11 juli 1991 - 17 - heer Witte zei iets in de zin dat hij erg schrok toen hij het las. Misschien schrik je op dezelfde manier als wanneer de buurman zijn auto start, dan krijg je ook altijd weer wat ellende binnen. Het hoort gewoon bij het fenomeen dat we voortdurend elkaar op het gebied van het milieu nog steeds veel ellende aandoen. Zo betrekkelijk hopen we ook dat dit is. Alleen, ik ben toch blij dat u zo alert reageert en dat u het inderdaad verder nauwkeurig laat onderzoeken. Laten we elkaar niet de idee in de schoenen schuiven alsof er hier wel weer iets heel ergs aan de hand zal zijn. Heer KRIJGER (WD): Mijnheer de voorzitter, in eerste instantie schrokken wij even van de gegevens die op tafel zijn gekomen. Je zou dan moeten zeggen: met zoveel onzekerheid en onduidelijkheid zou je niet moeten verkopen. Maar er zijn een aantal belangen die in het geding zijn en die ga je afwegen. Hoe serieus kan het verder nog zijn en welke schade kun je eigenlijk veroorzaken door het aan te houden? Dat geeft ons de overtuiging om per agendapunt toch akkoord te gaan met verkoop, zeker gezien de voorbehouden die gemaakt zijn. Ook met een aantal opmerkingen zijn we het eens zoals de heer Boerkoel dat heeft aangegeven. Dus vandaar ook bij punt 13 -we hebben bij andere punten andere opmerkingen- stemmen wij in met de zorgvuldigheid die bij de komende periode aan de orde komt, met nog wel een kanttekening. Het is vooral naar voren gekomen bij agendapunt 18, waar we nog niet over praten, maar kun je eigenlijk wel in redelijkheid, gezien alle belangen die men tegenwoordig consumenten geeft, verborgen gebreken als die ontdekt worden op een ander afschuiven? Daar hebben we onze twijfels over, of dat wel kan. Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, wij gaan akkoord met uw voorstellen 13, 14 en 18, vooral met uw opmerking dat u het risico van vervuiling volstrekt uitsluit. Wethouder MENNE: Voorzitter, even eerst de vraag van zowel de heer Witte als de heer Krijger. Zij zeggen: kan je inderdaad de verborgen gebreken afschuiven op een ander? Wij hebben als college besloten om binnenkort met een notitie te komen waarin wij op het punt van zowel koop als verkoop de opstelling van het gemeentebestuur met betrekking tot vrijwaring al of niet bij verkoop en koop vast te leggen, zodat wij daar in de toekomst steeds aan kunnen refereren en dat kunnen opnemen, zodat het overzichtelijk wordt. Bovendien ook de bepaling, daar ook afspraken over maken wat betreft de grond zelf, het onderzoek in de grond zelf. Dus het contract enerzijds, maar ook de grond. In het contract kun je verwijzen naar de grond, welke soort boringen, peilingen je al of niet neemt, daar kun je ook afspraken over maken. In de toekomst wordt het voor u en voor ons dus overzich telijker. Op welke wijze we dat presenteren, daar moeten we nog afspraken over maken. We hebben het nog niet in het college gehad, maar wij hopen dat zo spoedig mogelijk aan u te kunnen voorleggen. Dat voor wat betreft die vrijwaring. Ik kan daar tot op zekere hoogte wel mee instemmen, met wat u zegt, mijnheer Krijger. Als gemeente ben je ook natuurlijk als partij vaak machtiger dan een enkeling, een burger. Dus daar kan ik ook wel inkomen. Anderzijds moeten we natuurlijk ook weten dat wij in het verleden als raad ook hebben vastgesteld een bepaling in het contract waarbij wij als gemeente onszelf vrijwaren voor eventuele grond die verkocht werd aan een particulier. Dat is nog gebeurd een paar maanden geleden. Ik dacht dat mevrouw Blommers daar ook nog naar verwezen had in de commissie. Dus wat dat betreft moeten we daar in de toekomst wel verduidelijking in krijgen, dat wil het college zeker ook. De heer Van Logtenstein heeft gevraagd als ontbindende voorwaarde op te

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 202