- 28 18 november 1993 - 29 - 1 is liest, root en raag je niet ee at er tot e et n die inlijk it kader 1 wij van verleden wijze, e het i ons ;n graag het niet Ebbers :t ook wilt u neer zijn? heer :en tot ater sguliere i 14 i perceel commissie tunt zich raphoorn 3 we ons sn aan ening een n, we mag jk is in wikke- we elk ies, hoe moeilijker het gaat worden. Dat is ook de zorg die wij toen hebben uitge sproken. We hebben gezegd: ga niet te ver daarin, want de volgende verkoper vraagt nog meer en het einde is zoek, dan kunnen we helemaal niets meer doen. Wij hechten eraan om u toch in ieder geval de wens mee te geven, het verzoek om niet te ver te gaan in het toezeggen, in het overeenkomen van contracten die wij niet helemaal kunnen honoreren. Ik denk zelfs, als u daar niet aan voldoet, dat wij daar dan toch stelling tegen zullen nemen. Een tweede punt, wat ik er ook onmiddellijk bij wil zeggen, is dit. Wij beseffen dat het moeizaam is, dat het ook moeizaam zal blijven gaan. Maar aan de andere kant zouden we heel graag willen zien dat, indien u overeenstemming bereikt, de contracten absoluut duidelijk zijn, dat er geen misverstand mag en kan bestaan over de uitleg die in die zinsbouw is vervat. Ik komt daar zodadelijk bij het volgende agendapunt op terug, want daar was een hoop onduidelijkheid. Gelukkig is dat nu voor een deel teruggenomen. Het derde wat ik wil zeggen, is dit. Komt u alstublieft nog eens een keer met de problematiek in dit gebied en misschien in andere gebieden, helemaal ten aanzien van grondaankopen, in de commissie. Laten we daar in de commissie eens over praten. Misschien dat we daar gezamenlijk toch een lijn kunnen uitleggen. Het is misschien goed om dat eens te doen, informeel of in het beslotene. Niet omdat het besloten moet zijn, maar omdat hier directelijk belangen van de gemeente zijn te dienen, die we niet op tafel kunnen leggen. Dat is wat ik ervan zeggen wilde. Wethouder MENNE: Voorzitter, ik wil me tot dit agendapunt nu beperken, agendapunt 13. Inderdaad is het zo dat de mensen die grond hebben, van alles vragen. Dat heeft de heer Jansen terecht gezegd, zij vragen van alles. Dat is niet alleen zo in Soest en het is niet in Soest op dit moment alleen. Ik heb hier enkele besluiten liggen uit het verleden van dit college, van vorige colleges, waarbij steeds een situatie zich voordeed waarbij een bepaald perceeltje is verstrekt om juist het algemeen belang Dat is inderdaad een afweging, zoals de WD terecht opmerkt. Het gaat er hier om: je bent in onderhandeling en je weegt af. Wij willen hier, zoals u weet, het gaat over het gebied Dorresteinweg/Koningsweg, 600 woningen of daaromtrent bouwen, willen wij inderdaad die taakstelling halen. Het is en het wordt in de toekomst steeds moeilijker. Dat kan ik hier wel in het openbaar in zijn algemeenheid zeggen. Dat we dan af en toe extra geld betalen, zover zijn wij nog niet en zover ben ik ook niet van plan te gaan. Echter, indien je budgettair neutraal bepaalde dingen kunt doen Er zijn verschillende andere dingen ook gevraagd, we hebben er hoe vaak niet overleg over gehad, ook over deze zaak meerdere malen. Het is en blijft natuurlijk een afweging. Men vraagt van alles, maar wij accepteren natuurlijk niet alles, mijnheer Jansen. De doelstelling staat ons voor ogen, het is een afweging. Als u zegt: ja, u bent hiermee in dit geval toch te ver gegaan, nou, dan zij dat zo. Dan hebben wij afgewogen en dan zijn wij dus eigenlijk de mogelijkheid kwijt om een voet te hebben; want dit is het eerste voetje in een gebied dat we graag hebben en waar we toch op tijd willen starten met een plan. Dan hebben we dat nietHet college acht dat toch van groot belang dat we daar dus toch Hoewel we daar inderdaad, zij het budgettair neutraal, aan een voorwaarde voldoen, dat is waar, vinden we het algemeen belang toch zwaarder wegen. Wat betreft de precedentwerking, wij moeten, mijnheer Ebbers, in de toekomst toch elk geval apart zien, denk ik. Het is telkens een ander geval. Wij zullen inderdaad natuurlijk -ik zal dat zeker doen, in de commissie heb ik dat ook al toegezegd- daar nog meer dan in het verleden ook absoluut niet, als het niet absoluut nodig is, dat aan u voorleggen. Het mag niet zo zijn, dat wil ik hier ook duidelijk zeggen, dat deze verkoop een voorbeeldfunctie is voor volgende. De heer Van Logtenstein zegt terecht: wat vragen de anderen weer? Ja, natuurlijk. Toch mag het niet zo zijn dat het een precedent is voor een volgend contract. Elk contract staat op zichzelf. Het is dan zo, dat u hier ziet bij 12, 13 en 14 dat het inderdaad verschillend is. Ja, bij dit voorstel is het voor het college ook een afweging geweest en we hebben uiteindelijk gezegd: laten we het de raad voorleggen. Het is naar onze mening, gezien de doelstelling -het bouwen van woningen, op tijd- verantwoord. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, allereerst is natuurlijk de taakstelling zoals de heer Menne met "we" hier presenteerde, niet de onze. ciiet ar een we 1. Ik e a

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 428