inmiddels een of eiste van i de vragen Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Voorzitter, graag wil ik even van de gelegenheid gebruik maken om de vragen toe te lichten. Wij zijn tot het stellen van de vragen gekomen, omdat wij vinden dat hier nu plotseling dingen naar voren gehaald worden waarmee we het beleid, dat we toch trachten te voeren hier in deze raad, onderuit gaan halen. Dat hebben we ook al aangegeven, er is bij de vaststelling van het bestemmingsplan in 1991 heel duidelijk een besluit genomen om geen speelvoorzieningen aan te leggen in het gebied van de Lazarusberg en de Beetzlaan/Schrikslaan. Nou, dat raadsbesluit is geaccep teerd. Vervolgens komt er nu plotseling een publikatie, waarin de omwonenden uitgenodigd worden om te komen inspreken over het inrichten van een dergelijke speelvoorzieningDaarop hebben wij in de commissie op 1 juni jl. met verschillende fracties afwijzend gereageerd. Wij vonden dat het op dit moment onjuist was, omdat er een duidelijke raadsuitspraak lag en wij willen ook op dit moment die raadsuitspraak door middel van de vaststelling van het bestemmingsplan blijven volgen. Vervolgens blijkt dan op 3 juni toch een brief uit te gaan, nadat er in twee commissies dus over gesproken is, om nogmaals die bewoners uit te nodigen. Dat heeft ons hogelijk verbaasd. Wij vinden dat een slechte zaak, mede omdat op dit moment er geen enkele urgentie is aan te voeren. Bovendien is er een nieuw bestemmingsplan Soestdijk in de maak, waar ook de Lazarusberg weer onderdeel van uitmaakt. Wanneer dat bestemmingsplan weer in de inspraak komt, is er een moment waarop je dit soort zaken opnieuw ter discussie kunt stellen en waarop de bewoners er eventueel hun zegje over kunnen doen. Maar wij vinden het een slechte zaak dat zomaar dit soort zaken opnieuw aangepakt worden. Wij hopen dan ook hier duidelijkheid over te krijgen en wij verwachten dan ook dat deze oproep ongedaan gemaakt wordt, dat het gestaakt gaat worden en dat eventueel te zijner tijd bij de behandeling van het bestemmingsplan Soestdijk dit opnieuw aan de orde kan komen. VOORZITTER: Wethouder Visser zal eerst de door u en door andere raadsleden gestelde vraag voorlezen en dan het antwoord geven. Wethouder VISSER: Dank u wel, voorzitter. Vraag 1. luidt: Heer KROL (CDA)Nee, voorzitter, er zijn twee mogelijkheden, heeft u zelf aangegeven, het hele stuk wordt voorgelezen door de indiener of door de wethouder. Hij begint dus niet bij de vraag, maar ook graag het stukje erbij. Wethouder VISSER: Ik lees graag de hele brief voor. Geacht college, Bij bewoners van de Lazarusberg is onduidelijkheid gerezen rond het niet geplande en door de raad afgewezen "speelveld" Deze onduidelijkheid is in hoofdzaak veroorzaakt door een uitnodiging van de wethouder ruimtelijke ordening aan de genoemde bewoners om deel te nemen aan een hoorzitting over de mogelijkheden tot aanleg van een speelveld of plaatsing van attributen die deze groenvoorziening tot een speelveld zouden kunnen maken. Bij ons, indieners van deze vragen, is verwondering ontstaan. Naar ons oordeel was het in de laatstgehouden commissievergaderingen ruimtelijke ordening c.a. en milieu c.a. duidelijk dat een meerderheid van de commissie, die immers op haar beurt weer een afspiegeling vormt van de partijen in de gemeenteraad, onomwonden aan de betreffende collegeleden hebben meegedeeld geen behoefte te hebben om de discussie over dit terrein te heropenen. De besluitvorming heeft immers allang plaats gevonden bij de vaststelling van het bestemmingsplan Lazarusberg. Een meerderheid van de raad was toen -en bleek ook nog steeds in de commissie te zijn- tegen de aanleg van een speelveld of het plaatsen van attributen op de geplande groenvoorziening. Het gegeven dat wethouder Visser opnieuw de discussie wenst te openen met de omwonenden en voorbij gaat aan een raadsuitspraak, verwondert ons Om aan deze onduidelijkheid en verwondering een einde te maken, leggen wij u de volgende vragen ter beantwoording voorUit ervaring weten we dat antwoorden van wethouder Visser namens het college kort, bondig en niet beleidsinhoudelijk zijn. Leuke zin! Vooral dat kort en bondig, dat is waar, hoor. 17 juni 1993 lollege ik ben ind zijn. :hui j se ral heel roren wil beleid ;kken die Leke Dor elkaar en dat ze i de rest ie Soester ing, een neer erkingen. lang in de k wel, enMaar ven te op een wij dat dat ,n tevoren rder Lerdaad deze weg >luut als .e worden in Als het te voegen, is dat ik n het nenties n mij i dat ik a woorden het maar hiermee fractie,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 120