21 maart 1991 - 16 - enzovoortsIk verzoek de raad ons te machtigen dat we dat nog even tekstueel correct uittypen. Dan denk ik dat ik de vragen heb beantwoord, met uitzondering van de heer Witte. Hij houdt een pleidooi om de bezoekers van raads- en commissie vergaderingen op de een of andere manier in kennis te stellen via een voorlichtingsboekje of een informatiebulletin van de inspraakregels en de gebruiken, waarin de huisregels bij commissie- en raadsvergaderingen dus kort vermeld staan, zodat zij weten hoe de gang van zaken is in dit huis. We zullen die suggestie van u graag meenemen. Heer BOERKOEL (PvdA): Probeert u eens op mijn vragen te antwoorden? VOORZITTERU hebt gelijk, ik had uw vraag niet beantwoord, want ik was de verordening artikelsgewijs langsgegaan. De rondvraag in de commissie. Wij zijn voornemens -dat blijkt hier ook uit- om dat gewoon te gaan proberen. Waarom zijn we daar wat voorzichtig in? Niet omdat we bang zijn dat er vragen gesteld zullen worden, maar omdat we willen voorkomen dat in de ene vakcommissie vragen gesteld gaan worden die eigenlijk in een andere commissie thuishoren. Als dat een uitzondering is, dan is het geen probleem, maar als dat regelmaat wordt, dan zijn we niet goed bezig. Maar we hebben er geen bezwaar tegen dat -vandaar ook ons voorstel- in de commissies zoveel mogelijk ook de vragen gesteld worden bij de rondvraag. Maar die moeten dan wel betrekking hebben op de onderwerpen die in die commissie en bij die portefeuillehouder thuishoren. Mocht dat onverhoopt toch niet het geval zijn dan hebben we ook met elkaar afgesproken dat verteld zal worden aan de vragensteller dat de voorzitter de vraag zal meenemen en dat -zoals u hier ook ziet- er schriftelijk een antwoord zal komen. De commissieleden en zeker ook de vakcommissie krijgen daar bericht van en dan kan het alsnog aan de orde komen of op de agenda geplaatst worden van de commissie waar het dan wel thuishoort. Bovenaan bladzijde 3 waar u zegt Heer BOERKOEL (PvdA): Mag ik u misschien even interrumperen, mijnheer de voorzitter? Dat betekent dus met het antwoord dat u geeft, dat de laatste alinea van het stukje dat ik net bedoelde op bladzijde 3 kan vervallen. VOORZITTERNee, dat kan het niet. Het is aan de commissie -dat zal de voorzitter dan vragen- of zij de desbetreffende vragensteller aan het woord wil laten, of het onderwerp daar thuishoort. Ik kan mij ook voorstellen, als blijkt dat er daar helemaal niet thuishoort, dat de commissie op voorstel van de voorzitter besluit om tegen de betrokken burger te zeggen: als u na afloop even blijft, dan zal de voorzitter -de wethouder of ikzelf- uw vraag noteren, we zullen uw vraag meenemen en u krijgt zo snel mogelijk antwoord. Dus er zijn meer oplossingen mogelijk en het is uiteindelijk aan de voorzitter en de commissie zelf om de orde in de vergadering te bepalen en te beslissen of men dit toelaat of niet. Bovenaan bladzijde 3 zegt u: het woord "proberen" zou beter weggelaten kunnen worden. Ik denk niet dat we daarover met elkaar moeten gaan discussiëren. Het college vindt dat het er wel moet staan. U denkt daar anders over, daar nemen we dan kennis van. Mevrouw BLOMMERS (WD): Voorzitter, het zal u genoegen doen dat u er ook kennis van mag nemen dat de WD het wel eens is met de PvdA. Wij denken dat het een enorme koudwatervrees is die uit deze tekst spreekt. We vinden het ook jammer dat u het voor een half jaar vaststelt. Gerekend vanaf 22 maart, dat is tot september. In augustus hebben we al een raad minder, want dan is het zomer. Ik vind het niet een echte open manier om dit te gaan proberen. in

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 61