17 september 1992
- 12
erop te wijzen dat inmiddels de situatie is gewijzigd en dat er van
medewerking in de zin van woningbouw geen sprake kan zijn en dat u daarna
gewoon alle andere redelijke stappen neemt om te komen tot sanering van de
papierhandel aldaar, want daar is op dit moment volgens ons de tijd rijp
voor.
Wat betreft het amendement van CDA, WD en PvdA, daaraan hebben wij absoluut
geen enkele behoefte. De suggestie van de heer Meilof, daarin gevolgd door de
heer Jansen, dat eventueel daar wel gebouwd zou kunnen worden, is ook iets
wat wij voorshands niet voorstaan. Als dat al eventueel zou gebeuren, dan is
dat pas in een heel laat stadium en als er daar allerlei duidelijkheid is dat
dat op een fatsoenlijke manier kan gebeuren. Vooralsnog zijn wij niet erg
onder de indruk van het idee om, waar wordt gezegd dat het waardevolle
gebieden zijn die zo waardevol zijn om benoemd te worden tot beschermd
dorpsgezicht, daar stukken uit te peuteren waar nog wel een aantal woningen
op kunnen. Ik denk dat dat idee nu juist afbreuk doet aan het idee dat we
waardevolle gebieden in Soest hebben. Die hebben we er voldoende.
Conclusie, voorzitter: wij zijn erg blij met dit raadsvoorstel, met de
aantekeningen die ik net heb meegedeeld.
VOORZITTER: Andere leden van de raad? Niemand, dan schors ik de vergadering
voor college-overleg.
VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Ik geef het woord aan wethouder
Visser.
Wethouder VISSER: Dank u wel, voorzitter. Om met de heer Witte te beginnen:
we hebben over het Kerkpad in de commissie uitvoerig gesproken, waarom de ene
kant wel en de andere kant niet. De heer Douma heeft toen als voorzitter van
de monumentencommissie ook duidelijk uitgelegd waarom hij dat zo zag en
waarom, als je de andere kant niet in het beschermde dorpsgezicht opneemt, er
toch wel een bescherming op rust, in zoverre men in de welstandscommissie dan
gaat kijken wat er kan en wat niet kan. Toen kreeg ik, na dat verhaal van hem
in de commissie, toch wel het idee dat de heer Witte het met hem eens was.
Dus ik verbaas me een beetje dat hij daar nu weer van terugkomt. Maar ik
blijf toch volhouden dat zoals de monumentencommissie dat toen heeft
uitgelegd en nu ook in de tekeningen heeft vastgelegd, dat het toch het goede
gebiedje is dat we als beschermd dorpsgezicht moeten aanmerken.
De papierhandel valt inderdaad in het beschermde dorpsgezicht als het gaat om
de Stompert, het gebied van de grafheuvels. U zegt dat u erop tegen bent als
daar de papierhandel verdwijnt en er vier -u zei vijf, maar het worden er
vier- woningen gebouwd worden. Eventueel hoor, want het zijn toezeggingen van
het vorige college, die destijds ook schriftelijk aan de papierhandel zijn
gedaan. Wij hebben dat voorstel, dat advies nog steeds gehandhaafd, want we
hebben daar liever vier huisjes, naast het huisje dat er trouwens al staat,
dan weer een nieuwe, misschien wel milieuvervuilende handel of fabriek. Dus,
wat dat betreft wachten wij gewoon de voorstellen van die papierhandel af en
dan komen we uiteraard daarmee terug bij u.
Als iedereen zegt -en dat heb ik toch wel gevoeld, ook in de commissie- dat
de monumentencommissie zoveel werk aan dit voorstel heeft gehad, dan is dat
natuurlijk juist.
Dan kom ik bij het amendement. Ik vind toch dat je op deze manier niet met de
monumentencommissie om kunt gaan, door nu te zeggen, zo plompverloren: ja,
monumentencommissie, jullie kunnen me wat, maar dat gebiedje aan de Oude
Tempellaan daar hebben we toch andere ideeën voor. Ik vind ook dat wat er in
het amendement staat over het proefproceswat eigenlijk helemaal niets
met het dorpsgezicht te maken heeft, het is geen amendement meer, het is
compleet een motie natuurlijk, als u ons uitdaagt om een proefproces aan te
gaan. De heer Verheus zegt het terecht, we hebben het daar al eens eerder
over gehad. Natuurlijk is het heel leuk om dat eens uit te proberen, maar dan
vind ik dat je niet staande dit amendement zomaar moet zeggen: dan doen we
dat met dat gebied, dat zo kostbaar is, anders zou het niet als dorpsgezicht
in Soesterberg zijn aangemerkt. Ik vind dat je dan eerst moet gaan kijken
welk gebiedje in Soesterberg daar het beste voor in aanmerking komt. Dus, ik
wil deze uitdaging best aangaan, maar dan wil ik eerst advies hebben en met u
doorpraten in de commissie over welk gebiedje we dan dit proefproces zullen
beginnen. Dus stelt het college het volgende voor, gezien toch het precaire