9 juli 1992
- 10
zich zal conformeren aan de beslissing die de raad vanavond zal nemen.
Zonder op alle details van dit raadsvoorstel in te gaan -in tweede instantie
zullen andere leden van mijn fractie dat, indien nodig, nog doen- wil ik mij
beperken tot een aantal hoofdlijnen. Er is al zoveel over gezegd en
geschreven, en een herhaling van standpunten lijkt mij weinig zinvol.
Over de aantallen te bouwen woningen waren we het in januari al met elkaar
eens. Over de diverse locaties ook, zij het, dat deze niet alle in de
provinciale plannen schijnen te passen. Daarom willen wij het college op het
hart binden om bij het overleg met de provincie ter zake van de uitwerking
zeer zorgvuldig te werk te gaan.
De CDA-fractie kan zich in grote lijnen met het collegevoorstel verenigen.
Toch passen er wel een paar kanttekeningen.
Terecht wordt er in uw voorstel gewag van gemaakt om de lijst met woning
zoekenden te "schonen". Nu is dit begrip al meerdere malen ter sprake
gebracht, maar de uitvoering ervan schijnt niet zo eenvoudig te zijn. Hoe
denkt het college deze koe nu bij de horens te vatten?
In de raadsvergadering van 23 januari heb ik namens onze fractie erop
geattendeerd dat het verkeersbeleidsplan een zeer belangrijk onderdeel van de
structuurvisie is. Onder punt V van dit raadsvoorstel worden een aantal
voorstellen gedaan die de grootste knelpunten wat moeten verlichten. Terecht
wordt daar opgemerkt dat het aantal auto's nog steeds blijft groeien. Daar
kunnen we ook in Soest niet omheen. Wel kunnen, ja, moeten we alles in het
werk stellen om het gebruik van de fiets zo aantrekkelijk mogelijk te maken.
Echter, de realiteit gebiedt ook te bedenken dat men in veel gevallen -indien
men een eigen auto heeft- ook bij het lokaal inkopen de voorkeur zal geven
aan de auto. Mocht blijk dat het autogebruik verder toeneemt, dan zal er naar
onze mening niet aan te ontkomen zijn om ingrijpende infrastructurele
wijzigingen door te voeren. Wij denken daarbij aan het omleiden van het
autoverkeer buiten de woonwijken. Twee argumenten wegen voor ons zwaar om
zo'n beslissing te nemen, namelijk de verkeersveiligheid en het milieu. We
hoeven daar nu nog niet over te discussiëren, laat staan te beslissen, maar
we moeten er in de komende periode wel over nadenken.
Vervolgens, mijnheer de voorzitter, nog een paar kanttekeningen bij het
winkelbeleid. Wij hebben daarover in de functionele commissie ons standpunt
duidelijk verwoord, ik zal daarom niet in herhaling vallen. We zien geen heil
in een grote supermarkt in de Van Weedestraat. Dat leidt ongetwijfeld tot
omzetvermindering in de overige levensmiddelenzaken. Als een meerderheid in
deze raad zou besluiten om een AH-supermarkt in dit gebied toe te staan,
zullen wij die beslissing uiteraard respecteren. Maar op dit moment zijn wij
er duidelijk tegen.
Ten aanzien van de financiële paragraaf kunnen wij ons met uw voorstel model
nummer 3 (dat was de mix) verenigen. Het lijkt ons een zeer juiste
consequentie dat we er nu al van uit moeten gaan dat de exploitatie-opzetten
in de toekomst niet sluitend zullen zijn. Maar als we het accent leggen op
sociale woningbouw in de koop- en huursector, zullen we moeten accepteren dat
dit voor de gemeente verliesgevend is.
De financiering van de wijkbus, die als structureel wordt aangemerkt, lijkt
ons wat prematuur. Als er al een wijkbus komt, dan zal na één of twee jaar
wel duidelijk moeten zijn of dit experiment voor handhaving vatbaar is. Wij
vrezen namelijk dat de exploitatiekosten wel eens een veelvoud van de
geschatte twee ton zouden kunnen zijn.
Mijnheer de voorzitter, als wij als raad deze structuurvisie, al dein niet
geamendeerd, vaststellen, dan leggen we hiermee de basis voor het beleid tot
2010. Terecht wees de heer Meilof -hij is er jammer genoeg niet- er in
januari jl. al op dat dit alles Deo Volente is. De uitvoering via de
bestemmingsplannen is de volgende fase. Bovendien zal er dan een nieuwe
gemeenteraad zijn, zodat er nog veel kan veranderen. Maar deze structuurvisie
zal het richtsnoer moeten zijn voor het beleid in de komende jaren. Er is
getracht de vormen van inspraak en de benodigde tijd daarvoor naar behoren te
vervullen. Kritiek zal er altijd blijven, gelijk ook is gebleken. Straks is
er nog voldoende gelegenheid tot inspraak voor de bevolking bij de uitwerking
van de bestemmingsplannen. Laten we bovendien niet vergeten dat wat
ingesproken werd, zeer vaak aan wensen en/of kritiek haaks op elkaar stond.
Tot slot, mijnheer de voorzitter, daar hebt u in uw brief om gevraagd en daar
refereerde u net ook aan, het lijstje dat we in zouden moeten vullen of we
voor of tegen waren. Is het de bedoeling dat ik het hele lijstje voorlees?