8 juli 1993
18 -
vanavond achter staan.
De enige opmerking die ik nog wil maken richting wethouder Kingma, mijnheer
de voorzitter, gaat over het vervoer naar het schoolzwemmen. Naar aanleiding
van de discussie in de commissie, inspraak zoals die van directeuren van
basisscholen is geweest, hebben wij alleen maar gezegd: de feitelijke
situatie op dit moment bij het vervoer naar het schoolzwemmen is een eigen
bijdrage. Die is er. Alleen geloven wij dat als je de totale kosten zou
toerekenen, dat er sprake zou zijn van een onevenredig grote eigen bijdrage.
Wij vonden daarmee dat een B-categorie toen -ik dacht dat de Partij van de
Arbeid dat ook vond- beter passend was bij de huidige situatie. Maar ik heb u
in mijn eerste termijn aangegeven: ik sta voor het verhaal dat hier staat,
mocht het in de problemen komen -dat is die nadere uitwerking die u genoemd
hebt- dan zijn we bereid over de B-categorie te discussiëren. Maar u hebt
zelf al aangegeven dat dat aan de orde komt op het moment dat dat het geval
is
Heer BOERKOEL (PvdA)Eens met wat de heer Krijger gezegd heeft. Eens met wat
de heer Krol gezegd heeft.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Het maken van principiële keuzes geeft al aan
dat er ook een principiële uitwerking moet volgen. Dat zou ik met name de
wethouder van financiën in de basiseducatie mee willen geven.
Wethouder MENNE: Ja, ik wil daar natuurlijk wel wat op zeggen. Het hoeft niet
bij voorbaat vast te staan dat, wanneer een gedeelte in de B-categorie valt,
dat dat ten nadele is van de deelnemers van de accommodatie. Het kan juist
wel bijdragen tot bewustwording, dat ze zeggen: hé, ik heb er dat voor over.
Dat was mijn uitgangspunt. Het kan best erg positief werken.
Mevrouw VAN GORKUM (GGS)Beginnen we nu de zaak alweer te vertroebelen? Ik
vind het wel erg storend, hoor.
VOORZITTER: Met deze positieve piketpaal stel ik voor dat we de discussie
afsluiten. Ik merk dat de raad met het voorstel kan instemmen.
Het voorstel (RV 93-101, gewijzigd d.d. 6 juli 1993) wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
18. Voorstel tot het innemen van een standpunt inzake mogelijke golflocaties in
de gemeente Soest.
VOORZITTER: Hier heeft zich de heer Stroband als inspreker gemeld. Ook voor u
geldt drie minuten, mijnheer Stroband.
Heer STROBANDDat is mij duidelijk, voorzitter. Voorzitter, geachte leden
van de raad. Ik dank u voor de gelegenheid die u mij namens de Stichting
Wolfduin geeft om nog kort te reageren op de schriftelijke reactie van het
college op de commissie-adviezen van de commissie r.o., de commissie
milieubeheer, de sportraad en de aanvullende adviezen van de Stichting
Wolfduin en de commissie milieubeheer. Met verbazing hebben ook wij kennis
genomen van het collegestandpunt naar aanleiding van de bespreking van het
raadsvoorstel in de commissie r.o. Te meer daar daags daarna én onze
stichting én de commissie milieubeheer uitgenodigd zijn om nog voor de
collegevergadering van afgelopen dinsdag een aanvullende reactie te geven op
de in r.o. geopperde Meilof-variant. De commissie milieubeheer adviseerde
reeds afgelopen vrijdag positief, citaat: "de locatie lijkt een aantrekkelijk
alternatief" en ook onze stichting reageerde afgelopen zondag positief:
"positief, mits realiseerbaar". Ook de gehele commissie r.o. heeft positief
gereageerd op deze variant, maar ondanks dat alles ziet het college "geen
aanleiding tot wijziging van het voorstel". Opvallend is dat het college
inhoudelijk in het geheel niet ingaat op de Meilof-variant, noch op de
aanvullende adviezen van de twee commissies die ik noemde. Het college had
beide aanvullende adviezen al op vrijdag, respectievelijk maandag. Desondanks
lagen ze dinsdagavond, naar ik heb vernomen, nog niet ter inzage. Of de raad
intussen hiervan kennis heeft kunnen nemen, weet ik niet, misschien kan het
college ze vanavond nog voorlezen. In de collegereactie worden enkele zaken -