13 oktober 19 93 belastingen, hebt daar vervolgens ook bij mijn algemene beschouwingen in kunnen lezen, dat als het een verhoging 1,75% is hoe gering dat bedrag is ten opzichte van datgene wat betaald wordt. Dus of mensen schrikken van 6,= verhoging, als ze een economische waarde hebben van 100.000,= voor hun huis, dat vraag ik mij af. En of mensen schrikken die een huis hebben van 300.000,= die een verhoging krijgen van een tientje, dat vraag ik mij af. Wij hebben als collegepartijen gezegd: luister, als we een aantal dingen willen, dan zullen we, daar waar het college niet in staat is gebleken dekking aan te geven, omdat het college dat niet wilde, als collegepartijen moeten aangeven waar volgens ons dekking mogelijk is. Dat is wat we gedaan hebben en het is op die manier ook dat het college geantwoord heeft, neem ik aan. De omschrijving van de woorden die gebruikt zijn door het college, dat kan ik niet helpen. Daarvoor moet toch het college die antwoorden geven. Maar verder is er helemaal niets aan de hand, het is een normale procedure. Je zoekt meerderheden en er ontstaan minderheden. Daar is verder niets mee aan de hand, dat is een normaal democratisch proces. Heer JANSEN (D66)Voorzitter, ik zou daar ook nog over willen opmerken dat, als ik het mij goed herinner, in de juli-brief het college zelf het standpunt had dat het gerechtvaardigd was om de OZB met ongeveer 1,75% te verhogen, wat zij schatten als niet de inflatie te boven te gaan. Daarnaast blijft het toch zo dat de raadsleden, ook met een wethouder in het college, hun eigen verantwoordelijkheid hebben. Dat heb ik al eens eerder gezegd, ik denk dat je daar ook recht aan moet doen. Dat hebben wij gedaan. Heer KROL (CDA) Voorzitter, als je in Soest een aantal zaken nodig vindt, met meerderheden in deze raad, dan vind ik het goed beleid als je daarvoor dekking aangeeft. De CDA-fractie heeft aangegeven dat datgene waarvoor wij dekking nodig hebben, maar een deel uitmaakt van wat we opbrengen. Het is aardig dat ik daar de afgelopen dag nog wat rekensommen van heb mogen zien, ook van de kant van het ambtelijk apparaat. Als deze zaken, zoals we ze voorgesteld hebben in onze algemene beschouwingen en de dekking, zoals ook de CDA-fractie die heeft voorgesteld, worden geaccepteerd, dan verbetert daardoor de financiële positie van de gemeente Soest ook op de langere termijn. Dat is ook een reden om het nog even te herhalen, omdat ik afgelopen maandagavond de fractievoorzitter van Gemeentebelangen Groen Soest hoorde zeggen dat de collegepartijen op dit moment gaten schieten in de begroting. Als u de cijfers nog eens goed op een rijtje zet, dan zult u zien dat de financiële positie van Soest ook op de langere termijn door deze voorstellen verbetert en niet verslechtert. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, in mijn algemene beschouwing heb ik een stukje geschreven over bestuurlijke duidelijkheid en over bestuurlijke onduidelijkheid. En eigenlijk spreken we daar nu over. Ik denk dat de partijen WD en Gemeentebelangen Groen Soest gelijk hebben, dat we hier bezig zijn met een stukje bestuurlijke mindere duidelijkheid, om het vriendelijk uit te drukken. Dat u als B&W aangeeft: dit zal wel kunnen, maar we doen het niet en dat dan de collegepartijen zeggen: we doen het wel, maar dat ze dan niet met elkaar in overleg treden en zeggen dat dan de partijen die in de raad vertegenwoordigd zijn, die bij het college horen, dan niet zeggen van: neem dit nu over, maak hier het beleid van en fundeer dit, dat het kan, financieel. Dus, dat B&W het overlaat aan de raad, van: ach, als jullie vinden dat het kan, doe het dan maar en dan is het wel goed. Dat geeft een bestuurlijke onduidelijkheid, waar ik niet echt om sta te springen. Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, mag ik bij interruptie de heer Meilof vragen wie hij denkt dat het hoofd van deze gemeente is? Is dat het college of is dat deze raad? Als het namelijk deze raad is, dan is het ook aan de raad te bepalen hoe in de toekomst de financiën van de gemeente Soest eruit zien. Als het aan het college ligt, waar u zostraks op doelde, dan is niet meer de raad het hoogste orgaan van deze gemeente Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, mag ik hierop reageren? Ik ben het geheel met de heer Boerkoel eens, dat wij het hoofd van deze gemeente zijn. Vanzelfsprekend, dat kan niet anders. Alleen, dat zegt niet zoveel. Het feit dat wij dat zijn en dat wij ook een dagelijks bestuur hier hebben zitten dat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 226