel, hier gaat prevaleren het recht. VOORZ-LTrrK: Wilt u langzamerhand afrenden? XJw tijd is ruimschoots voorbij. Heer stat.'fuhtïftfJa, u dwingt mij cm dat te doen. VOORZi'-ltek: Het doel van het inspreken in de gemeenteraad is dat u met nieuwe feiten zou komen. Dat heeft u in uw verzoek dat u aan mij hebt gericht cm hier te mogen inspreken, aangetoond. Ik heb dat ook geaccepteerd. Het materiaal dat u mij beschikbaar hebt gesteld, heb ik in een vertrouwelijke enveloppe aan de raadsleden gegeven, die beschikken daar cp dit mement over. Dus ik denk dat ze nu in staat zijn cm tot een besluit te kernen. Ik dank u voer het inspreken. Het woerd is aan de gemeenteraad. Is er iemand die namens de beroepschriftenocomissie eerst wenst te reageren?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 176