weten bij zo'n commissievergadering, dan heeft u de mogelijkheid om dan te zeggen: sorry, ik weet op dit moment het antwoord niet, maar ik zal u daar schriftelijk over informeren. Dus waarom zou u bang zijn voor vragen? Dat is helemaal niet nodig. U kunt op die manier met die inspraak omgaan. Ik denk dan ook dat het van belang is om dat gewoon een tijdje te proberen en niet de laatste dikke alinea van toepassing te laten zijn op deze nota. Daar staat in: "Over het al dan niet toestaan van dit spreekrecht beslist de commissie." Als u eerst datgene wilt wat hiervoor staat, ondanks het feit dat u er wat aarzelend tegenover staat, dan vind ik niet dat u die laatste regel moet laten staan. Die laatste regel hoort mijns inziens eruit. Als burgers aan de politiek vragen hebben die niet kunnen wachten, die zij zodanig belangrijk vinden dat ze die direct willen stellen, dan moeten ze -ondanks het feit dat het niet op de agenda staat- ze kunnen stellen. Dan kan het niet zo zijn dat wij als commissie tegen die burger zeggen: nou, doe dat maar op een ander moment, dit is niet het geschikte moment, of: we weten het antwoord niet. Nee, die vraag moet gewoon gesteld kunnen worden. Ik denk dat het essentieel is in het contact dat erg belangrijk is, met de burgers. VOORZITTER: Als ik dan mag antwoorden? In de eerste plaats mevrouw Blommersdie op een aantal artikelen nader ingaat. Artikel 2 het laatste deel: "of andere gewichtige en/of dringende redenen tot uitzondering nopen." Om daar voorbeelden van te noemen is natuurlijk wat gevaarlijk zo uit de losse hand. Een voorbeeld kan zijn veiligheidsredenen. Een ander voorbeeld zou kunnen zijn dat het over bepaalde personen of instanties gaat die eerst nog nader door ons geïnformeerd moeten worden omdat zij bij de inspraakprocedure betrokken zijn. Een reden zou kunnen zijn dat we nog even willen wachten op de stukken die mede de inspraak ingaan en waarvan iedereen kan kennisnemen, bijvoorbeeld adviezen die wij eerst moeten inwinnen bij andere instanties, rijksdiensten of de provincie. Die adviezen kunnen heel belangrijk zijn en dan moet je eerst die adviezen allemaal binnen hebben. Vanaf dat moment kan het het overwegen waard zijn om dan pas de inspraak te starten, omdat je dat anders twee keer moet doen naar aanleiding van zaken die nog niet compleet zijn. Als ik het dan artikelsgewijs langsloop, dan heeft bij artikel 5 mevrouw Van Eek een opmerking geplaatst. Ik kan u toezeggen dat het uiteraard in de bedoeling ligt dat, zodra een dergelijke telefoon bij de voorlichting, bij de balie binnenkomt, het in de bedoeling ligt om het zo direct mogelijk door te geven aan de desbetreffende ambtenaar. Maar de reden dat wij hiervoor gekozen hebben is dat het niet altijd zo is dat de desbetreffende ambtenaar aanwezig is. Dan zou de burger tevergeefs bellen, terwijl juist die informatiebalie altijd bezet is. Vanuit de informatiebalie kan dan gezocht worden naar degene van de desbetreffende afdeling die wel in staat is het antwoord te geven. Dan bij artikel 8, waar mevrouw Blommers een opmerking over heeft gemaakt, met name het dikgedrukte gedeelte: "Een verzoek bevat een korte omschrijving van het beleidsvoornemen en een procedurevoorstelIk denk dat we dat niet te expliciet moeten stellen, het zal afhangen van het onderwerp en de vraagstelling. Er zal best eens een keer een burger zijn die vraagt aan het college over een bepaald onderwerp om een inspraak procedure te starten zonder dat de betrokkene daarbij aangeeft hoe de procedure hoeft te zijn. Dan vind ik zelf dat we dat moeten honoreren, althans in overweging moeten nemen. Het kan ook zo zijn dat men wel aangeeft hoe men zich de procedure voorstelt. Dat recht heeft de betrokkene dan. Dan kom ik aan artikel 10. Ik denk dat mevrouw Blommers gelijk heeft dat daar bij het uittypen iets mis is gegaan. Er staan een paar haakjes - 14 - ■tikel 2 ;en? imming .s die dat rit -ng lannemen of le ioest al het ze van denken 1 hele iets is dat len die :e bij le maken in huis ;n hoe len dat Wat dat rel u :unnen verzoek wordt ;eling ;gende iet le dat :iging de 3 lullen i de ïoet, ik m aan ;ou 21 maart 1991 - 15 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 60