nr. 10
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Soest op maandag 21 oktober 1991 te 19.00 uur.
Voorzitter: de heer J. de Widt, burgemeester;
Secretarisde heer W.P. de Kam.
Aanwezig de leden: W.A. Blaauw, mevr. A. Blommers - Biezeno,
C. Boerkoel, A.W. van den Breemer, J.J. Ebbers, mevr. G. van Eek -
van Veelen, mevr. B.M. Gerritse - van Ee, mevr. E. van Gorkum,
F.L. Jansen, F. Kingma, A.F.M. Krijger, R.W. Krol, R.A. van
Logtenstein, J.P.J. Lokker, J.L. Menne, G.A.W.G.A. Plomp, mevr. E.
Spijk - Huberts, mevr. W.A.A. Stekelenburg - Ruitenburg, mevr. J.M.
Swinkels, mevr. A.D. Tomassen -Holsheimer, C. Verheus, J. Visser,
H.L. Witte, J.B. van Wuijckhuijse (vanaf 19.30) en J.A. Zwaanenburg.
Afwezig met kennisgeving: G.D.F. Leeflang en W.R. Meilof.
VOORZITTER: Ik open de raadsvergadering en heet u allen van harte welkom.
Wij staan aan het begin van de begrotingsbehandeling voor het jaar 1992.
Ik hoop dat we dat met elkaar in goede sfeer mogen doen. Toch spijt het mij
dat ik berichten van verhindering moet vermelden, te weten de heer Meilof,
die mij vanmorgen heeft gebeld -de redenen zijn u bekend- dat het hem
helaas nog niet mogelijk is om deze week de raadsvergaderingen mee te
maken. Dan heb ik bericht van verhindering gekregen van de heer Leeflang en
de heer Van Wuijckhuijse heeft meegedeeld dat hij een half uur later komt.
1. Fractievoorzitters krijgen de gelegenheid om in vijf minuten de hoofdpunten
uit hun algemene beschouwingen toe te lichten.
VOORZITTER: Ik wil dat doen aan de hand van de grootte van de fractie en ik
begin daarom bij de CDA-fractie.
Heer VERHEUS (CDA) Dank u wel, mijnheer de voorzitter.
Mijnheer de voorzitter, belangrijke gebeurtenissen werpen vaak hun schaduw
vooruit, gelijk ook nu bij de behandeling van de begroting voor 1992 en de
meerjarenbegroting 1993-1995. Immers, deze behandeling staat voor een
belangrijk deel in de schaduw van de structuurvisie, waarvan inmiddels een
aantal hoorzittingen heeft plaatsgevonden. Hoewel wij niet op de
resultaten van de hoorzittingen wensen vooruit te lopen en nog minder op de
uiteindelijke besluitvorming, een voorlopige en voorzichtige tussenafweging
achten wij op dit moment niet misplaatst. Deze laat zich volgens ons als
volgt samenvatten.
- de voorgestelde scenario's werden, zo niet verworpen, in het gunstigste
geval voorzien van een verregaande amendering.
- wat men niet wil, overheerst, maar van enige samenhang is nauwelijks
sprake, kort samengevat, ook binnen hetgeen men niet wil, bestaat
vooralsnog weinig of geen overeenstemming.
In Soesterberg waren de meningen vrij unaniem, maar deze hadden nauwelijks
van doen met de problematiek in Soest. Mijnheer de voorzitter, met grote
belangstelling wachten wij de laatste inspraakronden af. De afweging zal