21 november 1991 - 8 - 9Voorstel tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet ten behoeve van het oprichten, in werking brengen en in werking houden van een veevoederhandel op/in het perceel Birkstraat 125a. Het voorstel (RV 91-176) wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 10. Voorstel tot overdracht van bevoegdheid aan burgemeester en wethouders tot het verkopen van grond. Het voorstel (RV 91-180) wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 11. Voorstel tot het ongegrond verklaren van vijf beroepschriften tegen de plaatsing van panden op de Gemeentelijke Monumentenlijst. Heer JANSEN (D66)Voorzitter, na de commissievergadering is gekeken naar het vijfde bezwaar, Lange Brinkweg 60a/62. We hebben daarvan de staat ter inzage gehad en wat je dan leest is een deplorabele staat. Het is echt slecht en dat dan erbij betrokken, dat wil je het mooie stuk, het belang rijke stuk zien, dan moet je bij wijze van spreken bij de mensen aanbellen of je even achterom mag komen om te kijken. Dat bij elkaar, heeft ons doen besluiten om dat bezwaar van de Lange Brinkweg te honoreren en dus dat pand van de monumentenlijst af te laten voeren. Heer BLAAUW (WD)Voorzitter, wij hebben in de commissie het verhaal van de eigenaar gehoord, hoe hij over het pand dacht en waarom hij zijn beroepschriften had ingediend om het niet op de monumentenlijst geplaatst te krijgen. We hebben daarna van u gekregen een advies dat door een van onze mensen opgemaakt is, in welke staat het gebouw is en hoe het eruit ziet, wat authentiek is, wat inmiddels al veranderd is, wat slecht is en wat eigenlijk nog goed is. Dan besluit het advies ook met het verhaal van: het is nog niet zo dat het direct afgebroken moet worden, maar eigenlijk valt er met goed geld weinig aan te repareren en is er maar weinig ouds aan. Ik geloof dat we een eigenaar dan ook niet teveel moeten belemmeren, zodat hij ten eeuwige dagen met ontzettend veel kosten aan dit pand zit. De fundering is matig, dus wij zouden ook dit beroepschrift willen honoreren en het pand Lange Brinkweg 60a/62 afvoeren van de lijst. Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Voorzitter, ook wij zijn van mening ten aanzien van bezwaarschrift nummer 5, dat het pand Lange Brinkweg 60a/62 niet op de lijst van gemeentelijke monumenten geplaatst dient te worden. Wij hadden daar onze bedenkingen al over en wij zijn middels het rapport dat wij hebben mogen ontvangen, ook niet van gedachten veranderd. Het pand is in een dusdanige staat dat wij zeggen: er zijn zeer grote kosten mee gemoeid willen we dat pand in de toekomst nog kunnen behouden en bovendien gaat het dan ook nog om één voorgevel die van de openbare weg af niet zichtbaar is. Dat wat betreft dat pand. Dan heb ik in de commissie ook nog een opmerking gemaakt over twee andere panden, het pand van de heer Lanser en het pand Korte Brinkweg 51. Dat zijn panden waarvan wij vinden dat ze wel op de gemeentelijke monumentenlijst dienen te komen, maar wij willen het college meegeven te kijken in de toekomst of deze panden mogelijk dan wel een andere bestemming zouden kunnen krijgen dan ze op dit moment hebben. De bestemming die ze op dit moment hebben, is een bestemming waar deze twee panden eigenlijk in de toekomst niet mee vooruit kunnen, omdat een agrarische bestemming niet voldoet voor het gebruik van de gebouwen waar wij ze in de toekomst voor willen laten bestaan. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, anders dan de vorige sprekers, meent onze

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 401