8 juli 1993
- 12
bijzondere bijstand. Ik wil er nadrukkelijk op wijzen dat ons inziens terecht
er twee sterretjes bij een aantal onderdelen zijn aangegeven om aan te geven
dat dat nadrukkelijk weliswaar in het beleid zou kunnen passen, maar dat dat
nog nadrukkelijk onderwerp van gesprek met de commissie zal moeten zijn
voordat we ook daadwerkelijk tot uitvoering kunnen komen. We meenden alleen
dat, gegeven de uitkomsten bij op dit moment met name ten aanzien van de
jaarrekening 1992 en de uitkomsten, ook in de sfeer van de bijzondere
bijstand, en de lijn die daar in zijn algemeenheid was uitgezet, dat we er
terecht aan deden het voorstel te doen, zoals ook nu in het tussentijds
bericht wordt aangegeven, zoals we dat gedaan hebben. Dan kunnen we er dus
nog uitgebreid met elkaar in de commissie over praten. Het voordeel van het
voorstel zoals het er nu ligt is dat we dingen niet blokkeren waarvan we de
intentie zouden kunnen hebben om dat uit te voeren, zoals eerder ook met
elkaar is besproken. Meestal is het erg frustrerend om eerst de mogelijkheden
af te kappen en dan tot de conclusie te komen dat je de mogelijkheden graag
zou willen hebben.
Heer JANSEN (D66)Voorzitter, ik ben vergeten te melden dat er een paragraaf
op bladzijde 10 onder post 922, de eerste paragraaf, de eerste alinea
vergeten is uit dit raadsvoorstel te schrappen.
VOORZITTER: Dat is correct, uw opmerking.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, ik heb u gevraagd in eerste
instantie of niet nu inhoudelijk de discussie met betrekking tot de Schans
gevoerd zou moeten worden, maar of die in de volgende commissie zou kunnen.
Ik heb daar geen antwoord op gekregen.
VOORZITTER: Het antwoord is ja.
Heer BOERKOEL (PvdA)Dank u zeer.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, wat betreft de reactie van de heer Van
Logtenstein over het alvast maar invullen van Trema-gelden omdat het nou over
was in het fonds Trema, u begrijpt dat dat onze instemming niet kan hebben.
We hebben het uiterst zorgvuldig gehad over wat er allemaal met het fonds
Trema moet gebeuren en we hebben ook met elkaar afgesproken dat bij de
begroting dit soort zaken worden afgewogen tegen elkaar. We stellen voor het
daar dus conform de ideeën van de heer Van Logtenstein dan ook maar te
behandelen. Met andere woorden, wij stemmen tegen dit punt.
Wat betreft de bijzondere bijstandsverlening zijn wij het ook volstrekt
oneens met de wethouder. Als er op een goed moment een tekort wordt voorzien
van 161.000,= en u denkt: er is geld over in de jaarrekening 1992 en u
maakt daar de dekking van, dan gaat het niet aan dat als het tekort meevalt
met 60.000,= dat u niet dat tekort terugbrengt tot 101.000,= maar dat u
voor de volgende 60.000,= ook nog een invulling geeft. Op die manier krijg
je natuurlijk een onzuivere discussie. Dan kan ik me voorstellen dat het
aantrekkelijk is, maar dan denk ik dat we op een andere manier voortaan de
planningen moeten maken. Ik heb begrepen dat daar ook al een aanzet voor is,
dat er over een meerjarenplanning wordt gepraat en ik denk dat we dan die
zaken ook kunnen voorkomen, zonder dat we dit soort rekensommen krijgen.
Verder hadden wij tegen dit tussentijds bericht geen bezwaar. We denken dat
we formeel tegen die 161.000,= zullen moeten stemmen bij de jaarrekening.
Wij denken dat het overschot uitsluitend mag worden gebruikt voor incidentele
zaken die geen uitstel kunnen lijden.
Wethouder MENNEVoorzitter, ik wil wel het voorstel doen met betrekking tot
die ROC-vorming dat we daar bij de begroting met een voorstel voor
terugkomen
VOORZITTER: Dat is het standpunt van het college. Kan de raad met het
voorstel van het college bij dit agendapunt instemmen? Dan is het als zodanig
besloten.
Het voorstel (RV 93-93) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met de
aantekening dat de CDA-fractie en de WD-fractie op onderdelen geacht willen