21 februari 1991 - 27 - Stekelenburg, voor; heer Lokker, tegen; heer Plomp, voor; mevrouw Spijk, voor; mevrouw Van Eek, tegen; heer Ebbersvoor; heer Verheus tegen; heer Blaauw, voor; heer Krol, tegen. VOORZITTER: Het amendement van de WD-fractie is verworpen met 17 stemmen tegen 9 stemmen. Dan blijft dus aan de orde het voorstel zoals dat door de Commissie voor de beroepschriften op de raadsagenda is geplaatst. Mag ik aannemen dat de raad daar dan mee kan instemmen? Het voorstel (RV 91-39) wordt aangenomen. Voorstel tot het aangaan van een vaste geldlening ad 8.000.000,= Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, ik weet niet hoe uw onderhandelings positie met de bank is, maar ik heb altijd geleerd: met geld -vooral met veel geld- moet je handelen. Aangezien de rente op het ogenblik onder de 8,5% ligt, zou ik er toch voor willen pleiten dat u opnieuw contact opneemt met de bank. Dat scheelt nogal wat, driekwart procent van acht miljoen! Wethouder MENNE: In de commissie financiën hebben wij hierover gesproken. Ik heb daar aangekondigd hoe de situatie erbij stond en daar is door verschillende leden op gereageerd. Het is zo, dat wij dat contract met de desbetreffende financierder hebben gesloten. Dus het is inderdaad zo, daar hebben we ook al eens geluk mee gehad, dat in dit geval het misschien iets scheelt. Zoveel scheelt het niet zoals u daar noemt, dat hangt zeer af van het moment waarop ik de rente moet betalen. Pas dan kan u naar 8,5%, dat hangt van het moment van betaling van rente af. Dat kan nog wel eens driekwart procent schelen. Dus ik denk dat er hier misschien iets van 0,2% in die orde inzit. Dat zou kunnen op dit moment. Wij hebben het contract gesloten, dus wat dat betreft is het onherroepelijk. Mevrouw TOMASSEN (PS)Ik vind het vreemd dat u dat contract al sluit voordat het raadsbesluit er ligt. In de commissie financiën heeft u gezegd dat u nog ging onderhandelen. Dus ik ben tegen dit voorstel. Wethouder MENNE: Ik heb onderhandeld. Er waren zes financierders aan de orde. We hebben ook vier plaatselijke banken daarbij ingeschakeld. Uiteindelijk is gekozen op een toen laag moment en zijn wij op de laagste offerte ingegaan. Mevrouw TOMASSEN (PS)Die laagste offerte is 9,25%? Wethouder MENNE: Nee, 9,125% Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Voorzitter, is er helemaal geen beding in die afspraak die u hebt in deze lening? Betekent dat niet: mits de raad dit goedkeurt? Staat er niets geformuleerd in deze zin? Want dan kunnen wij het nu simpelweg niet goedkeuren en dan kunt u opnieuw beginnen met de onderhandelingen. Me dunkt dat dat wel de moeite waard zou kunnen zijn. Wij hebben als raad meen ik toch een bepaald recht. Mevrouw BLOMMERS (WD): Voorzitter, in de lijn van de vorige opmerkingen. Er is ook geklaagd, heb ik begrepen van de lokale banken, dat de termijn waarop zij moesten offreren bijzonder kort was. Ik denk dat het toch heel verstandig is om nog eens een keer goed af te spreken op welk soort momenten u welke beslissingen mag nemen. U heeft inderdaad in de commissie

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 34