19 november 1992 wat dat betreft wil ik toch het idee van mevrouw Tomassen steunen. In de commissie financiën, als we gaan praten over de resultaten van de financiële enquête, willen we deze zaak nog een keer aan de orde hebben. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, wat mevrouw Blommers zegt verwondert mij nu een beetje. Stel nou dat er in twee maanden drie buitengewone ontwikkelingen zijn binnen de gemeente en er een geweldig stukje financiële ontwikkeling is met financiële ruimte. Dan zou ik het erg jammer vinden als we niet geïnformeerd werden. Als we zeven maanden hebben waarin eigenlijk alles glad verloopt en er heel weinig bijzonders gebeurt, dan zou ik het vervelend vinden als we daar iedere keer over geïnformeerd zouden worden. Dus ik hoop dat we vooral op relevante momenten geïnformeerd worden, als er relevante informatie aanwezig is en niet om welke andere reden dan ook. Wethouder MENNEVoorzitter, even suggereerde mevrouw Blommers, maar ze zal het niet zo bedoeld hebben, dat u zeven maanden geen informatie krijgt over de zo actueel mogelijke financiële stand van zaken. Als u op bladzijde 1 van dit voorstel al kijkt, dan ziet u daar toch een rijtje momenten waarop er gegevens verstrekt worden. Haar het is juist als er opgemerkt wordt dat er een groot verschil is tussen het eerste tussentijds bericht en het tweede. Dat is in dit geval zo, maar dat is gewoon ook wat toevallig, natuurlijk. Mevrouw Blommers zegt: zeven maanden geen informatie. Maar dat is natuurlijk niet het geval geweest vanaf heden gerekend. Die enquête, mogelijk dat daar wensen uit voortkomen, waardoor wij nog beter en actueler, indien mogelijk, kunnen opereren. Dan zullen wij dat zeker ook doen. In zijn algemeenheid wil ik wel zeggen, voorzitter, dat met deze toch redelijk moderne aanpak het college de doelstelling heeft om juist zo actueel mogelijk de raad steeds op de hoogte te houden van de financiële situatie. Het voorstel (RV 92-147) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel beslissing over punt 3 van het raadsvoorstel betreffende stads- en dorpsvernieuwing (betreft het aspect toekenning verhuispremie ten behoeve van ouderen, waarover in de raadsvergadering van 14 oktober 1992 de stemmen staakten) Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, ik heb nog eens naar dat agendapunt gekeken en toen kwamen direct de woorden in mij boven datgene wat de heer Brinkman en wat de heer Lubbers de afgelopen dagen in de Eerste Kamer vertelden ten aanzien van subsidies. En toen dacht ik nogmaals van wat het college voorstelde, om alleen maar subsidie te verstrekken aan inkomens tot 2.500,=, dat het toch wel een ontzettend goed voorstel is. Ik zou dan ook aan het CDA willen vragen waarom zij tegen de lijn van de landelijke CDA in, toch wil dat er meer subsidie gegeven gaat worden. Dat heb ik niet begrepen. Heer KROL (CDA) Voorzitter, we hebben er al eerder over gesproken, dus ik heb gedacht dat we vanavond niet opnieuw dezelfde argumenten zouden uitwisselen, maar de heer Boerkoel wil graag nog eens horen hoe het zat en daar willen we best op reageren als CDA-fractie. Voorzitter, eerst even over de landelijke lijn. Als de heer Brinkman een uitspraak doet over het toekennen van subsidies, dan vind ik dat we hier nog een eigen afweging te maken hebben, want het gaat over subsidies uit het fonds stads- en dorpsvernieuwing en gelukkig mogen wij die afweging hier, in Soest maken. Een tweede is dat wij niet voorstellen -en dat is niet de reden waarom wij vorige keer tegen het voorstel van het college hebben gestemd en ook vanavond tegen het voorstel van het college zullen stemmen- dat er meer geld uitgegeven moet worden. Wij stellen ook niet voor om de limiet te verhogen. Wij zeggen alleen: college wij gaan er niet mee akkoord dat u met die subsidie een stukje inkomenspolitiek bedrijft. Wij gaan niet akkoord met het voorstel van het college als het erom gaat om te zeggen: wij kennen deze verhuispremie alleen maar toe aan mensen die dit of dat inkomen verdienen. Dat is de reden waarom wij erop tegen zijn. Dat betekent niet dat wij Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, zou ik even mogen interrum peren? De heer Krol realiseert zich toch wel waarom subsidies in het leven

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 367