19 november 1992
- 16
het college wel erg arrogant. Terwijl het college zelf in gebreke is
gebleven! Er is een brief van 27 april 1987, die op 8 augustus 1988
beantwoord wordt. Veel te laat, want het contract liep in 19 87 op 3 november
af. Dus u maakt allemaal fouten. Zelfs in uw toelichting maakt u nog fouten.
Bij punt a. zegt u dat voor de ondergrond van het clubgebouw en het
kassengebouw, in eigendom van de gemeente, in 1967 voor 25 jaar opstalrecht
is verhuurd. Maar ik heb begrepen dat het maar voor 20 jaar was. Dus op
allerlei manieren schieten we eigenlijk te kort. We schieten te kort in de
beantwoording en vandaar dat ik denk dat we er niet te lang over moeten
discussiëren, maar gauw dit amendement moeten aannemen.
Heer JANSEN (D66)Voorzitter, veel is al opgemerkt. Ik wil toch voor de
verandering eens positief beginnen. De hoofdzaak nu is dat het een goede zaak
is dat er nu getekende contracten liggen, één voor de verhuur van het weiland
en één die de ijsvereniging het recht geeft om hun clubgebouw en kassen-
gebouwtje op het weiland te laten staan, het zogenaamde recht van opstal. En
zonder dat dat ergens met zoveel woorden wordt vermeld -dat is steeds het
irriterende- wordt daarmee na vijf jaar weer erkend dat die gebouwtjes van de
ijsvereniging zijn. En precies met dat laatste -dat hebben ook de anderen
gesteld- dat pas na vijf jaar, hebben wij moeite, omdat al in april 1987
verzocht is, ruim een half jaar van tevoren, om verlenging van het recht van
opstal. Zoals eerder opgemerkt, het antwoord kwam pas op 8 augustus 1988 en
dan wordt er doodleuk geschreven dat het recht van opstal al sinds 3 november
1987 is verstreken, dat de gebouwtjes dus nu van de gemeente zijn en dat de
gemeente bereid is die gebouwtjes tegen 50,= per jaar in gebruik te geven.
Voorzitter, mijn fractie vindt dat er toen gehandeld is op een manier die
niet toelaatbaar is. Uit de stukken valt niets anders te concluderen. Er was
toen nog geen klachtenprocedure die in 1988 een oplossing kon bieden en als
raadsfractie kiest D66 voor de goede kant van het risico en dat is de kamt
van de burgers. Vanuit die kant zien we een klant-onvriendelijke overheid die
door haar handelwijze de kloof tussen burgers en bestuur heeft vergroot. En
aangezien nu juist het dichten van die kloof een van de hoofddoelstellingen,
het eerste punt uit het nu geldende beleidsprogramma van de gemeente is,
vindt mijn fractie een gebaar naar de ijsvereniging noodzakelijk, een gebaar
dat in staat is het ijs te breken van de bevroren relatie met de gemeente.
Voorzitter, los van de overwegingen van het amendement, die voor mijn fractie
toch al niet relevant waren -dat ook naar de heer Meilof toe-, het amendement
dat voorstelt de huur op 100,= in plaats van op 600,= vast te stellen,
los van die overwegingen dus, vindt D66 dat de raad door dit amendement aan
te nemen zo'n gebaar maakt. Het gaat hier niet om een formeel gelijk. Formeel
is er geen bezwaar. Het gaat niet om het geld. Waar het nu om gaat is dat dit
amendement gezien kan worden als ondersteuning van ons klantvriendelijk
beleid. Wij vragen het college dan ook met klem nog even over deze kant van
de zaak na te denken en dan dit amendement over te nemen.
Wethouder MENNEVoorzitter, ik begin met te zeggen inderdaad, dat de lange
tijd voor wij hier met u over praatten in de raad met een voorstel, dat die
tijd te lang is geweest. Dat beken ik, er zijn fouten gemaakt, er is een
rekenfout gemaakt, er zijn andere fouten gemaakt, daar kan ik niet omheen.
Maar als de onderhandelaars hadden geweten dat wij genoegen zouden nemen met
een prijs in de buurt van twee a drie procent van de ijsbaan in Amersfoort en
in Baam, dan was het natuurlijk heel snel bekeken geweest. En dat wil ik
toch wel even zeggen. Ik wil hier niet de ambtenaar in alles afvallen. Er is
hier ontzettend veel werk aan gedaan.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de wethouder zich
vergist
Wethouder MENNE: Nee, ik vergis mij niet.
Heer BOERKOEL (PvdA)Ja, want wij vallen geen ambtenaar aan. Wij zeggen:
wethouder, u heeft dat verkeerd gedaan. Dus, wethouder, u hoeft ook uw
ambtenaar niet af te vallen, u moet zeggen: ik heb het verkeerd gedaan.
Wethouder MENNE: Nou, ik wil toch nu zakelijk ingaan op de verschillende
punten. Wat is er aan de hand? Als wij vragen om een prijs die in 1984
