12 oktober 1992
- 5 -
manier zijn om grote groepen mensen te helpen. We blijven het u vragen en we
zullen het u regelmatig vragen om daar inventief over na te denken en
mogelijkheden daartoe uit te werken. Wat we dan niet bedoelen, mijnheer de
voorzitter, is het verlagen van de OGB. Want wat gebeurt daarmee?
Voornamelijk de grote, dure huizen met veel grond hebben daar voordeel van,
dus het verdwijnt in de zakken van diegenen die het niet zo heel hard nodig
hebben. De Partij van de Arbeid heeft bij brief van 17 augustus andere
tarieven en belastingpercentages aan het college voorgesteld. In die brief
ging het om twee dingen: a. was ik een tweetal weken niet aanwezig vanwege
een vakantie en b. hebben wij verzocht als het hoofdstuk op de agenda van
financiën zou staan van augustus, onze mening mee te nemen: "Naar onze
mening, voor zover wij kunnen overzien, gaat het de gemeente Soest financieel
goed. Wij zouden er dan ook moeite mee hebben als de belasting en eventuele
heffingen onnodig zouden stijgen. Wij denken dat de voorgestelde belasting
verhoging van drie procent in verband met de inflatiecorrectie niet of
nauwelijks nodig is om de begroting dit jaar sluitend te krijgen." Wat ons
betreft vormde de afvalstoffenheffing een uitzondering, want hier gaat het
erom dat de vervuiler betaalt en alle partijen hebben daarvoor een kosten
dekkendheid van 95% afgesproken. Meer een gedifferentieerd tarief wilden we
en we wilden lagere belastingen. In de onderhandelingen met de coalitie
partners zijn we overeengekomen de onderhandelingen niet met drie, maar met
twee procent te verhogen. Op dat moment hebben we daarin berust. Ons voorstel
hebben we vervolgens gedaan in de commissie financiën en het is dan ook met
stijgende verbazing dat we de algemene beschouwingen van het CDA hebben
gelezen. We zouden de ommezwaai die het CDA gemaakt heeft uitgelegd willen
zien. En van het college zouden wij willen horen of u nog steeds de mening
bent toegedaan dat de belastingen per se met twee procent verhoogd moeten
worden. We willen graag in eerste termijn het antwoord van de wethouder
financiën op die redenering horen en we willen het ook van het CDA horen,
zodat we ons kunnen beraden over eventuele moties of amendementen op het punt
van belastingen en tarieven.
Heer JANSEN (D6G)Voorzitter, ik wil beginnen met twee opmerkingen. Ten
eerste wil ik graag bedanken voor de inzet van het ambtelijk apparaat en hun
ondersteuning bij ons werk. Ten tweede moet ik melden dat ook dit jaar weer
een of twee regels uit de algemene beschouwingen zijn weggevallen en wel over
het onderwerp onderwijs, dat wel genoemd is, zodat daar nu onzin staat. Graag
een correctie in de volgende Op 't Hoogt en een correcte vermelding in de
notulen.
Voorzitter, in onze algemene beschouwingen zitten in de tekst verborgen nog
drie vragen aan B&W, door ons genummerd 8, 9 en 13, die ik graag uitdrukke-
lijk gesteld wil hebben. Verder wil ik mij beperken tot één punt. Hoe maak je
dat een overschot aan burgers ten goede komt? Dat is vanavond kennelijk aan
de orde. De drie vragen zijn:
Vraag 8 heeft betrekking op ons voorstel mensen met een laag inkomen in staat
te stellen deel te nemen aan het sociaal cultureel leven, lid te zijn van een
voetbalclub of een theater te bezoeken en voor sommigen het belangrijkste:
kinderen te kunnen laten zwemmen. Over dit punt dienen wij samen met de
Partij van de Arbeid een motie in om daarvoor 300.000,= uit te trekken.
Vraag 9 wil het rioolfonds opnieuw opzetten, gegeven het feit dat er meer in
het fonds zit dan vermeld in uw brief van 23 september. Ook daarover een
motie
Vraag 13 kondigt een motie aan over het negeren van de afspraken over de
manier waarop we incidentele middelen, meestal afkomstig van overschotten,
zouden behandelen.
Dan nu het kernpunt: hoe laat je burgers profiteren van een overschot van
ruim 1,6 miljoen? Er zijn in principe drie methoden en mengvormen daarvan
denkbaar. De eerste methode is het geld verdelen, dan krijgt elke Soester één
keer 40,=. Als je dat met die 1,6 miljoen doet, dan kan er geen enkele
voorziening die erkend nodig is, maar uit geldgebrek geweigerd moest worden -
maar dan ook geen enkele- gerealiseerd worden. Volgens de wensen van de
verschillende partijen wil niemand dat. De tweede methode is de belastingen
verlagen. Als je die volgend jaar of over een paar jaar niet weer wilt
verhogen, betekent dat dat elk jaar ieder huishouden gemiddeld 12,50 minder
belasting betaalt, dat is 1,= per maand en voor mensen met een laag inkomen
waarschijnlijk -door hetzelfde effect dat de heer Boerkoel noemde- nog geen