23 oktober 1991
15
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, als u nu zegt -dat heb ik
niet gehoord, maar ik hoop dat u dat antwoord zou willen geven in tweede
termijn, u gaf geen antwoord en de heer Menne gaf alleen een financieel
antwoord- dat u dit nog zult uitzoeken en er in de commissie a.b.z. op
terug wilt komen, daar waar het ging over het hoofdstuk automatisering, dan
denk ik dat we de rekening zoals die voorligt kunnen vaststellen, met
uitzondering van datgene wat u nog aan informatie brengt.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Het moge duidelijk zijn, mijnheer de
voorzitter, dat ik me daarbij aansluit.
VOORZITTERKan de raad ermee instemmen dat we zodanig besluiten zoals nu
voorgesteld wordt, dat de rekening 199 0 wordt goedgekeurd met uitzondering
van de nader nog te verstrekken informatie over de 314.000,= voor wat
betreft automatisering?
Het voorstel (RV 91-159) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met
inachtneming van de gemaakte kanttekeningen.
Voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Gewest Eemland
1990.
Het voorstel (RV 91-169) wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Voorstel tot instandhouding van de monumentencommissie.
Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Voorzitter, wij realiseren ons dat we op vrij
korte termijn op een eerder ingenomen standpunt terugkomen, maar wij vinden
toch -ik denk ook met het college- dat het van belang is dat een
monumentencommissie met de grootst mogelijk inzet en enthousiasme haar werk
kan doen. We willen u hierin dan toch tegemoet komen om de monumenten
commissie in stand te houden.
Heer PLOMP (WD) Mijnheer de voorzitter, de WD-fractie is ook van mening
dat het goed is de monumentencommissie in stand te houden, in ieder geval
tot het einde van deze raadsperiode. Verder zijn wij van mening dat het
aantal leden -in overleg, uiteraard- van vijf naar drie terug zou kunnen en
dat bij voorkeur na de beroepsprocedure met betrekking tot de vaststelling
van de monumentenlijst, zodat je nog gebruik kunt maken van de totale
commissie. Tenslotte zijn wij met u van mening dat de relatie tot de
welstandscommissie gehandhaafd zou moeten worden.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, het heeft mijn fractie
buitengewoon verbaasd dat zo kort nadat we uitputtend met elkaar de
commissies hebben geëvalueerd, u terugkomt met dit voorstel. U schrijft: na
ampele overwegingen. Ik begrijp dus dat het in het college ook een
moeilijke beslissing is geweest. Het komt erop neer dat wij bang zijn voor
precedentwerking van anderen die we misschien ook hebben weggesaneerd of op
termijn willen wegsaneren. Die staan dan binnenkort ook weer allemaal op de
stoep en wat gaan we dan doen? Dat vinden wij een heel groot risico en om
die reden zullen wij tegen dit voorstel stemmen.
Heer JANSEN (D66)Voorzitter, gegeven de procedure die gevolgd is, wil ik
stellen dat wij met tegenzin akkoord gaan. Ik denk toch dat het belangrijk
is dat gebeurt wat hier voorgesteld wordt. Maar ik vind het heel jammer dat