r
16 december 1993 - 36
in de bouwverordening worden geregeld en dat je dat niet in je subsidie
verordening voor een speciaal soort instellingen doet. Want we regelen het
ook niet voor andere woningbouw op deze manier. Ik denk dat je juist in je
bouwverordening zou moeten zetten dat je bouwt op een manier waardoor het
gebruikt kan worden door iedereen van de bevolking.
Wethouder KINGMA: Voorzitter, reagerend op de opmerkingen van de heer Lokker,
denk ik dat we in de verordening hebben geregeld datgene wat wij wenselijk
vinden. In de verordening moet je niet iets regelen waarvan je de conse
quenties niet kunt overzien. Dus als we het zo in de absolute zin, zoals de
heer Lokker zou willen, zouden formuleren, dan betekent het dat wij het
onmogelijke over ons dreigen af te roepen. Dan zou zelfs de keuzeproblematiek
bij de begroting wat problematisch kunnen worden. Ik denk dat dat niet de
bedoeling kan zijn, zeker niet in het licht van het gegeven dat we al sinds
jaren in deze gemeenteraad op allerlei manieren nadrukkelijk streven naar de
toegankelijkheid van gebouwen. Daar hebben we het nodige aan gedaan, dus ik
denk dat we het in die zin ook moeten zien. Hier wordt geregeld dat je er
iets aan hoort te doen en dat het een punt van aandacht is. Tegelijkertijd,
maar dat is meer een beleidsmatig aspect, hoor je er concrete invulling aan
te geven voor zover het jezelf betreft. Overigens betekent het bevorderen van
toegankelijkheid dat je anderen erop wijst dat ze nadrukkelijk de verant
woordelijkheid hebben om het een en ander te doen, zoals we bijvoorbeeld bij
het toegankelijkheidsonderzoek in het verleden bijvoorbeeld huisartsen en
andere praktiserende mensen in de eerste lijn erop hebben gewezen dat er het
een en ander aan de toegankelijkheid mankeerde. In die zin heb ik in de
commissie ook gereageerd en er was voor ons geen aanleiding om er in de brief
op een andere wijze op te reageren dan ik toen heb gedaan.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Het is mij nu nog niet duidelijk in hoeverre het
college reageert op ons idee dat het in algemene zin toch meegenomen wordt in
de bouwverordening.
Wethouder KINGMA: Ja, in de sfeer van de nieuwbouw klopt dat. In de bestaande
bouw ligt dat anders
Het voorstel (RV 93-173) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
32. Voorstel tot aanpassing van onderwijsverordeningen aan de Algemene wet
bestuursrecht.
33. Voorstel tot wijziging en opnieuw vaststellen van diverse rechtspositie
regelingen (Uitkerings- en pensioenverordening wethouders, het Algemeen
Ambtenarenreglement, de Wachtgeld- en Uitkeringsverordening, het reglement
medezeggenschap, de uitkeringsverordening FLO en de «regels inzake de
rechtspositie bij organisatieveranderingen»
34. Voorstel tot het vaststellen van een nieuwe Drank- en horecaverordening.
35. Voorstel tot het vaststellen van een nieuwe Marktverordening.
36. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet inzake de aanpak van
bodemsanering voortkomend uit de actie tankslag.
De voorstellen 32 tot en met 36 (RV 93-178, RV 93-177, RV 93-188, RV 93-189
en RV 93-197) worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen
37. Voorstel tot benoeming en ontslag van ambtenaren van de burgerlijke stand.
VOORZITTER: Als niemand het woord wenst, formeer ik een stembureau. Ik zou
willen vragen aan mevrouw Stekelenburg en de heer Lokker of zij zitting
willen nemen in het stembureau. Kan de raad ermee instemmen dat wij deze
stemmingen in één keer doen, met één stembriefje? Dan doen we dat zo. Ik
nodig u uit de stembriefjes in te vullen.
VOORZITTER: Ik kan de uitslag van de stemming bekend maken. In de eerste
38.
39
40.
i
c
d
i
c
i
V
V
V
c
V
V
a
e
V
1