jen de
jen en
ïn, met
cDe
aren om.
meer
erentie
ver de
moeten
an
eggen
100
en ton
n
oceanen
ilijkste
ireerde,
hebt u,
>onheid
we nu
onszelf
ït te
ïelaas
j voor
Leven
an de
eel veel
eigen
n dit
helpen om
et de
ng een
nde zijn,
wordt
waar in
,t over de
er een
ng toch
Lt nu
iu nog
van
ïg beogen
doordat
minder
ement voor
1 is dat
een, want
maar
reactie
t dat niet
dan andere
n toch dat
rpersoons
e iets
al
tikelen
hures die
11 oktober 1993 - 9 -
van gemeentewege verstrekt worden. Dus, met andere woorden, men heeft weinig
kans om hier op een goede wijze over te denken en zal daarmee groot risico
lopen slecht met het milieu om te gaan.
Een tweede zaak is een motie die wij indienen die gaat over het maatschappe
lijk werk. Het maatschappelijk werk wordt in Soest en bijna overal gezien als
een noodzakelijke uitgave in het welzijnskaderWe hebben in Soest een
groepering die zich bezighoudt met christelijk maatschappelijk werk, die
heeft binnen het CMD zijn plek gekregen en zijn erkenning gekregen, het enige
is dat de gemeente daar nog geen subsidie aan gekoppeld heeft. Wij willen u
ernstig vragen om die eigenlijk vanzelfsprekende subsidie wel toe te kennen.
We zullen anders een motie indienen, waarmee we hopen dat het alsnog bereikt
wordt
Een enkele opmerking nog. We hopen dat u in uw beantwoording straks aandacht
wilt geven aan het gegeven dat ik geschreven heb over de kinderopvang die ons
inziens op een wat ongelimiteerde wijze plaatsvindt en waar weinig toetsings
kader toegepast is ten aanzien van het welzijnsaspect. Ik zou heel graag
willen dat de wethouder op dat gebied toch een stukje toelichting geeft
waarmee het misschien zelfs voor mij heel overtuigend wordt dat het in het
kader van het welzijn van het gezin in Soest en de samenleving in Soest wel
heel goed is om op deze wijze zoveel geld door te sluizen voor dit doel.
Wij wensen B&w hartelijk toe dat ze in het milieubeleid een stuk voortgang
vinden en dat ze in de raad een stuk ondersteuning zullen vinden voor dit
werk. Wij zijn blij dat het de afgelopen periode een beleid is geweest
waarbij het papieren aspect van het beleid, het benoemen dat heel veel moet,
enigszins voorbij is gegaan en dat we pogingen hebben gedaan om tot uitvoer
te komen. Dat betekent natuurlijk ook dat u veel weerstand hebt gekregen,
want zogauw je beleid wilt gaan uitvoeren, raakt het onszelf.
Voorzitter, de zorg voor de veiligheid is een zorg die ons allemaal aangaat.
Ik heb in verschillende beschouwingen gelezen dat ook andere partijen toch
een zekere welwillendheid vertonen in het nadenken over het gegeven dat we
misschien daar al op een wat kortere termijn dan 1996 geld aan zullen moeten
besteden. Ik denk dat het goed is dat er onderzoek gepleegd wordt naar wat de
beste vorm is. Dat kan natuurlijk die controleur woonomgeving zijn, dat kan
ook misschien op een andere wijze gebeuren. Ik denk dat het heel goed is om
hier verder over te denken, omdat wij ook veronderstellen dat de politie de
mogelijkheden niet meer heeft om alle zaken in de hand te houden.
Tot slot wensen wij u van harte bij uw arbeid tot aan de verkiezingen, maar
daarna ook voor een aantal van ons, de zegen van de Heer toe bij dit werk.",
Wij wensen u nog sterker van harte toe dat u die zegen ook wenst te
aanvaarden en tot een waardevol begrip voor uzelf wilt maken en mag maken,
zodat de zegen van de Heer op uw werk kan rusten.
VOORZITTER: Alle fracties zijn aan het woord geweest, dan gaan we nu naar
punt 2 van de agenda, de collegeleden reageren namens het college.
Wethouder MENNE: Voorzitter, ik wil eerst reageren op wat mevrouw Blommers
gezegd heeft, met name als zij zegt dat het beeld zou ontstaan dat ik zou
willen "na mij de zondvloed" een situatie die ik natuurlijk helemaal niet
wil. Ik beloof u ook, mevrouw Blommers, dat ik echt vanaf heden nog een flink
eindsprintje zal inzetten om dat imago, zo dat bij u mocht bestaan, weg te
nemen. Bovendien had ik nog wat op papier gezet, waaruit ook moge blijken dat
geen sprake is van "na mij de zondvloed"
Dames en heren, het beleidsprogramma 90-94 dat, gemeten naar de resultaten,
het gemeentebestuur op zijn minst met succes richting heeft gegeven, wijst op
de noodzaak van een in structureel opzicht sluitende meerjarenbegroting.
Gelukkig. Die sluitende meerjarenbegroting is gelukt, zij het dat voor 1994
en 1995 de algemene reserve -inderdaad, mijnheer Witte- te hulp moest
schieten. Dat is verantwoord.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Cumulatief is uw meerjarenbegroting niet
sluitend.
Wethouder MENNE: Die is toch sluitend. Als u de gedeputeerde van financiën
vraagt wanneer een meerjarenbegroting sluitend is, dan is dat als inderdaad
op eigen kracht het laatste jaar of de laatste jaren sluitend zijn en u het
incidentele niet-sluitende dekt op een duidelijke wijze.
8 -