nr02
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest
op donderdag 18 februari 1993 te 19.30 uur.
Voorzitter: de heer J. de Widt, burgemeester;
Secretarisde heer W.P. de Kam.
Aanwezig de leden: mevr. A. Blommers - Biezeno, C. Boerkoel, A.W. van den
Breemer, G.L. van den Deijssel, J.J. Ebbers, mevr. G. van Eek - van
Veelen, mevr. B.M. Gerritse - van Ee, mevr. E. van Gorkum, F.L. Jansen,
F. Kingma, A.F.M. Krijger, R.W. Krol, R.A. van Logtenstein, J.P.J.
Lokker, W.R. Meilof, J.L. Menne, G.A.W.G.A. Plomp, mevr. E. Spijk -
Huberts, mevr. W.A.A. Stekelenburg -Ruitenburg, mevr. J.M. Swinkels, mevr.
A.D. Tomassen - Holsheimer, C. Verheus, J. Visser, H.L. Witte, J.B. van
Wuijckhuijse en J.A. Zwaanenburg.
Afwezig met kennisgeving: W.A. Blaauw.
VOORZITTER: Leden van de raad, andere aanwezigen, hartelijk welkom hier. Wij
zouden voordat we aan de raadsvergadering gaan beginnen, gaan kijken naar wat
beelden uit Kroatië. Zoals u weet heeft de gemeenteraad enige tijd geleden
besloten een financiële bijdrage van 41.719,00 ofwel één gulden per inwoner
te geven voor de bouw van een noodonderkomen voor dementen in het vluchte
lingenkamp Gasinci bij Djakovo in Kroatië. "Inmiddels blijkt -ik lees nu voor
uit de brief die ik van het Rode Kruis heb gekregen- de fundering van het
gebouw gelegd te zijn. De aansluiting op de riolering, waterleiding en
elektriciteit zijn voltooid en wij verwachten dat eind januari de groep van
75 bewoners hun nieuwe onderdak kunnen betrekken. Voor de bouw is een
contract gesloten met een lokale aannemer, die wordt bijgestaan door bewoners
uit het kamp zelf." Het Rode Kruis zegt dan verder: "Wij zijn u bijzonder
erkentelijk voor het toekennen van deze bijdrage. Eén van onze gedelegeerden
is gaarne bereid om na terugkomst uit Kroatië een lezing met dia's in uw
gemeente te verzorgen om op deze wijze de besteding van het door u beschik
baar gestelde bedrag nader toe te lichten." Wat dat betreft begroet ik de
heer Vergeer hier vanavond, zittend in ons midden bij de diaprojector en hij
is zo vriendelijk om ons het een en ander te vertellen en te laten zien.
De heer Vergeer krijgt het woord.
VOORZITTER: Het is duidelijk dat de bijdrage vanuit Soest nuttig besteed is.
Ik denk dat we allen onder de indruk zijn van de erbarmelijke situatie in het
voormalige Joegoslavië. Wat dat betreft ware het ons natuurlijk liever
geweest als dit niet nodig was geweest, deze financiële bijdrage. We hopen
uiteraard allemaal dat er spoedig een goede en vreedzame oplossing in dat
land komt, hoewel we met z'n allen denk ik twijfelen omdat het niet op korte
termijn helaas te realiseren zal zijn.
Is er iemand van de raad die aan de heer Vergeer iets wil vragen of meegeven?
Zo niet, dan dank ik u, mijnheer Vergeer, heel hartelijk voor uw komst
hiernaartoe en voor de presentatieVeel sterkte bij het verdere werk van het
Rode Kruis in het voormalig Joegoslavië.
VOORZITTER: Ik open de raadsvergadering. Er is bericht van verhindering
binnengekomen van de heer Blaauw.
Spreekrecht.