23 oktober 1991
- 47 -
Menne, tegen; de heer Kingma, tegen; mevrouw Swinkels, tegen; de heer
Verheus, tegen; mevrouw Blommers, voor;
Heer ZWAANENBURG (CDA)Mag ik een korte stemverklaring afleggen,
voorzitter? Een hoogst ongelukkige procedure, waarin ik constant heb
geaarzeld over welke stem ik zou uitbrengen. Na heel lang en rijp bereid
sluit ik mij aan bij het standpunt zoals door mijn fractievoorzitter naar
voren is gebracht.
de heer Zwaanenburg, tegen; de heer Krol, tegen; de heer Witte, voor;
mevrouw Stekelenburg, tegen; de heer Visser, tegen; de heer Ebbers, voor;
de heer Lokker, tegen; de heer Blaauw, voor.
VOORZITTER: Motie nummer 12 is met 13 tegen 11 stemmen verworpen.
Dan is aan de orde motie nummer 3 6 van Gemeentebelangen Groen Soest, CDA,
Partij van de Arbeid, D66 en Progressief Soest, betreffende differentiëring
van tarieven enzovoorts. Daar heeft u eerst nog het recht om het standpunt
van het college te vernemen. Ik geef het woord aan wethouder Menne.
Wethouder MENNE: Voorzitter, motie nummer 36. Wij als college achten dit
toch wel een moeilijk realiseerbare zaak. Dat zou betekenen dat nu de
tarieven zouden moeten worden gewijzigd. U weet dat ook de perceptiekosten
mede daarvan afhangen. Differentiatie betekent meer werk voor het
verkrijgen van de heffingen. Bij elkaar zou dat betekenen dat alleen voor
de afvalstoffenheffing 150.000,= zou kosten. Het riool zou nog ongeveer
35.000,= kosten. Bij elkaar zou hiermee dus zo'n 185.000,= gemoeid
zijn. Dat achten wij toch van dien aard dat wij eigenlijk, met het oog op
het feit dat wij in Nederland ook staan aan de vooravond van het
differentiëren op basis van gewicht, dat het door middel van chips zeer
geavanceerd zal gebeuren, dat wij het beter achten om op dit moment, waar
wij ook niet meer de tarieven zomaar even kunnen veranderen staande de
vergadering, deze motie niet te accepteren. Wij komen er in de loop van
volgend jaar zo spoedig mogelijk op terug om te komen tot een
differentiatie die dan misschien wel haalbaar is. Dat is nu niet meer te
realiseren
VOORZITTERWordt de motie gehandhaafd, nadat u het standpunt van het
college heeft gehoord?
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, de motivatie moge duidelijk
zijn uit waar de discussie over gegaan is vandaag en maandag. Deze raad wil
bij overgrote meerderheid dat er gedifferentieerd wordt in de kosten die de
burgers moeten bijdragen aan het totaal van kosten. We begrijpen best dat
je niet van de ene op de andere dag zoiets kunt invoeren. We begrijpen ook
best dat we een gigantisch gat in de begroting zouden slaan. Maar de motie
terugtrekken met daarbij alleen maar de toezegging dat er over gepraat gaat
worden, lijkt ons niet sterk genoeg. Ik zou dan ook de motie willen
handhaven, maar een toevoeging doen dat het niet 1 januari 1992 wordt
ingevoerd, maar dat het ingevoerd zal gaan worden nadat u alles heeft
kunnen bestuderen en heeft kunnen voorleggen aan de commissie, dat het
ingevoerd zal gaan worden op 1 januari 1993, zodanig dat u bij de
begrotingsbehandeling van volgend jaar en bij de voorjaarsnota rekening
kunt houden met de wens van deze raad om die differentiatie in te voeren.
Als u op die manier de motie zou willen uitleggen en op die manier ook de
motie zou willen overnemen, dan zou ons dat lief zijn.
VOORZITTER: U kunt nu een reactie van het college krijgen, maar ik kan mij