15 april 1993 - 20 - 1 het feit dat er een aantal laten we maar zeggen voor de gemeente o onbeheersbare processen verlopen, omdat we in het verleden mogelijkheden g hebben geschapen om dat soort plannen te kunnen realiseren. Of, we hebben o besluiten genomen die op zich weinig of niets met volkshuisvesting te maken d hebben, maar waarvan we het om andere redenen belangrijk vinden dat een h terrein bebouwd wordt, c.q. een bepaalde vorm van exploitatie plaatsvindt. Om k een paar voorbeelden aan te geven: het terrein rond het oude politiebureau is d er één van en het oude gemeentehuis is er ook één. Ik kan mij voorstellen dat g op een moment dat er een serieus te nemen plan gepresenteerd wordt voor het g wrakkige terrein van het voormalige StJosephgebouw, dat we daar ook om a andere redenen dan volkshuisvesting zeggen: ja, daar moet toch wat gebeuren. Zo blijft het vanuit verschillende invalshoeken telkenmale kijken waar je dan H uiteindelijk de voorkeur aan moet geven. U kunt op het punt dat u aan de orde t stelt, nadrukkelijk terugkomen, of uw fractiegenoot, in de betrokken 8 commissie. Maar uw voorzichtige conclusie is terecht. e v Wethouder SWINKELSVoorzitter. Mevrouw Tomassen, terecht, uw zorg om het v asbest. De afdeling milieu heeft, in samenwerking met de afdeling reiniging 1 een vast procédé, waarlangs ze het asbest tackelen. Ze waarschuwen elkaar, er c gaat iemand van milieu mee en de werkers van de reiniging worden speciaal c uitgedost met beschermende kledijDe burgers wordt ook aangeraden -ze doen dat ook zo nu en dan- om zodra ze, bijvoorbeeld bij afbraak van oude V schuurtjes, asbest tegenkomen, de gemeente te waarschuwen. Ik moet zeggen, c dat gebeurt ook regelmatig, dus we zijn daar zeer attent op. c t Het voorstel (RV 93-41) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 5 1 7. Voorstel tot het vaststellen van een beschermd dorpsgezicht in Soesterberg. l Heer KROL (CDA) Heel kort, voorzitter. Mag ik ervan uitgaan dat de brief c zoals u die hebt geschreven integraal deel uitmaakt van de besluitvorming en de beraadslagingen op dit punt? j 1 1 Wethouder VISSER: Daar mag de heer Krol van uitgaan. 1 Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik wil toch ook even wat over dit voorstel opmerken. Ik vind namelijk de reactie die u hebt gegeven naar aanleiding van de discussie in de commissie r.o. toch wel wat ver gaan. Daar zegt u in: naar aanleiding van de daartoe strekkende vragen in de commissie ruimtelijke 8. ordening merken wij op dat een aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht geen belemmering vormt tot bebouwing van dit terrein als de mogelijkheden daartoe ontstaan. Voorzitter, ik vind dit veel te ver gaan en veel te wijd. Het is natuurlijk niet zo dat het vaststellen van een beschermd dorpsgezicht, betekent dat er absoluut niets kan gebeuren, maar het is toch duidelijk dat als wij een gebied aanwijzen als beschermd dorpsgezicht dat er dan wel degelijk enige belemmeringen zijn voor de bebouwing aldaar. Het gaat niet alleen om de Kosteneenheden hier, het gaat erom dat het terrein zó waardevol is dat we het aanwijzen als beschermd dorpsgezicht. En dan vind ik een formulering "geen belemmering vormt tot bebouwing van dit terrein als de mogelijkheden daartoe ontstaan" gewoon een onzorgvuldige manier om te zeggen dat er eventueel enige bebouwing zou mogen, maar dan natuurlijk wel in relatie tot hetgeen we zo graag willen beschermen, anders hoeven we het geen beschermd dorpsgezicht te maken. Heer BLAAUW (WD)Voorzitter, daarom hadden wij ook gevraagd om dit op te nemen in het voorstel. U hebt daarop geantwoord in uw adviezen dat het niet nodig was, omdat het altijd gebruikt kon worden voor een bepaalde bebouwing. Dat is in.de commissie r.o. zo gezegd en nu hier, nu de heer Witte iets vraagt erover. Hij wil kennelijk niet, maar daarom hadden wij expliciet op willen nemen dat er wél gebouwd zou mogen worden. Maar als het bij de stukken blijkt, dan is het altijd terug te vinden. Alleen, ik ben er wel van overtuigd, als je een beschermd dorpsgezicht hebt, dat je ook met zorg moet gaan bouwen. Maar wij willen toch zeer zeker die mogelijkheid open houden. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Nu de discussie op gang komt, voorzitter, zou ik het volgende nog in willen brengen. We hebben er heel lang over gesproken, C

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 65