13 oktober 1993
- 71
ze vloeien voort uit de doorlichting.
VOORZITTER: Goed, het is inderdaad dus zo dat er vanavond dan besluitvorming
over moet plaatsvinden. In die zin stellen wij dat ook voor aan u om dat te
doen
Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, kijk, ik zie in de raad niet een soort
golf gaan van: nou, we halen dit eruit. Ik neem dus aan, als ik dat zou
voorstellen, dat het niet gesteund wordt. Ik moet u zeggen dat ik het aan de
ene kant eerlijk vind van de wethouder dat ze zegt dat het anders had
gemoeten en ik neem aan dat ze daarmee ook bedoelde dat ze het graag anders
had gedaan. Maar wat mij het hoogst zit is het feit dat de wethouder
eigenlijk zegt: u hebt toen niks gezegd, dus bent u er nu hopelijk voor. Er
is toen niks van gezegd omdat iedereen dacht dat hij dat nu kon zeggen. Dat
vind ik dus niet een argument om steun te verwachten. Ik wil het hierbij
laten, ook om het vergevorderd uur en het feit dat er kennelijk in deze
instantie nog geen steun voor is om deze bedragen eruit te halen, maar dan
wel met de aantekening dat de WD ernstig teleurgesteld is dat wij nu ook de
tarieven al op deze manier moeten narekenen.
Legesverordening
OZB 1994 (rekening houdend met alles wat daarover al besloten is)
Begraafrechten
CAI
Verordening reinigingsheffing
VOORZITTER: Dan krijgen we eerst amendement nummer 34, zoals u zich zult
herinneren van GPV\SGP\RPF.
Amendement, nummer 34.
De raad van de gemeente Soest, in vergadering bijeen op 13 oktober 1993,
ter behandeling van de begroting voor 1994 en de daarbij behorende
voorstellen;
overwegende
dat het zogenaamde "diftarsysteem" de eerstkomende jaren nog niet
bruikbaar zal zijn om de afvalstoffenheffing te relateren aan de
hoeveelheid aangeboden huisvuil;
dat het huidige tarief van toepassing is voor zowel eenpersoons- als
meerpersoonshuishoudens
dat eenpersoonshuishoudens in het algemeen minder vuil aanbieden dan
meerpersoonshuishoudens
dat een tariefdifferentiatie tussen een- en meerpersoonshuishoudens
meer recht doet aan een zo juist mogelijke toepassing van het
profijtbeginsel dan de huidige tariefstelling (één tarief)
dat de uitvoeringskosten van differentiatie in tarieven zeer beperkt
zijn, indien in de desbetreffende verordening wordt vastgelegd dat
het lagere tarief alleen wordt toegepast op verzoek van de
belastingplichtige
dat periodieke controle (bijv. lx per jaar) of een perceel door één
persoon wordt bewoond, voldoende is voor een goede uitvoering van de
verordening;
dat de vermindering van het tarief alleen betrekking heeft op de
variabele kosten (i.c. de verwerkingskosten) overeenkomstig
bijgevoegde berekening;
besluit
artikel 5 van de bij raadsvoorstel RV 93-126 behorende verordening
reinigingsrechten 1993 (2e wijziging) als volgt te lezen:
1. De belasting bedraagt per jaar per perceel 393,=
2Indien het perceel door één persoon wordt bewoond, bedraagt de
belasting per jaar per perceel 273,=
3Het tarief genoemd in het tweede lid is slechts van toepassing na
inwilliging van een verzoek als bedoeld in artikel 2 89 van de
gemeentewet.
Namens GPV-SGP-RPF: W.R. Meilof,
ter indiening gesteund door PS: A.D. Tomassen-Holsheimer