23 oktober 1991
- 14 -
5. Voorstel tot voorlopige vaststelling jaarrekening 1990.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, ik wil niet de commissie
vergaderingen nog een keer overdoen. Ik wil één punt, het honderdvoudige
van het bedrag waar we het net over hebben gehad, naar voren brengen. Op
pagina 242 vind ik onder de kostenplaats automatisering een overschrijding
van het budget van meer dan 100%, ongeveer 314.000,= In de toelichting
daarop lees ik dat niet meer te achterhalen is waar dat geld verdwenen is.
Dit bevreemdt me. En ik druk me dan heel erg voorzichtig uit. Ik denk dat
wij als gemeente een zware verantwoordelijkheid hebben voor de wijze
waarop wij omgaan met het geld dat bijeen is gebracht door de burgers. Ik
denk dat het in dat kader eigenlijk niet te verantwoorden is dat er
volstaan wordt met de opmerking dat het niet meer te achterhalen is waar
die 314.000,= is gebleven. Ik zou graag van u willen vernemen waaraan
dit geld besteed is en waarom een dusdanige overschrijding van meer dan
100% heeft plaatsgevonden op deze kostenplaats.
Heer EBBERS (WD)Voorzitter, mede naar aanleiding van hetgeen de heer Van
Wuijckhuijse zegt, wil ik toch nog eens even terugkomen op een artikel dat
geplaatst is geweest in het blad van de VNG over die speciale commissies
met betrekking tot het bespreken van de rekeningen. Er is in de VNG een
vrij uitvoerig stuk aan gewijd. Ik zou u willen vragen om naar aanleiding
van dat stuk ook eens te overwegen of het mogelijk is om op enigerlei wijze
ook tot een instelling van een dergelijke commissie te komen die de
rekeningen beoordeelt. De rekening krijgt eigenlijk, dat blijkt nu wel
weer, te weinig aandacht. Ik sluit mij in feite aan bij de woorden van de
heer Van Arkel die daar ook over gesproken heeft in de commissie.
Mevrouw GERRITSE (CDA)Dit laatste voorstel willen wij ook graag steunen,
al is het maar eens eenmaal om het te proberen. Het is al vaker gevraagd en
we willen eens een keer kijken hoe dat dan werkt.
VOORZITTERAls ik dan mag reageren op die 314.000,= automatisering, dan
moet ik u zeggen dat ik op dit moment het antwoord daarop schuldig moet
blijven. De vraag overvalt mijAls ik dit in de commissie had gehad, dan
had ik mij daarop kunnen voorbereiden.
Heer BOERKOEL (PvdA)Nee, mijnheer de voorzitter, de vraag is in de
commissie gesteld. Toen gaf het hoofd van de afdeling POI een antwoord dat
helemaal nergens op sloeg. Na afloop van de vergadering is gezegd: nu nemen
we zolang genoegen met dit antwoord, maar zoek het wel uit, want anders
komt het in raad terug en dan keuren we de rekening af. Dus het is niet
nieuw
VOORZITTER: Bekend is, zoals u dat zegt, dat het inderdaad in de commissie
met dat antwoord is gegeven. Wat er daarna -het tweede deel van wat u zegt-
is gezegd, is mij niet bekend. Ik kan u op dit moment niet anders
antwoorden dat er toen in de commissie a.b.z. is geantwoord. Ik ben wel
bereid in de volgende commissie a.b.z. daar de informatie over te geven
voor zover we die dan hebben.
Wethouder MENNE: Wat de heer Ebbers gevraagd heeft en mevrouw Gerritse in
aansluiting daarop, dat heb ik inderdaad op een eerdere vraag van de heer
Van Arkel in de commissie financiën ook toegezegd, dat we ons over de
rekening apart zullen buigen. Dat heb ik toegezegd in de commissie, tevens
aan mevrouw Gerritse.