nr. 1B NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op vrijdag 24 januari 1992 te 17.00 uur. Voorzitterde heer J. de Widt, burgemeester; Secretarisde heer W.P. de Kam. Aanwezig de leden: W.A. Blaauw, mevr. A. Blommers - Biezeno, C. Boerkoel, A.W. van den Breemer, G.L. van den Deijssel, mevr. G. van Eek - van Veelen, mevr. B.M. Gerritse - van Ee, mevr. E. van Gorkum, F.L. Jansen, A.F.M. Krijger, R.W. Krol, R.A. van Logtenstein, J.P.J. Lokker, W.R. Meilof (vanaf 18.15 uur), J.L. Menne, G.A.W.G.A. Plomp, mevr. W.A.A. Stekelenburg -Ruitenburg, mevr. J.M. Swinkels, C. Verheus, J. Visser, H.L. Witte, J.B. van Wuijckhuijse (vanaf 17.30 uur) en J.A. Zwaanenburg. Afwezig met kennisgeving de leden: J.J. Ebbers, F. Kingma, W.R. Meilof (tot 18.15 uur), mevr. E. Spijk - Huberts, mevr. A.D. Tomassen - Holsheimer en J.B. van Wuijckhuijse (tot 17.30 uur). VOORZITTER: Ik heropen de raadsvergadering. Ik hoorde van een raadslid die al heel lang meedraait hier, dat het een hele bijzondere raadsvergadering is, dat het heel weinig voorgekomen is dat we op vrijdagmiddag om vijf uur hier in vergadering bijeen zijn. Ik waardeer het des te meer dat u in groten getale bent gekomen. Toch moet ik een aantal berichten van verhindering melden, te weten de heer Ebbers, mevrouw Spijk, mevrouw Tomassen, die griep heeft, is verhinderd, de heer Van Wuijckhuijse zou wat later komen en hetzelfde geldt voor de heer Meilof. Uiteraard geldt wat ik gisteravond al gezegd heb, dat wethouder Kingma nog ziek is. Voorstel tot vaststelling van de recreatienota gemeente Soest. Mevrouw VAN ECK (D66)Voorzitter, wij zijn blij met het gewijzigde raadsvoorstel. In de nota is de stelligheid, waarmee beweerd werd dat de uitbreiding van de verblijfsrecreatie niet dient plaats te vinden, vervangen door een genuanceerder standpuntDit gegeven en het gegeven dat het punt over het sportaccommodatiebeleid uit de nota gehaald is, maakt dat wij het beleid op hoofdlijnen van harte onderschrijven. We vinden het een prima nota, waaruit blijkt dat naast het belang van recreatie voor mensen, zorgvuldig met natuur en landschap omgegaan zal worden. Heer BLAAUW (WD)Voorzitter, even een woord vooraf. Ik ben niet-van plan alles te herhalen wat we in de commissie hebben gezegd, maar ik wil er toch in zoverre wat van zeggen: niet alles wordt in concreto genotuleerd en als je hier nu iets niet zegt, dan wordt je dat misschien later met het plan Landelijk Gebied als we dat gaan behandelen, verweten van: je hebt het wel of niet gezegd. Ik vind om te beginnen met de recreatienota dat hét een uitstekend stuk werk is. Maar we hebben meer van die dingen die uitstekend zijn. Alleen, je moet ze zien op het moment waarop je ze ziet en alleen ook met de oogkleppen op van dat stukje. Want als je ze inpast in de hele structuurvisie, dan kun je best eens met het vaststellen van bijvoorbeeld het plan Landelijke Gebied een iets andere visie hebben dan in de recreatienota staat vermeld. Zal er bijvoorbeeld ergens in de recreatienota staan: wij willen totaal niet dat de zaak uitgebreid wordt -wat gelukkig iets bijgesteld is, zoals mevrouw Van Eek al zei- dan zeg je: ja, qua natuur en de visie op de natuur zal dat best passen, maar in het totaalbeleid vinden we dat niet passen. Waarmee wij dus ook willen zeggen wat we ook in de commissie vergaderingen hebben gezegd dat we wel vinden dat niet alleen op economische grond -zoiets staat er dacht ik nu in- bedrijven mogen uitbreiden, dus een bedrijf dat momenteel wel goed rendeert, zou dan niet mogen uitbreiden, als ik dat zo zwart/wit mag zien. Daar zijn we dus niet helemaal voor. Ik vind,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 44