19 maart 1992 - 10 vervangen willen zien door elk vrijkomend stukje door villabouw in te vullen waarvan we de voorbeelden nu ook al zien. Daarom staan wij ook inhoudelijk erachter om ernaar toe te werken dat er een artikel 19 procedure in gang wordt gezet. Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, deze kwestie is al uitgebreid aan de orde geweest in de commissie r.o. Wij hebben toen ook gezegd en wij behouden dat standpunt, dat het semi- agrarische bedrijf daar uitstekend past. We zouden ook graag willen meewerken aan een artikel 19 procedure. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik zal het niet lang maken. De heer Jansen heeft heel goed verwoord hoe wij ook tegen de zaak aankijken. Het is een randstedelijk gebied, waarin een hoop verschillende activiteiten door verschillende mensen worden ontplooid, volkstuinen, paarden. Planologisch lijkt ons er dan ook absoluut geen bezwaar te bestaan om de bestemming die e: nu door de heer Drees aan is gegeven, ook planologisch te bevestigen. Dus oc onze fractie meent dat er een artikel 19 procedure gestart kan worden. Heer PLOMP (WD)Mijnheer de voorzitter, onze fractie heeft zich uiteraard ook nog een keer over deze zaak gebogen. Wij zijn van mening dat er duidelijkheid moet komen deze avond in een onzekere situatie voor de belanghebbende, duidelijkheid voor zover dat binnen onze macht ligt in deze raad. Uiteraard is er wel gesteld dat het mogelijk nog een jaar of vier, vijl zou kunnen wachten. We denken dat dat geen duidelijkheid geeft. Wij zijn var. mening dat het gebied waar het om gaat al vanouds een gebied is waar soortgelijke activiteiten hebben plaatsgevonden. Wij zijn dan ook van meninc dat het voorbereidingsbesluit dat hier in uw voorstel wordt gemeld, kan worden genomen, teneinde de inpassing dus mogelijk te maken. Wij zijn ook va mening dat bij geen bezwaren van omwonenden tegen de artikel 19 procedure de zaak kan worden doorgezet. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, al in een beginstadium, toen sprake was van de vaststelling van het plan aldaar, was ik een voorstander van het feit om hier niet datgene op te nemen wat we opgenomen hebben, dat er dus geen ruimte zou zijn voor dit bedrijf. Ik vond het toen al een vreemde wijze van beoordeling dat een dergelijk bedrijf op die plaats niet zou passen. Op zichzelf ben ik blij met het juridisch nog eens even wat verduidelijken, zoals de heer Jansen dat heeft gedaan. Het was natuurlijk van zijn kant ook noodzakelijker vanwege de wat wisselende mening. Ik blijf bij het standpunt waar ik al bij stond dat het een goede zaak is om dit bedrijf in te passen c die plek. Ergens anders zou het nauwelijks kunnen. Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Voorzitter, onze fractie staat achter het collegevoorstel. Dat wil zeggen: wij zijn van mening dat er destijds voldoende en zeer gemotiveerde afwegingen gemaakt zijn bij de vaststelling van het bestemmingsplan Soesterveen. Daarin is deze zaak expliciet aan de orde geweest, meerdere malen. Vervolgens zijn er nog wat procedurele zaken achteraan gekomen en wij vinden dat we een nieuw bestemmingsplan, door de raad vastgesteld, overeind moeten houden. VOORZITTER: Iemand anders nog het woord? Geen uwer. Dan is het woord aan wethouder Visser. Wethouder VISSER: Ik weet niet waar u mij het woord over geeft, want het wordt een kwestie van tellen, waarschijnlijk. De Partij van de Arbeid heeft niets gezegd, ik stel daar toch wel prijs op, voorzitter. 1 VOORZITTER: Dat is de vrijheid van hun fractie, om er iets over te zeggen, ga dat verder niet uitlokken. Heer BOBRKOEL (PvdA)Dat hoeft ook niet. Er zijn vragen gesteld en gebruikelijk is dat het college antwoordt, alvorens je in tweede instantie12 mening zegt. Dus geeft u gewoon antwoord op de vragen. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Ik voel toch wel iets voor wat de heer Visser net zei, want ik kan me herinneren dat u er recent er ook problemen mee had

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 79