19 november 199 2 15 - dat het redelijk zou zijn. De ijsbaanvereniging zelf vindt het contract ook redelijk, want ze hebben het getekend. Ze hebben daar met alle fracties overleg over gehad en gezegd: nou, wij kunnen ons daarin vinden. Heer BOERKOEL (PvdA)Ho, nu gaat u onduidelijkheden scheppen. Mijnheer de voorzitter, zou ik even mogen interrumperen? Er is namelijk overleg geweest met alle fracties door de ijsvereniging, nadat ze min of meer gedwongen waren het contract te ondertekenen. Niet vooraf. In de commissie financiën is duidelijk door de ijsvereniging gezegd dat ze er zeer ongelukkig mee waren. Dus ga nu niet onwaarheden zeggen, gewoon, correct blijven praten zoals het is Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA)Voorzitter, het laatste wat de heer Boerkoel zei, dat men dat onder druk gedaan zou hebben, was mij niet bekend. Dus u moet van mij aannemen dat ik spreek vanuit de gegevens die mij bekend zijn. Heer WITTE (GGS)Dus topraadsleden weten ook niet alles! Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA)Dat zou ik best durven beweren. Ja, dat wil ik wel bevestigen, mijnheer Witte. Maar het gaat even om de zaak, laten we teruggaan naar de zaak. Wij hebben beluisterd dat het merendeel van de raad een amendement indient dat in wezen tot een lagere huur leidt. Dat is een gegeven en wij hebben natuurlijk alleen maar sympathie voor de ijsbaan en zullen ons zeker niet verzetten tegen het aannemen van het amendement. Heer VAN DEN DEIJSSEL (GGS)Voorzitter, een aantal vragen zijn reeds door de anderen gesteld. In de commissie financiën is langdurig over dit onderwerp gepraat. De wethouder vergat in mijn ogen -en begaf zich daardoor op glad ijs- een aantal essentiële vragen te beantwoorden. De vraag waarom de agrariërs slechts 106,= betaalden werd met "vastgesteld door de pachtkamer" onjuist beantwoord, waardoor raadsleden op een verkeerd spoor werden gezet. Immers, de raad gaat akkoord met een voorstel tot vaststelling van prijzen en te verpachten gronden. Dit voorstel wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de grondkamer van de provincie. Op de suggestie om het land elk jaar bij inschrijving uit te geven, wat tot een hogere opbrengst kan leiden, heb ik helaas nog geen antwoord mogen ontvangen. Ook in de reactie van de afdeling naar aanleiding van de opmerkingen van mevrouw Fokker staan storende fouten. Immers, het opstalrecht werd in 1967 voor 20 jaar en niet voor 25 jaar verleend. Op 27 april 1987 vraagt de ijsvereniging verlenging van opstal. Wat schetst mijn verbazing? Op 8 augustus 1988 -16 maanden na de brief van de ijsvereniging- komt er een vreemd antwoord. Vrij vertaald kwam Soest op een scheve schaats met het volgende door de bocht: sorry, ijsvereniging, lekker puh, de termijn voor het opstalrecht is nu verstreken en niet verlengd, waardoor artikel 9 in werking treedt, het opstalrecht beëindigd is en de gebouwen van ons zijn. Dit is mijns inziens de reinste kolder, omdat de ijsvereniging vroegtijdig om verlenging van het opstalrecht heeft gevraagd. Wil Soest soms elke week zendtijd claimen in het programma "Ook dat nog!"? Ook hier klopte juridisch de bewuste brief van de gemeente niet. Daarom verzoek ik de wethouder in deze vergadering op de volgende vragen een duidelijk antwoord te geven: van wie zijn nu de gebouwen en wat wilde u er toen mee gaan doen? In de reactie op de commissie-adviezen stelt u dat de agrariër 3,475 ha a 329,= x 8/12 zijnde 762,= gaat betalen. Derhalve -als ik de zienswijze van het college volg- moet de ijsvereniging dan hetzelfde gaan betalen, zijnde 4/12 deel is 381,= en niet, zoals het college wil vasthouden, 600,= per seizoen. Tevens wil ik van de wethouder weten welk raadsvoorstel er in 1991 is geweest om de door de gemeenteraad in december 1990 vastgestelde te verpachten gronden, RV 90-173, wederom te verlengen. Een lichtpuntje in deze ondoorzichtbare ijsbrij is er, namelijk dat er vanuit het bestuur van de Soester IJsvereniging de goede wil bestaat in overleg te treden met het bestuur van het Bentinckfonds inzake het gebruik van de accommodatie van de ijsvereniging door de handboogschutters van het Bentinckfonds Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, ik vind in deze hele zaak de houding van

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 374