denk ik
VOORZITTER: Ik denk dat we ons allen daarin kunnen vinden. Zij is hier in
deze zaal aanwezig, dus we spelen dat meteen door naar haar toe. Alle hulde
daarvoor en dank.
Mag ik dan constateren dat de raad de gewijzigde notulen hiermee vaststelt?
Deze notulen worden, met inachtneming van de voorgestelde correctie,
vastgesteld.
3. Ingekomen stukken.
VOORZITTER: Ik heb hier één zaak te melden. Er is vandaag een brief binnen
gekomen van het Rode Kruis, afdeling Soest/Soesterberg, waarvan een kopie op
uw tafel is neergelegd. Ik stel voor daar nu verder niet over te spreken,
maar het desgewenst te behandelen bij agendapunt 20Kunt u daarmee
instemmen?
Met betrekking tot de ingekomen stukken wordt besloten de genoemde brief te Zoal
behandelen zoals door de voorzitter is voorgesteld. 9ehc
3 Vooi
4. Vragenhalfuurtjemoei
ook
VOORZITTER: Er zijn vragen binnengekomen van de WD-fractie en van de CDA- a E'
fractie. Eerst begin ik met die van de WD-fractie. Is er van die zijde
behoefte om de vragen eerst toe te lichten, of kunt u ermee instemmen dat wij
de vraag voorlezen en het antwoord geven?
Heer KRIJGER (WD)Ik wil graag iets toelichten, mijnheer de voorzitter en
het voorlezen van de vragen en de gewenste antwoorden overlaten aan het
college. Niet een toelichting over onduidelijke punten of komma's in onze
vragen, ik neem aan dat ze wel duidelijk zijn, maar over de bedoeling en de
integriteit van de vragen. Waarom? Allereerst, er is nogal wat onrust
ontstaan en ook verdeeldheid onder en tussen tot voor kort rustig wonende
burgers van Soest. Men staat tegen elkaar op, het wordt nu ieder voor zich.
Dat verontrust ons en maakt ons bedroefd. Dat hoeft niet. Wij willen terug
naar de oorzaak en de verantwoordelijkheid. Want daar moet je naartoe als je
zaken wilt herstellen. Daar zijn de vragen op gericht. Want het is wel wat al
te gemakkelijk om de raad als geheel de verantwoordelijkheid te geven, daar
waar zeer nadrukkelijk delen van de raad die verantwoordelijkheid niet wensen
of hebben meegedragen daaraan. Dat moet duidelijk zijn. De burgers hebben er i j"1
daarbij recht op te weten wie wat heeft veroorzaakt, of -positief gezien- aan
wie men wat te danken heeft. Ook dat is duidelijkheid. We weten ook dat
vragen stellen een beperkte betekenis heeft als het college met een wel vaker
voorkomende arrogantie de vragen afwimpelt. Dan is er nog één reactie
mogelijkheid in deze raad en dan is het, althans voor de raadsvergadering,
einde verhaal. Vandaar dan ook een klemmend verzoek aan het college om
serieus en betrokken te reageren. j Vq^
Wethouder SWINKELSIk denk dat de vragen niet uitgedeeld zijn en de heer
Krijger zei het al: hij stelt er prijs op dat ze voorgelezen worden. Het is
een grote pagina, onderverdeeld in hoofdstukken, A. tot en met F. De eerste
vraag luidt
A. Op grond van welke aanbevelingen en bij welke gelegenheid gedaan, is
afgesproken om de middelen voor verkeersveiligheidsmaatregelen aan te
wenden voor het aanleggen van unieke busvriendelijke verkeersdrempels?
Is door de raad, c.q. de adviserende commissie ingestemd met deze vorm
van verkeersbelemmeringen? Wilt u aangeven welke politieke vertegen-
woordigers in de gemeenteraad met welke voorziening akkoord zijn gegaan?
De verkeersveiligheidsgelden zijn juist niet gebruikt voor busvriendelijke
verkeersremmers. In een brief van het college aan de raad van 15 maart 1993
is het raadsvoorstel juist op dat punt aangepast. Het aangepaste raads- he
voorstel is in de raadsvergadering van 18 maart vervolgens behandeld.
B. Is er voldoende lokale deskundigheid beschikbaar om zonder substantiële
ontwikkelingskosten verkeersremmers te ontwerpen die in de praktijk ook j
direct toepasbaar zijn? Zijn er aanbevelingen bekend van externe deskun-
digen zoals Veilig Verkeer Nederland, betreffende deze verkeersveilig- wg
heidsvoorzieningen? Ten laste van welke financiële voorziening worden de
noodzakelijke aanpassingen verrekend? as
He e
de
ma;
ma;
ooi
aai
In i
ont'
Hel.
voo
wer
F.