8 juli 1993 - 7 - raadsvergaderingen, is er regelmatig discussie geweest met de wethouder en de manier waarop er dan omgegaan werd met de commissie en soms ook met de wethouder, is niet altijd even goed geweest. Ik zal dan, afhankelijk van het antwoord van het college met betrekking tot die punten die hier staan, mijn antwoord formuleren bij de stemming. Ik denk dat ik het college op zijn minst het voordeel moet geven van het eerst beantwoorden van de opmerkingen die hier staan, alvorens tot een oordeel te komen. Wel ben ik het met het CDA eens dat veel van deze punten best aan kritiek onderhevig zijn. Ik noem u inderdaad het fietspad, ik noem u inderdaad de kwart miljoen uit het riool fonds, ik noem u inderdaad de manier waarop het Soestdijk-oost verkeersplan is behandeld. Vreemd heb ik ook -de vragen zullen er zijn- ten aanzien van de Schans en over het busplan hebt u de afgelopen maanden alle vragen zelf ook kunnen horen. Ik kan me dus heel goed voorstellen dat de WD -en nu blijkt ook het CDA en u moet het van ons niet vreemd vinden dat wij dat ook zijn- nogal wat teleurgesteld is in de manier waarop er met deze problemen wordt omgegaan. Ik denk dan ook dat de communicatie verbeterd zou moeten worden en niet alleen de communicatie van het college met deze raad, maar ook deze raad met het college en vooral ook van het college met de ambtenaren en de ambtenaren met het college. Ik wil dan ook het antwoord op de vraag of deze motie gesteund wordt of niet, laten afhangen van het antwoord dat ik zo meteen van het college krijg. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, de WD heeft een motie ingediend, waarin het vertrouwen wordt opgezegd in de wethouder van milieu. Het zal niet verbazen dat deze motie bij ons tot behoorlijk wat discussie binnen de fractie heeft geleid. Verleden maand was er een interpellatie van onze kant waarin we met name van de collegepartijen -de interpellatie was wel gericht op de wethouder van milieu, maar met name van de collegepartijen- wensten te weten in hoeverre deze wethouder nog op hun steun kon rekenen en in hoeverre zij in haar functioneren nog verder kon, zonder dat ze, zoals dat heet, aangeschoten rond loopt. We hebben de motie bekeken op zijn merites en er zijn inderdaad een aantal zaken die erbij staan onduidelijk. Ik moet dan wel tegelijkertijd vaststellen dat toch over een aantal zaken in de commissie regelmatig is geïnformeerd en de commissie erbij heeft gezeten en de commissie niet op andere manier eerder in de procedures duidelijk heeft ingegrepen en heeft gezegd: op deze manier kan dat niet. We kunnen ons ook niet helemaal aan de indruk onttrekken dat in dit geval het ook gaat om de nogal milieu vriendelijke aanpak van de wethouder onderuit te schoffelen. Dat is iets waar onze fractie weinig voor voelt. Als er iets is dat in het beleid van de gemeente Soest onze warme steun kan krijgen, dan is het met name op het gebied van milieu. Als we het dan hebben over de kwestie van het vertrouwen in de wethouder van milieu, dan moet onze fractie toch tot de conclusie komen dat wantrouwen ten opzichte van het idee om het milieu inderdaad op een goede manier in Soest vooruit te helpen dat dat niet passend zou zijn op dit moment, omdat de wethouder toch wat dat betreft in onze ogen niet verkeerd kan worden genoemd. Een andere zaak is natuurlijk wel het ernstige feit dat een aantal kredieten onduidelijk zijn. Dat is toch ook in onze fractie een punt. In hoeverre kan geaccepteerd worden dat daar geen volledige duidelijk heid in is en dat er toch de laatste tijd wel het een en ander fout is gegaan Voorzitter, u hoort wel aan mijn uitleg dat het voor Gemeentebelangen Groen Soest absoluut geen makkelijke zaak is geweest om tot een conclusie te komen. We hebben daarbij ook in overweging genomen wat de raad, de inwoners van Soest er op dit moment mee zouden opschieten wanneer we een wethouder naar huis sturen die zo'n belangrijk item in haar portefeuille heeft, waar toch nog behoorlijk wat voor op stapel staat de komende maanden. Wat zouden de bewoners daarmee opschieten? Wij denken toch, concluderend, dat de inwoners van Soest en het milieu in Soest daar nauwelijks bij gebaat zijn. Voorzitter, u zult begrijpen dat wij de motie van de WD niet zullen steunen. Wij hebben ook absoluut geen behoefte aan een motie van teleurstelling. Verleden keer hebben wij bij onze interpellatie al duidelijk gemaakt dat wij teleurgesteld waren over een aantal zaken en we voelen er niets voor om keer op keer nietszeggende moties aan te nemen. Ik vind het ook eigenlijk op deze plaats wel juist om te zeggen dat de opstelling van het CDA wat dat betreft niet echt heel erg zuiver bij mij overkomt. Toch wordt daar ook weer de schuld alleen bij de wethouder gelegd, terwijl naar onze stellige overtuiging

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 140