24 januari 19 9 2
19
manier natuurlijk antwoorden.
Wethouder MENNEKijk, de meerderheid van de raad, ik dacht dus dat u het ook
zo kunt zien dat de meerderheid van de raad akkoord gaat indien zwart op wit
de aannemer verklaart dat
Mevrouw BLOMMERS (WD) Dat was het CDA-standpunt
Wethouder MENNEJa. Nu is het zo, dat ik daar toch wat bezwaren tegen heb.
Als ik nog even mag, in tweede instantie, voorzitter?
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer Menne, dat vind ik.
Wethouder MENNEMag ik even uitspreken?
Heer BOERKOEL (PvdA)U mag wel uitspreken, maar deze raad heeft niet meer de
kans om in derde termijn iets op te merken. Dus ik vind dat u de vraag van de
raad in tweede termijn gesteld en in eerste termijn gesteld, moet
beantwoorden
Wethouder MENNE: Het is zo, wanneer wij dit uit het contract zouden laten,
deze zaak, dan verdoezelen we eigenlijk iets. Het gaat er gewoon om, de
overeenkomst is gemaakt zoals die gemaakt is. Als het nu zo zou zijn dat er
door de gemeente per m3 teveel zou worden betaald, dan heb ik het over
datgene wat overblijft van de stichtingskosten minus grondkosten, de
totaliteit, dan zou er nog wat voor te zeggen zijn om daarover te onder
handelen. Maar op dit moment is dit het onderhandelingsresultaat. Kunnen we
dit dan niet bij uitzondering zo behandelen? Dat is uwerzijds ook wel eens
gezegd van: nou, goed, het is een uitzondering, dat bevestigt de regel. Wij
zeggen: als wij het verdoezelen, dat vinden we gewoon niet juist. Want het
gaat zoals het is afgesproken, anders moet er opnieuw onderhandeld worden.
Als we nu de verklaring zoals door de heer Van Logtenstein is gevraagd,
hebben, zwart op wit, dan denk ik dat het toch het beste is om het zo te
doen, ook voor het nageslacht, dat men ziet: het is inderdaad zo, maar het is
bij uitzondering zo gebeurd.
VOORZITTER: Het is zo, bij iedere overeenkomst weet men dat die ter
goedkeuring aan de raad moet worden voorgelegd en dat de raad de bevoegdheid
heeft daar veranderingen in aan te brengen. Ik constateer als voorzitter niet
anders dan dat er hier een raadsbrede meerderheid is die die bepaling uit het
contract wil halen. Dan stel ik voor dat we als zodanig besluiten.
Het voorstel (RV 92-0G) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met
inachtneming van de wijziging die de raad wenst aan te brengen in de
voorgestelde overeenkomst.
Voorstel tot verkoop van grond gelegen in het plan Mercury aan Bouwbedrijf
Hoffman BV voor de bouw van 16 patiowoningen.
Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA)Voorzitter, we hebben hier in de commissie
uitvoerig over gesproken en dat had een relatie met de meterprijs. Er was in
deze situatie heel duidelijk sprake van een andere, een lagere prijs dan wij
in Soest voor bouwgrond gewend zijn te vragen. Als je compenseert voor de
lokatie en voor in wezen de omstandigheden op de bouwplek, dan is het
acceptabel om over een andere prijs dan in Soest gebruikelijk is te gaan
praten. Dat is duidelijk. Dus de prijs zou lager mogen zijn dan 275,= per
m2Wat het dan wel moet zijn, weten we niet, maar we vonden de prijs die in
dit contract staat te laag. Nu zitten we in de situatie dat we vaststellen
dat er regelmatig in de commissie wordt gesproken over uitgangspunten voor
grondprijzen. Of het nou snippergroen is of bouwgrond, dat doet niet ter
zake, we hebben daar afspraken over, er zijn min of meer regels voor.
Natuurlijk mag je daarvan afwijken, dat is vanavond al gebleken. Maar in
algemene zin vind ik dat we ons moeten houden aan de afspraken. Ik zou u dan
ook het verzoek willen doen om in de toekomst, indien zich situaties voordoen
waarin prijsafwij kingen bestaan ten opzichte van de afspraak, dat dan heel
uitdrukkelijk eerst overleg in de commissie plaats heeft en dat dan pas een