14 oktober 19 9 2 19 voorstellen dat ik bij alle moties even correspondeer met de fractie voorzitters, tenzij een individueel raadslid vindt dat hij of zij een afwijkend stemgedrag bekend moet maken? Verder zou ik u willen vragen geen nieuwe discussierondes meer te houden. Bij iedere motie is ieder raadslid uiteraard vrij om heel in het kort desgewenst -of via de fractievoorzitter, of individueel- een stemverklaring af te leggen. Dan denk ik dat we er gezamenlijk best uit zullen komen. Ik begin nu met het ordevoorstel van de heer Heilof. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik heb het al gemotiveerd. Me dunkt dat het nodig is om te weten wat besteedbaar is. Het maakt niet uit of we eerst motie 10 van D66 en dan motie 26 van mij doen, dan is die niet meer nodig, of omgekeerd, als we eerst die van mij doen, dan is die van D66 niet meer nodig. Ze heffen elkaar voor een deel op. Dus die twee zullen eerst moeten. Dan denk ik dat de OGB-moties nodig zijn en daarbij de meest verstrekkende van het CDA eerst en dan die van de WD als die niet overgenomen is. Die van mij mag vervallen wat mij betreft, dat is geloof ik nummer 23. Dan weten we wat de financiële ruimte is en dan kunnen we verder. VOORZITTER: Goed. Dan stel ik aan de raad voor om eerst motie nummer 10 te doen en dan nummer 26. Kunnen de fracties daarmee instemmen? Dan hebben we dat ordevoorstel gehad. Ik begin dus met 10, de volgende is 26, dan krijg ik de moties 1, 2 en 3 en dan kom ik bij het volgende probleem, de moties 4, 2 8 en 31. Daarover geef ik mevrouw Blommers het woord. Mevrouw BLOMMERS (VVD)Voorzitter, overleg tijdens de schorsing heeft ertoe geleid dat de moties van het CDA en van de WD, de nummers 4 en 31, samengevoegd zullen worden en dat ik daar het woord over zal voeren. VOORZITTERDan stel ik voor als we zover zijn we bij de stemverklaringen ook motie 28 van de Partij van de Arbeid te betrekken, maar de feitelijke stemming kan dan gewoon in de rangorde waar 2 8 staat plaatsvinden. Voor het overige dacht ik geen wijzigingen in de volgorde van behandeling? Dan gaan we nu starten met motie nummer 10. ziet dat we kolommen hebben, net als bij de stemming over de structuur visie. Ik moet eerst vragen of iemand een stemverklaring wil afleggen. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Ja, voorzitter. Ik ben het geheel met het principe van het willen bespreken van deze materie eens. Dus ik sta hierachter, alleen waar besluit staat, daar staat dat we de financiële middelen toch gaan gebruiken en dat is natuurlijk een essentieel deel en daar ben ik het logischerwijze niet mee eens. Ik zal dus tegen stemmen, hoewel ik het met de essentie van de overwegingen eens ben. Heer BOERKOEL (PvdA)Ik wil graag opmerken, mijnheer de voorzitter, dat als je motie 10 steunt -en ik zou daar een voorstander van zijn- dat je het hebt over incidentele uitgaven bij incidenteel beschikbare middelen. Dat kunnen derhalve geen structurele uitgaven zijn. Heer JANSEN (D66)Voorzitter, de hoofdoverweging waarom ik deze motie heb ingediend, is om het democratisch besturen gestalte te geven en ons te houden aan wat we eerder hebben afgesproken. Als we daarvan willen afwijken, moeten we daar ook een besluit ovér nemen. VOORZITTER: Mag ik dan constateren -ook het college stemt voor- dat er een meerderheid voor aanvaarding van deze motie is, mede ook gegeven het antwoord dat wij zonet gegeven hebben? Dan is deze motie aanvaard. Ik ga naar motie nummer 26 Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Die hoeft u nu niet meer in stemming te brengen, wat mij betreft. VOORZITTER: Akkoord, dan is die teruggenomen. Dan ga ik met u beginnen bij motie nummer 1. Daar heeft het college van gezegd dat wij die hebben overgenomen. Kan de raad daarmee instemmen?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 312