17 december 199 2
- 14 -
voorzitter, ik zou de wethouder willen interrumperen. Volgens ons is er een
negatief advies ten aanzien van de plek. Als u het advies leest van de
commissie beeldende kunst dan staat er: het moet niet op het balkon en het
moet niet in de hal van het gemeentehuis. Wat doet u? Oké, als het daar niet
kan, dan kopen we het toch en dan zetten we het in een gangetje. Want zo
luidt het advies, u citeert namelijk maar voor een deel uit het advies van de
commissie kunstaankopen. Dat staat er in het advies van de commissie: niet in
de hal en niet op het balkon. Dat is de eerste opmerking.
Het tweede probleem dat wij ermee hebben is, naar aanleiding van de begroting
-de heer Krol noemde dat zostraks al- werd er aangegeven dat er geen geld
over was uit die pot van zeven ton. Vervolgens, even later, blijkt dat daar
waar het college blijkbaar vindt dat er iets aangekocht moet worden, er wel
iets over is uit die pot. Dus is de volgende vraag relevant: als het college
dat mag, dan mag de raad dat ook?
VOORZITTER: De wethouder was nog niet toe aan de beantwoording van de vraag
van de heer Krol
Wethouder VISSER: De heer Krol verwijst naar het cultuurstimuleringsfonds. Er
was op dat moment inderdaad voor het cultuurstimuleringsfonds niet meer
beschikbaar dan zoveel. Dat vonden we dat we uit die pot ervoor over hadden.
En dat is de afspraak die we toen gemaakt hebben. Er is natuurlijk wel
inderdaad genoeg geld om er kunst uit te kopen. En als mevrouw Blommers zegt:
ja, maar mag dat dan kunst zijn die we hier in dit huis zetten? Nou, ze zegt
het zelf al, dit is een openbaar huis en er is natuurlijk heel veel geld om
kunst te kopen voor buiten dit huis. We dachten niet dat we afweken of in
strijd handelden met het fonds kunstaankopen, mevrouw Blommers.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, het is mij volstrekt onduidelijk. De heer
Visser zegt iets dat niet waar is. De raad heeft op dat moment gevraagd: is
er genoeg geld? Nee, zei de heer Visser, er is niet genoeg geld voor het
stimuleringsfonds
Wethouder VISSER: Ja, voor dat doel.
Mevrouw BLOMMERS (WD)En wie bepaalt of er voor dat doel genoeg geld is? De
raad! De raad vroeg hoeveel geld er beschikbaar was en dan mag u nu niet
zeggen: voor dat doel, want die discussie is toen niet gevoerd. Wij
verwachtten op dat moment van u een juist antwoord. Er is op dit moment vrij
beschikbaar U hebt gesuggereerd dat dat geld besteed was.
Wethouder VISSER: Wij vonden op dat moment dat dat beschikbaar was voor het
cultuurstimuleringsfonds. Als u toen had gezegd: ja, maar wij willen toch
meer uit dat potje kunstaankopen beschikbaar stellen, dan hadden wij dat
natuurlijk goedgekeurd. Ik kan die discussie niet terugdraaien.
Heer WITTE (GGS)De volgende begroting wordt heel interessant.
Heer VERHEUS (CDA): Voorzitter, een korte interruptie. Zoals de gang van
zaken nu gaat, bevredigt die ons geen van allen. Dat is mijn eerste
conclusie. De tweede is dan dat in de volgende commissievergadering wanneer
dit ter sprake komt, wij toch in overweging moeten nemen, als er zo met dat
mandaat waar de heer Visser op doelt wordt omgesprongen, of het niet hoog
tijd wordt om dat mandaat te herzien of in te trekken.
VOORZITTERHet lijkt me verstandig om ons daar nog eens over te beraden, de
komende tijd. Agendapunt 4. is hiermee afgesloten.
5. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het perceel
Koperwiek, sectie G, nr. 9112 ged.
6. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor de percelen
Rademakerstraat 39-43 en Dorpsplein 3.
De voorstellen 5 en 6 (RV 92-148 en RV 92-174) worden achtereenvolgens zonder
discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.