15 april 1993 28 Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, weinig opmerkingen. Ik wil eigenlijk vooral de inleiding van de heer Van Logtenstein duidelijk onderstrepen. De wijze waarop we het tekort in de toekomst tegemoet treden, betekent dat we gaan kijken hoe we daar invulling aan geven, hoe we op bepaalde zaken moeten gaan korten, in plaats van dat we gaan kijken hoe we dingen anders kunnen bekostigen waardoor we ons in de loop der tijd meer in de vingers gaan snijden Voorzitter, ik ben het eigenlijk met uw voorstel vrijwel helemaal eens, maar ik wil even een opmerking nog maken over de zaken rond het sportgebouw voor BDC. Op zich een zaak die nodig is. Voor ons geldt in toenemende mate steeds duidelijker het feit dat als het om sport gaat, we daar een budget voor hebben waarbinnen de dingen moeten kunnen gebeuren die nu gebeuren. Dat is in wezen ook voor een groot deel uw voorstel. Als dat kan, dan kunnen we ermee instemmen. We vinden het ook heel belangrijk als er geld binnen de sport vrijkomt, dat we dat niet voor nieuwe initiatieven gaan gebruiken waar we ons weer nieuwe onkosten voor de toekomst mee op de hals halen, maar dat we dat gebruiken voor dit soort zaken, reparaties, restauraties van dingen die op instorten staan, zodat datgene wat we hebben op een goede manier door kan gaan Heer WITTE (GGS)Voorzitter, het lijkt erop dat inderdaad net zo dramatisch als in Engeland de ijzeren wethoudster moest vertrekken toen het opeens toch weer slecht ging met de economie, onze ijzeren wethouder, ook de wind tegen begint te krijgen aan het eind van zijn bewind in Soest. In ieder geval zal er nog heel wat werk verzet moeten worden door de wethouder, wil hij de gaten die nu zijn geschoten nog kunnen dichten voordat hij de pijp aan Marten geeft. Wij rekenen erop dat hij dat inderdaad op een goede manier de komende maanden voor elkaar zal krijgen, want zulke gaten als er nu liggen, dat is natuurlijk een hoogst ongezonde zaak en ook iets waar de gemeenteraad van Soest de laatste jaren niet aan gewend was. Wat betreft besteding restant incidenteel. Andere partijen, met name de WD heeft wat betreft onderzoekskosten Diftar duidelijk gemaakt dat zij de 50.000,= die nu nog te besteden zou zijn na de uitspraken van de wethouder in de commissie, willen afblazen. Het CDA wil nu eerst goede plannen zien voordat zij hun goedkeuring geven. Ik wil er toch wel even op wijzen dat de suggestie dat er geen raadsmeerderheid was om dit onderzoek te gaan doen en niet voor dit budget, dat ik een andere mening ben toegedaan. Ik ben er wel van overtuigd dat er heel nadrukkelijk van tevoren van uw kant is gewaar schuwd van: óf we gaan het doen, óf we gaan het niet doen, we gaan niet de hele tijd heen en weer zwengelen van dan weer wel en dan weer niet. Eigenlijk valt het me een beetje tegen dat, ondanks dat daar van tevoren voor gewaar schuwd is, het CDA en de WD op dit moment blijkbaar toch de discussie elke keer weer opnieuw willen-aanpakken. Ik denk dat het goed is als we met betrekking tot de differentiatie van de tarieven, het onderzoek dat we met elkaar hebben afgesproken, in ieder geval gaan afmaken, omdat we dan in ieder geval informatie hebben die rond is. Dan kunnen we besluiten of we verder gaan. Dus ik vind het eigenlijk een beetje vreemd om nu weer, driekwart op weg, terwijl men aan die kant ook wel weet dat er afspraken zijn gemaakt en contracten zijn gesloten Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, mag ik via u de heer Witte erop wijzen dat wij, op het moment dat het in de commissie aan de orde is geweest, we toen binnen drie dagen hebben' gereageerd en gezegd hebben dat we met het hele krediet niet akkoord waren? Dus wat hij nu zit te zeggen, dat we nu weer een beetje terugkomen daarop? We zijn aldoor tegen geweest. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, het zal duidelijk zijn dat wij vinden dat het onderzoek in ieder geval afgemaakt moet worden. We verwachten van andere partijen dat ze wat dat betreft ook gewoon mee blijven doen. Plateaus warme maaltijdvoorziening. Uiteraard, het is een noodzakelijk gegeven, waarvan we ook al hebben gezegd in de commissie dat het door mag gaan. Het is een belangrijke voorziening. Onderhoud weiland Kinderboerderijdaar hebben we ook al van gezegd dat het in de exploitatie van de Kinderboerderij thuishoort, dat behoort niet uit incidenteel te worden gedekt. Dus wat dat betreft, bij de begroting gewoon opnemen en -zoals anderen al zeiden- afschrijven in zesjaarlijkse termijnen,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 73