- 14 -
17 september 1992
- 15 -
ior
we
dan
'at we in
d in de
de
in
.jk
Maar ik
rtuiging
smen in
.ngen
maanden
het is
Verheus dat nog eens direct aan hemzelf vragen. Ik wou even terugkomen op wat
ik gezegd heb ten aanzien van het amendement. Het moet dus duidelijk zijn wat
we nu afspreken. Ik zeg u toe dat we binnen twee maanden zullen doen wat in
het begin van het amendement staat, namelijk: onderzoeken of er mogelijkheden
zijn om met behoud van de kenmerken die aan dat dorpsgezicht kleven,
woningbouw te realiseren. Dat is wat u vraagt in het amendement. Daarnaast
vraagt u om een proefproces. Daarvan heb ik gezegd: laten we nou eerst kijken
of er een ander gebiedje is in Soesterberg dat daar beter geschikt voor is
dan dit. Daar moeten we advies over inwinnen van de ambtenaren, om te kijken
wat daar het beste voor in aanmerking komt. Nu verwacht iedereen van die KE-
lijnen boven de Oude Tempellaan, maar ik denk dat we daar binnen twee maanden
ook niet uit zullen komen. Dus ik wou het wel zo nog een keer duidelijk
stellen, zoals ik in eerste instantie na de schorsing heb uiteengezet. Dat
komt goed over?
VOORZITTER: Mag ik aannemen dat de raad kan instemmen met dit voorstel? Dan
houden wij aan onder I, het onderdeel 8.
voor
stie die
zouden
wel
is
vraag me
;n, dat
eer te
twee
de
Lngen
ik proef
en-twee-
eens
at het
oen. Ik
t met
erberg
ns dat je
zoals ik
iggen,
an
aan wie
m het
kt als we
jkheid
et niet
- om toch
de
over hoe
mtWe
l zijn als
irstel dat
:t te
ter.
en.
de heer
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, ik denk, na wat de heer Visser nu in
tweede instantie zegt, dat hij het voorstel uit elkaar haalt. Ik denk dat hij
het werkelijk uit elkaar gooit. We hebben bewust gezegd: het proefproces
moet gaan over dit stuk. Hij duidt mogelijk op andere stukken. Ik denk dat
dat niet goed is, want als het op dit stuk het niet haalt, dan kunnen we dit
stuk -daarom is het zo verwoord- alsnog tot beschermd stads-en dorpsgezicht
bepalen. Dus ik wil niet dat het voorstel in die zin uit elkaar gehaald
wordt. Ik denk dat we daar in ieder geval helderheid over moeten hebben. Het
gaat om het totaal en niet om een stukje van het verhaal.
VOORZITTER: Ik denk dat de wethouder bedoelt te zeggen dat we nog even voor u
nakijken ook of het naast dit stukje wellicht verstandig is om het
proefproces ook over een ander gebied te voeren. Maar hij legt die keuze aan
u voor in de commissie en dan komt het hier terug in de raad.
Het voorstel (RV 92-104) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met
uitzondering van onderdeel 8 van het besluit onder I, dat wordt aangehouden.
9. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het landelijk
gebied en de percelen Talmalaan 44, Oranjelaan 6 en Rademakerstraat 18-20.
Het voorstel (92-97) wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen
10. Voorstel tot afwijzing van een verzoek betreffende het nemen van een
voorbereidingsbesluit voor het perceel Wieksloterweg OZ 73
Heer PLOMP (WD)Mijnheer de voorzitter, om kort te zijn en geen argumenten
te herhalen die we al in de commissie hebben gezegd: we zullen tegen uw
voorstel stemmen. Wij zijn van mening dat wel een voorbereidingsbesluit
genomen kan worden ten einde de artikel 19 procedure in werking te krijgen.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik ben voor dit voorstel, ik heb dat
ook in de commissie al gezegd. Ik wil het toch even benoemen waarom. Ik heb
daar expliciet genoemd het feit dat we het besluit hebben genomen om het open
gebied open te houden. Als je daar voor het pand staat, is het een ridicule
opmerking, want het is zo gesloten als ik weet niet wat, er is niets opens
aan. Dus, met andere woorden, die benoeming is onterecht. Maar ik blijf toch
bij dit besluit vanuit de gedachte dat er een heel breed front bebouwd is,
dat er een periode kan komen van een volgende eigenaar die wel bebossing,
begroeiing weghaalt en dat de achtergrond op dat moment ook wel weer eens een
mooie achtergrond kan zijn en een schone achtergrond, waardoor we de karakte
ristiek van dat terrein weer terugvinden. Ik wil er alleen even expliciet bij
noemen dat ik niet tegen de bebouwing ben zoals de desbetreffende aanvrager
het op dat punt wenst, ik ben ertegen omdat er al zo'n brede bebouwing is.
Als hij aan de linkerkant van zijn bouwwerk een stuk open zou kunnen maken en
daarmee het rechtse gedeelte wel bebouwen als ruilobject, zou ik daar geen
tegenstander van zijn. Maar juist vanwege het geweldig brede, gesloten front
xn mij
eer Witte