16 december 1993
- 22 -
door wel naar voren gekomen was. Natuurlijk, als je de Van Weedestraat gaat
herinrichten, moet je rekening houden met het andere voorstel dat we zojuist
aangenomen hebben. Mede ook voor de heer Meilof, die ik dat nog niet
duidelijk had geantwoord, is dit antwoord bedoeld.
De betekenis van het commentaar van het college op het initiatiefvoorstel van
D66 is ook dat je bij de grote aantallen projecten die de laatste jaren hier
uitgevoerd zijn en die niet minder worden, je realiseert dat beide dus zullen
gaan strijden om de voorrang. Daarom zeg ik, ze hebben met elkaar te maken,
je moet zorgen dat je ze geïntegreerd behandelt en dat niet het één veel
eerder of later dan het ander komt.
Ik meen dat het inderdaad voor het college op dit moment ook niet zo
duidelijk is of de capaciteit er zal zijn om dit gezamenlijk te doen. Wat die
capaciteit betreft wil ik nog zeggen dat ook al heb je in uren de capaciteit,
je nog niet voor al die uren dïe capaciteit hebt, ook kwalitatief, die je
juist voor dit project nodig hebt. Ik denk dat we ons niet tevreden moeten
stellen met een herinrichting Van Weedestraat die hinkt op twee poten, of op
twee gedachten, of op een slecht onderbouwde visie. Je zult daar meer bij
moeten betrekken dan bijvoorbeeld de capaciteit van een juist tijdelijk
aangenomen ambtenaar, die nog niet op het niveau is dat hij hebben moet om
zo'n moeilijk project tot een goed einde te brengen.
Voorzitter, ik wil het hier even bij laten. Ik denk dat het de raad duidelijk
is dat het college in moeilijkheden komt als er geen behoorlijke capaciteit
is om de plannen uit te voeren.
VOORZITTER: We gaan nu over tot de derde termijn. Ik zou, mede gelet op de
tijd, het volgende voorstel willen doen. Ik constateer dat D66 op dit moment
nog het initiatiefvoorstel handhaaft, dat is dus inclusief het commentaar van
het college en het antwoord van de wethouder, zoals u dat voor u heeft. Ik
wou het dan zo doen, als ik als laatste in deze derde termijn aan de heer
Jansen het woord geef, hem nog eens expliciet te vragen of hij het voorstel
handhaaft of niet. Dan weet hij de reacties van uw fracties en ik zou u
willen vragen de hoeveelheid woorden te beperken en vooral een duidelijke
uitspraak te doen of u voor of tegen het initiatiefvoorstel bent.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Voorzitter, ik ben al duidelijk geweest. Ik steun
het voorstel en de opmerkingen van mevrouw Swinkels bevestigen dat ik het kan
steunen
Heer KROL (CDA) Voorzitter, ik heb drie vragen gesteld: erkent u de relatie
met agendapunt 5, het antwoord van de wethouder was ja; kunt u, als u met het
kredietvoorstel komt om het uit te besteden, met een duidelijke onderbouwing
komen waarom u het ambtelijk niet kunt opvangen, u hebt gezegd: dat kan ik en
dat moet ik ook; over het grond verwerven hebt u gezegd: daarmee komen we
natuurlijk in de commissie financiën terug. Met die drie ja-antwoorden zullen
wij ja zeggen tegen 5a.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, het antwoord dat de wethouder in
tweede instantie gegeven heeft, is voor ons voldoende om het voorstel te
kunnen steunen
Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, ik sta echt perplex, hoor. De wethouder
antwoordt dat het voorstel geïntegreerd behandeld gaat worden, dus de Van
Weedestraat en voorstel 5. Dan stemmen de partijen toch voor D66, die zijn
eigen voorstel niet eens kan verdedigen. Dat begrijp ik ook wel, met zo'n
voorstel. Als ik even voor mag lezen: direct uitvoering geven aan het
opstellen van een plan voor herinrichting van de Van Weedestraat, in de geest
van het 12 januari jl. genomen B&W-besluit (t.a.v. de ambtelijke nota van
december 1992: «Herinrichting Van Weedestraat, drie globale alternatieve
ideeën»)
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, ik zou graag een interruptie
plaatsen. Mevrouw Tomassen leest uit het initiatiefvoorstel van D66 voor,
maar het agendapunt is 5a. Misschien zou het beter zijn om daarop te
reageren.
Mevrouw TOMASSEN (PS)Maar we stemmen toch over het voorstel van D66? 5a is