19 december 1991
- 18 -
Het voorstel (RV 91-201) wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Voorstel tot het voorfinancieren van de rijkssubsidie ten behoeve van
meerwerk aan de toren van de Oude Kerk aan de Torenstraat
Heer JANSEN (D66) Voorzitter, in de commissie r.o. heb ik ingestemd met
het raadsvoorstel zoals het hier voor ons ligt. Bij het beschikbaar stellen
van het krediet van 500.000,= in de raad van 21 maart dit jaar, is er met
name door de heer Boerkoel op aangedrongen een open-eind-clausule uit het
voorstel te halen. Er is gevraagd het krediet als taakstellend te
beschouwen. Die vraag werd door de meerderheid van de raad ondersteund en
de wethouder zegde het toe. Dat gold inclusief het realiseren van de
toegang tot de toren, de trap dus. De raad wilde het dan ook als het
binnen het budget kon en op verzoek van de laatste commissie r.o. is ter
inzage gelegd hoe, gegeven de tegenvallers, het nu zit met de financiering
van die toegang. Dat stuk klopt niet met het voorliggende raadsstuk.
Daaruit blijkt dat in juni van dit jaar 30.000,= uit het stads- en
dorpsvernieuwingsfonds naar dit project is overgeheveld omdat die toegang
tot de toren anders niet te financieren zou zijn. Dat is de commissie niet
gemeld, er staat niets over in het voorstel van vandaag. Voorzitter, mijn
fractie wil graag weten hoe dat kan en of B&W vinden dat dat kan, gegeven
de afspraak met de raad.
Heer BOERKOEL (PvdA)Voorzitter, ik ben blij dat de heer Jansen mij
zojuist citeerde. Want inderdaad heeft deze raad aangegeven: 500.000,= en
niet meer. Als er meerwerk kwam, zou er minderwerk gezocht worden. We zijn
het dan ook oneens met uw voorstel om zo'n grote overschrijding toe te
staan. Natuurlijk is het best mogelijk dat u onvoorziene omstandigheden
heeft en dat dan ook aangeeft, maar het kan nooit om zo'n groot geldbedrag
gaan. Daarom is het onjuist wat u nu voorstelt. Ik stel dan ook deze raad
voor om het voorstel niet aan te nemen, het college stel ik voor om het
voorstel terug te nemen en met een beter voorstel te komen, waarbij
tegenover het meerwerk minderwerk staat, zodat we niet de gemeenschap
opzadelen met zo'n groot bedrag.
Heer KROL (CDA) Mijnheer de voorzitter, dankzij de bonte knaagkever zitten
wij nu met een lekkend dak. Dat het vijf ton zou kosten, dat hadden we met
z'n allen afgesproken en daar waren we inderdaad mee akkoord. Dat we toen
al als raad en raadscommissie hebben aangegeven: kan het wel voor dat
bedrag? en onze zorg in die richting hebben geuit, dat hebben de vorige
sprekers al heel duidelijk laten weten. Het kon zeker, want zelfs de
toegankelijkheid, de trap naar boven, kon binnen die vijf ton geregeld
worden.' Mooi, interessant, akkoord, mijnheer de voorzitter. Maar al snel
zagen we dat de steigers er langer stonden en dat het allemaal langer
duurde. Er bleek vanwege de bonte knaagkever en de houtrot zelfs meerwerk
aan de hand te zijn. Er bleek ook dat een stuk van 30.000,= een bedrag
dat wij beschouwd hadden als onderdeel van die vijf ton, bovenop die vijf
ton uit het fonds stads- en dorpsvernieuwing gekomen was. Dan zeggen we:
mijnheer de voorzitter, dat gaat ons toch wel een beetje te ver. Zeker
omdat u ons niet kunt garanderen -als het wel zo is, dan hoor ik het
vanavond graag van de desbetreffende wethouder- dat het hierbij zal
blijven. Het zou zelfs mogelijk zijn dat er in de toekomst nog verdere
tegenvallers te verwachten zijn. Mijnheer de voorzitter, natuurlijk wil de
CDA-fractie dat de toren van de Oude Kerk gerenoveerd wordt en natuurlijk
zou de CDA-fractie het plezierig vinden als de trap naar boven -hoe zou het