15 april 1993
- 42
Wij gaan akkoord met uw voorstel, want eigenlijk is ons gezamenlijke
voorstel
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, er is in de gemeente met de ambtenaren
samen hard gewerkt aan dit voorstel. Ik waardeer het hogelijk. Ik vind' dat er
objectieve normen zijn ontstaan voor het beoordelen van een stukje welzijn.
Dat waardeer ik. Rond de indeling van de verschillende instellingen die we
hebben, wil ik even de opmerking van de heer Boerkoel volgen dat de Stichting
Welzijn Soesterberg in de beoordeling gelijk geschakeld dient te zijn aan die
van Soest als het gaat om b.epaalde vakantie-activiteiten. Daar hebben we het
in de commissie ook al over gehad.
Voorzitter, ik ben blij dat we tot deze meer objectieve vorm van beoordeling
zijn gekomen en ik kan daarin sterk volgen wat mijn buurman net geformuleerd
heeft. Ik wil er één heel klein ding aan toevoegen vanuit mijn eigen denken.
Als we zo fundamenteel met elkaar spreken over welzijn, dan kost het mij
altijd wat moeite om te constateren dat datgene wat bij het belangrijkste van
het welzijn hoort, je relatie met God, het feit hoe de mens ontstaan is, waar
hij vandaan komt en waartoe hij mag leven, dat dat op geen enkele wijze een
plaats kan hebben. Zo krijgt Soest het papier over welzijn dat bij Soest
past. Dat vind ik wel eens verdrietig.
Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, een aantal sprekers voor mij
hebben een aantal zaken naar voren gehaald, die heel correct weergeven wat
bedoeld geweest is in de discussie van anderhalf jaar -uniek- de commissie
met een aantal raadsleden, die praatten over wat wij zouden moeten gaan
verstaan de komende jaren onder welzijn. Dat is niet een vrijblijvend praten
geweest. We wisten allemaal dat het moest gaan leiden tot een conclusie die
je kunt hanteren in een aantal jaren -want niks is eindig, is oneindig- met
betrekking tot het hanteren van welzijnssteun, niet direct subsidie, daar
waar welzijn zou moeten komen. Vorig jaar is dan ook al zeer indringend,
voordat zoals de heer Lokker zegt de politiek om de hoek kwam kijken,
aangegeven dat als de commissie welzijn praat met de ambtenaren, dat dat
bedoeld moet zijn een overleg van de politiek met ruggespraak, overleg met de
fracties. In mijn fractie is ook zeer nadrukkelijk regelmatig de stand van
zaken besproken, is aangegeven waar we mee bezig waren en is ook aangegeven
dat als je welzijn integraal wilt bekijken het niet -met de nadruk op niet-
beperkt mag blijven tot toevallig datgene wat bij de begroting onder één
portefeuillehouder valt. Vorig jaar februari is aangegeven: houd u er
rekening mee dat wij als commissie, afgevaardigden van de fracties, praten
over zaken die verder gaan dan één portefeuille. Het is dan ook niet juist ir.
een notitie die u hier noemt "beleid onder de streep" die gegaan is naar een
aantal instellingen,dat u daar beleid onder de maat van laat maken, omdat ei
een paar dingen instaan die pertinent onjuist zijn. Dat geeft voor ons de
lijn, de indruk dat we toch terecht zijn gekomen -hoe integer ook begonnen is
aan het werk- bij politiek touwtrekken. Want als het de ene portefeuille
houder dan moet zijn, dan moet de andere ook meedoen. We hebben aangegeven:
laat een keer, voordat de notitie klaar is, een gesprek plaatsvinden met alle
portefeuillehouders die maar geraakt kunnen.worden door welzijn. Dat is niet
gebeurd. Nu komt er een soort reparatiewerkwijzeeen procedure. Die vinden
wij op dit moment eigenlijk al een beetje verknald, om het maar heel
Nederlands te zeggen. Wat gebeurt er? Ben aantal instellingen hebben de
gelegenheid gekregen, omdat ze zich daartoe geroepen voelden of omdat ze
werden uitgenodigd, om te reageren, omdat ze bij welzijn horen. Een aantal
anderen zeggen: ja, nou, ja, we hebben er nooit mee te maken gehad, moeten we
nu gaan reageren? Die reageren wel of niet, ik denk voor een deel niet en die
komen dan in tweede instantie oók nog een keer aan bod. Nou, dat vinden wij
niet de juiste werkwijze, het past eigenlijk niet bij de integriteit waarmee
de commissie en de ambtenaren hebben gewerkt. We vinden dat het college moet
kijken of men echt kan komen -wat aanbevolen is in de commissie- tot een
integraal welzijnsbeleid dat geldt voor iedereen die iets te maken kan hebber,
met welzijn en te maken heeft met de omgeving, met integratie, met
minderheden, met meerderheden. Het heeft met alles te maken, daar is op
gewerkt, maar het komt er nu niet uit.
Dus, de notitie als uitgangspunt voor beleid, dat punt is perfect afgewerkt,
de vertaling in de politiek vinden wij op dit moment volstrekt onvoldoende er
wij nemen dan ook geen verantwoording, ook niet voor het voorlopig