nr03
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Soest op donderdag 21 maart 1991 te 19.30 uur.
Voorzitter: de heer J. de Widt, burgemeester;
Secretaris: de heer W.P. de Kam.
Tegenwoordig de leden: W.A. Blaauw, mevr. A. Blommers - Biezeno,
C. Boerkoel, A.W. van den Breemer, J.J. Ebbersmevr. G. van Eek -
van Veelen, mevr. B.M. Gerritse - van Eemevr. E. van Gorkum,
F. Kingma, A.F.M. Krijger, R.W. Krol, G.D.F. Leeflang, R.A. van
Logtenstein, J.P.J. Lokker, J.L. MenneG.A.W.G.A. Plomp, mevr. E.
Spijk - Hubertsmevr. J.M. Swinkels, mevr. A.D. Tomassen -Holsheimer,
C. VerheusJ. Visser, H.L. Witte, J.B. van Wuijckhuijse en J.A.
Zwaanenburg
Afwezig met kennisgeving de leden: W.R. Meilof, A.E.C. Pothuizen en
mevr. W.A.A. Stekelenburg - Ruitenburg.
VOORZITTERIk open de raadsvergadering en heet u allen van harte welkom.
Berichten van verhindering heb ik ontvangen van mevrouw Stekelenburg en de
heer Meilof. Ik heb begrepen dat de heer Pothuizen of niet komt of later
komt
1. Spreekrecht.
Er wordt geen gebruik gemaakt van het spreekrecht.
2. Ingekomen stukken.
Er zijn geen ingekomen stukken.
3. Vragenhalfuurtje
VOORZITTER: Mij hebben bereikt twee verzoeken om op grond van artikel 24
reglement van orde van dit vragenhalfuurtje gebruik te mogen maken. Dat is
namens de CDA-fractie door de heer A. van den Breemer en door de heer Witte
namens de fractie Gemeentebelangen Groen Soest. Nu is het zo, als het goed
is heeft u kennis kunnen nemen van de vragen, omdat u kopieën heeft. Niet?
U kent de vragen niet. Mag ik dan het volgende voorstellen? Het reglement
van orde geeft aan dat degene die de vragen heeft ingediend eerst een
toelichting kan geven. Daar zal ik ook de gelegenheid toe geven. Dan wilde
ik voorstellen dat wij de vragen -omdat ze over hetzelfde onderwerp gaan-
combineren. De beide indieners kunnen dat eerst toelichten en dan zullen
wij dat beantwoorden. Er is een vraag die door een ander collegelid
beantwoord moet worden, maar dan geef ik eerst het woord aan de heer Van
den Breemer om eventueel, als hij dat wenst, zijn vragen toe te lichten.
Heer VAN DEN BREEMER (CDA): Voorzitter, zojuist worden de vragen en de
toelichting daarboven uitgedeeld. Wij hebben verder geen behoefte om dit
toe te lichten.