9 juli 1992 - 12 - Heer KROL (CDA)Voorzitter, in verband met de goede orde. Als de CDA-fractie op een aantal punten meent, na de discussie, dat het niet zinvol is om voor het voorstel te stemmen, dan kunnen wij dat na de discussie op dat moment aangeven. Voor een aantal punten die een uitgebreidere wijziging bevatten, lijkt het me verstandig om een uitgebreid amendement in te dienen. Maar lijkt het me gezien de tijd niet veel verstandiger om bij een aantal punten waar we zeggen: dat moet gewoon anders, gewoon daar tegen te stemmen als fractie? Dan hoeven we niet nog eens een heel verhaal op papier te gaan zetten. VOORZITTER: Dat heb ik ook gezegd. We gaan de beslispunten straks punt voor punt langslopen. Ik vraag dan aan u of u voor of tegen bent. Dat hoeft u allemaal niet op papier te zetten, dat merken we straks wel. Maar wat anders is dus of u een amendement indient. Heer JANSEN (D66)Voorzitter, ik wil beginnen met eerst wat algemene opmerkingen te maken. Het eerste punt waar ik het over wil hebben, lijkt op de brief die we vanavond van het CDA hebben gezien. Maar ik had dit al opgeschreven voordat ik die brief gelezen had, bovendien is de toon iets anders Graag wil D66 het college complimenteren met het feit dat wij vanavond in staat gesteld zijn te beslissen over dat complexe pakket van facet- en sectorplannen dat nu als één geïntegreerd raadsstuk voor ons ligt. Dat compliment gaat ook uit naar de inzet van de ambtenaren en het werk dat door externe adviseurs is verricht. Immers, raadbreed werd bij de start, fase 1, het plan van aanpak, erkend dat het startsein het startsein voor een krachttoer was. Ook zijn wij er blij mee dat zoveel mensen de informatie- en inspraakavonden hebben bezocht en ons schriftelijk en mondeling hebben laten weten wat zij ervan vinden en willen. Zij kunnen ervan verzekerd zijn dat de plannen er zonder hun inbreng op veel punten anders, minder op hun wensen aangepast, en voor velen dus minder goed, zouden hebben uitgezien. Wij vragen hun dan ook bij de verdere uitwerking te blijven meedenken. Ten tweede vindt D66 het jammer dat ten aanzien van het winkelbeleid geen eenstemmigheid binnen het college mogelijk bleek, hetgeen er naar onze opvatting toe heeft geleid dat op dat punt een amendement noodzakelijk is. Ik kom daar straks op terug. Aangezien de structuurvisie geen juridische status heeft, het een plan op hoofdlijnen is en de raad op 23 januari dit jaar vastgesteld heeft binnen welk raamwerk die hoofdlijnen uitgewerkt moeten worden, wil D66 uitdrukkelijk door het college bevestigd kunnen vaststellen dat ook de nadere uitwerking van de besluiten van vanavond valt binnen de in dat raamwerk vastgelegde randvoorwaarden, zowel met betrekking tot de ruimtelijke afronding, als met betrekking tot het afzien van groei van het aantal inwoners boven het niveau van I januari 1991. Ik zal straks nog even toelichten waarom ik die vraag zo expliciet stel. D66 constateert dat als je het voorgaande punt serieus neemt, het voornemen om in periodiek afnemende aantallen de woningvoorraad tot het jaar 2 010 met maximaal 1500 woningen te vergroten, betekent dat het heel wel mogelijk is dat er voor het consolideren van het aantal inwoners minder dan 1500 woningen nodig zullen zijn. Bovendien is het zeer waarschijnlijk dat straks het aantal woningen dat via inbreidingen op de zogenoemde revitaliseringslocaties gebouwd kan worden, ver boven de in het raadsstuk gestelde 75 blijkt te liggen. D66 wil daarom dat de raad uitspreekt welke gebieden pas op het laatst voor bebouwing in aanmerking mogen komen, met een reële kans dat die gebieden dan niet bebouwd zullen worden. D66 stelt voor daarvoor aan te wijzen het gebied Hees en als één na laatste gebied een strook bij de Jachthuislaan. Ook op dit punt dienen wij een amendement in, dat we samen hebben gedaan met het CDA, waarbij ik begrijp dat het CDA in elk geval het gedeelte over de Jachthuislaan niet onderschrijft. Voorzitter, daarmee kom ik aan de beslispunten, de bespreking daarvan. Over Griftland, Jachthuislaan, Hees en de termijnen, heb ik al gezegd, komt een amendement. Wat betreft Braamhage zullen wij niet instemmen met een ontsluiting op de Stadhouderslaan. Van een bedrijfsterrein aan de Richelleweg voor uit de kom van Soest te verplaatsen transportbedrijven is D66 een groot voorstanderHet zou transportverkeer in Soest doen verminderen en er komt bedrijfsterrein vrij voor uitbreiding van Soester ondernemingen, zonder dat daar een beroep op nieuwe locaties wordt gedaan. Ook voor het overige gaan

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 171