17 december 1992
- 10 -
als er één project is in Soest waarbij een rommelige aanpak heel kwalijk is,
dan is het wel hier. We zullen er in januari in de commissie r.o. nog wel op
terugkomen, we hopen dat het toch op een andere manier verder gaat en niet op
de manier zoals dat nu is gebeurd. De wethouder kan wel een moeilijk woord
als isometrie gebruiken, maar ik heb geen isometrie gezien en de andere
mensen op de informatie-avond ook niet. Er waren gewoon een aantal gevel
aanzichten opgehangen en absoluut niet zoiets ingewikkelds als een isometrie.
Wethouder VISSER: Voorzitter, ik bestrijd te enen male dat deze aanpak een
rommelige aanpak zou zijn. Integendeel, het is een zeer zorgvuldige,
weloverwogen aanpak. Ik geef toe dat dat natuurlijk afwijkt van wat we
vroeger gewend waren en dat zal natuurlijk wel de onwennigheid ook zijn. Dit
is geen rommelige aanpak, dit is een zeer zorgvuldige aanpak. Ik ben het dan
ook niet eens met mevrouw Blommers als ze zegt dat we alleen maar volgen en
niet sturen. Natuurlijk moet je bij elk bouwplan dat hier ingediend wordt de
mensen te woord staan. Je moet dat bekijken en je moet dat volgen zoals de
plannenmakers dat willen. Maar je moet inderdaad als gemeentebestuur sturen,
natuurlijk moet je sturen, want we hebben afspraken gemaakt. Er liggen
allerlei overlegstructuren aan ten grondslag en die volgen wij zeer
nauwgezet. Dat het een politiek omstreden plan is, mijnheer Witte, dat geef
ik toe. Ik las in de Soester Courant dat als je dit plan juichend begroet,
dat je dan bedreigd wordt, dus je kunt er maar beter tegen zijn. Wat de
bouwlagen betreft moet ik u zeggen dat we in dat stadium gewoon nog niet
zijn. De randvoorwaarden bieden natuurlijk de ruimte om in overleg toch
straks het meest juiste bouwvolume te kiezen en het architectonische plan te
kiezen. Dus die discussie is ook nog niet ten einde, dat heb ik ook duidelijk
op die avond verteld. Straks als het plan definitief binnen is, dan zullen we
natuurlijk ook kijken of het voldoet aan de randvoorwaarden die wij
verantwoord vinden. In zoverre sturen we.
VOORZITTER: Hiermee sluit ik dit punt af. Wij gaan naar de derde serie vragen
die zijn gesteld, door de fractie van de Partij van de Arbeid. Wenst u
toelichting hierbij te geven of kunnen wij de vragen lezen en het antwoord
daarbij geven?
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, zoals in de inleiding bij de vragen
ook staat, accepteren wij de laatste jaren gebruikelijk als het college het
eens is met de Commissie kunstaankopen, dat er kunstwerken worden aangekocht.
Ons is op dit moment het onduidelijk geworden of er hier inderdaad sprake is
geweest van een gezamenlijkheid tussen commissie en college. Dat noodzaakt
ons deze vragen te stellen. Daarnaast bepaalt het misschien ook weer even
onze eigen positie als het gaat om waar we ons wel en niet mee mogen
bemoeien. Wij zouden willen voorkomen dat dit zou gaan over het feit of dit
mooi of lelijk is. Die discussie willen wij hier in ieder geval als fractie
niet aangaan. Het gaat ons om de procedure.
Wethouder VISSER: De eerste vraag luidt:
Heeft het college, ondanks het negatieve advies van de commissie
beeldende kunst, het kunstwerk "Spirit of the Forest" aangekocht?
Ja. Wij hebben dit aangekocht, maar niet met een negatief advies van de
commissie beeldende kunst, integendeel, er ligt een positief advies. Dat is
gegeven op 9 september, ondertekend door de voorzitter van de commissie
beeldende kunst en ik zal u die brief -die heel kort is- voorlezen.
"Geacht college, naar aanleiding van uw verzoek om advies uit te brengen
omtrent het aankopen van het werk van de heer Calevi Tenhovaara, delen wij u
het volgende mee. De commissie adviseert u het werk met de titel "Spirit of
the Forest" aan te kopen in de formatie van vijf sculpturen. Een gedeel
telijke aankoop van deze beeldengroep heeft niet onze voorkeur. Naar onze
mening verdwijnt hierdoor het onderlinge verband en ontstaat er een
onsamenhangend geheel. Wat betreft de plaatsing adviseren wij u de beelden
groep onder te brengen in een binnenlokatieDe gebruikte materialen,
kunststof/hout, zijn minder geschikt om deze voor lange tijd bloot te stellen
aan de weersomstandigheden in de open lucht." Het is dus onjuist als mevrouw
Stekelenburg suggereert, voorzitter, dat er een negatief advies zou liggen.
Wel heeft op 17 november de commissie beeldende kunst nog gesuggereerd We
hebben namelijk wat proefopstellingen gemaakt en toen heeft de commissie ons