11 juli 1991 - 19 - een rij gezet wordt. We weten inderdaad nog steeds niet hoe de financiële verhoudingen liggen ten aanzien van Klein Engendaal. We weten niet meer wat nou op welke plek gebouwd gaat worden. Dat is geen goede manier van besluitvorming ten aanzien van het bestemmingsplan. Ik denk dat het goed is die vraag te beantwoorden over de vakantie heen. Dat betekent in de commissie van augustus, daarmee heeft u een aantal weken om het op een rij te zetten en dan kunt u de antwoorden ook formuleren zoals de heer Krijger gevraagd heeft. Heer JANSEN (D66)Voorzitter, ik denk inderdaad dat die vraag van de heer Krijger niet nu beantwoord moet worden, want dan gaan we iets doen wat we aan het begin van deze raad gezegd hebben dat we het niet moesten doen, maar in september moeten doen. Het lijkt mij goed wat de heer Boerkoel heeft gezegd: zorgen dat we dat punt dan kunnen bespreken. Maar niet nu. Wethouder MF.NNF.Ik denk dat wij daarstraks gezegd hebben dat wij dat heel zorgvuldig zullen doen op dat punt. Dus inhoudelijk zal ik daar verder ook niet op ingaan op dit moment. We zullen het zeer zorgvuldig doen en we zullen u verantwoord benaderen met ideeën, plannen, modellen, gedachten of wat ook. Ik doe daar nog geen uitspraak over, want het hangt natuurlijk af van de mogelijkheden die we hebben en de uitkomsten van dat nadere onderzoek. Ik meen dat de meerderheid van de raad zich daarin kan vinden. VOORZITTER: Mag ik dan constateren dat de raad met het hier gedane voorstel kan instemmen, inclusief de clausulering zoals de wethouder Menne bij agendapunt 13 heeft verwoord en inclusief het antwoord op de vraag van de heer Van Logtenstein dat wij juridisch nog even kijken naar de implicaties hiervan. Heer BOERKOEL (PvdA): Mijnheer de voorzitter, u vergeet een inclusief, dat van de heer Krijger, namelijk: de raad in augustus, uiterlijk september een totaalplaatje voorleggen. VOORZITTER: Dat wil ik er graag nog aan toevoegen, dat heeft de wethouder ook gezegd en dat u zelf als raad ook al besloten. Het voorstel (RV 91-116) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met inachtneming van de genoemde clausulering en machtiging zoals bij agendapunt 13 verwoord en de toezegging van het college t.a.v. de plannen in Klein Engendaal. Voorstel tot deelname in een regionaal Halt-bureau voor het Gewest Eemland. Heer VERHEUS (CDA): Voorzitter, het zal duidelijk zijn dat wij zeer ingenomen zijn met dit voorstel. Bij de begrotingsbehandeling in oktober hebben wij een motie ingediend om ons aan te sluiten bij het Halt-project. Die motie is door een overgrote meerderheid van de raad aanvaard. Het voorstel ligt nu voor ons. Nu hebben wij in die vergadering wel gezegd: we trekken er in beginsel 40.000,- voor uit, maar het is iets duurder. Ik denk dat dat geen ramp is, want de doelstelling van dit project is zodanig belangrijk, dat is inmiddels al bewezen, dat wij van harte hiermee instemmen. We hopen dat ook in Soest het positieve resultaten zal hebben. Heer PLOMP (WD): Mijnheer de voorzitter, in aansluiting op hetgeen de heer Verheus zegt, de doelstelling is zó belangrijk. Uit de stukken blijkt dat de raden pas medio 1993 zullen worden geïnformeerd met betrekking tot de evaluatie van dit project. Ergens verderop in de stukken staat dat per jaar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 204