14 oktober 19 92 stelt tevens vast dat: niet alle burgers, verenigingen, stichtingen, platforms, bonden, groeperingen, besturen, werkgroepen, enz. enz. deze werkwijze kennen en daardoor met de Zwarte Piet blijven zitten, draagt het college op: om te voorkomen dat er sprake is van enige ongelijkheid een brede publiciteitscampagne te starten om uitleg en voorlichting te geven over het begrip lobbyen, zodat iedereen die nog een sinterklaaslijstje heeft, dit alsnog kan indienen, te vermelden dat er 400.000,= is gereserveerd voor dit goede doel van het eenmalig overschot 1991, verzoekt het college een extra raadsvergadering uit te schrijven, zodat wij allen op 5 december voor Sinterklaas kunnen spelen en tevens om te voorkomen dat iemand van ons de Zwarte Piet krijgt, en gaat over tot de orde van de dag. Partij van de Arbeid, C. Boerkoel en W. Stekelenburg. Mijnheer de voorzitter, dat zou ons ordevoorstel zijn. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, ik ben blij voor de heer Boerkoel dat Sinterklaas een rode mijter draagt. VOORZITTERTen aanzien van ordevoorstellen geldt dat er in één termijn het woord over gevoerd wordt. Alvorens ik de fractievoorzitters daarover raadpleeg, lijkt het mij goed dat ik alvast mijn eigen standpunt, maar ik neem aan dat dat door het college gedeeld wordt, meedeel. Ik heb even in mijn agenda gekeken, 5 december valt op zaterdag. Als ik zie wat er te verdelen is, 400.000,=, dan ben ik bang dat ik de vergadering 's avonds om elf uur moet sluiten en dan zegt het reglement van orde dat wij de volgende dag om vijf uur verder moeten gaan. Dat is op zondag. Aangezien ik weet dat een aantal van u daar principiële problemen mee zou hebben, om op zondag een raadsvergadering te houden, geef ik de raad in overweging -hoe vriendelijk ook bedoeld en in dank het geld dat we nu al hebben gekregen aanvaard- om afwijzend te beslissen op dit ordevoorstel. Wil de fractievoorzitter van het CDA het ordevoorstel overnemen of deelt hij mijn visie? Heer VERHEUS (CDA)Ik deel uw visie, mijnheer de voorzitter. Mevrouw BLOMMERS (WD)Ik zou het woord aan de heer Plomp willen geven, voorzitter, want wij hebben hier zelf ook als een keer over nagedacht. Heer PLOMP (WD)Dank u zeer, mijnheer de voorzitter, als u mij tenminste het woord geeft. In aansluiting op de motie die net is ingediend en die mogelijk ook was voorzien door de WD, althans qua inhoud, zou ik namens de fractie het volgende aan u mee willen geven. De WD-fractie is van mening dat goed beleid gebaseerd dient te zijn op afgewogen voorbereidingen. Voorberei dingen die tijdig overleg met betrokkenen, zoals externe organisaties, eigen apparaat, raadscommissies en collegeleden onderling, vereisen. Het grote aantal moties, waarvan we er nu al een extra hebben gekregen, tot nu toe 30, waarvan tweederde ondertekend door collegepartijen, wijst naar de mening van de WD op onvoldoende vooroverleg, onvoldoende afstemming vooraf en onvoldoende voorbereiding. Daardoor wordt correctie noodzakelijk van het eigen college. We hebben het net gezien. Besluitvorming die door moties wordt afgedwongen, mijnheer de voorzitter, houdt tevens het gevaar in dat a) vooruitgelopen moet worden op zorgvuldige en integrale afweging van zaken of op ontwikkelingen die in het beleid zijn voorzien, b) de financiële consequenties niet duidelijk op een rijtje staan, cwij hier ad hoe beslissingen nemen en d) wij mogelijkerwijs op sinterklaasavond zouden moeten vergaderen. Mijnheer de voorzitter, de WD zal de te behandelen moties straks toetsen aan deze gezichtspunten. Daarbij zullen wij ons houden aan afspraken die reeds gemaakt zijn met andere fracties en wij zullen de moties steunen daar waar grote groepen de dupe zouden kunnen worden van slecht vooroverleg met het college. Wij maken daarover straks een politieke afweging. Moties waarvan de gedachten en ideeën beter in commissies of op andere plaatsen kunnen worden besproken, zullen wij naar die plekken verwijzen. Tenslotte, mijnheer de voorzitter, fractieleden zullen straks zonodig een stemverklaring

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 295